Het Italiaanse kabinet-Prodi II trad op 17 mei 2006 aan en volgde hiermee het kabinet-Berlusconi III op. Het kabinet wordt geleid door Romano Prodi die van 1996 tot 1998 ook al premier was geweest. Het kabinet bestaat uit 25 ministers die voor het grootste deel lid zijn van de Olijfboomcoalitie, de grootste subcoalitie binnen de De Unie. Op 21 februari 2007 diende Prodi het ontslag in van zijn kabinet bij de Italiaanse president Giorgio Napolitano, een keuze die door de president aanvaard werd. Het kabinet viel nadat het Afghanistan-beleid van Kabinet Prodi II met 2 stemmen strandde in de Senato della Repubblica met 158 stemmen voor en 136 senatoren tegen.

Kabinet–Prodi II
Kabinet in Italië Vlag van Italië
Kabinet-Prodi II
Premier Romano Prodi (O/DP)
Politieke kleur Nationale eenheid (Midden)
2006–2008
Start 17 mei 2006
Demissionair 13 april 2008
Eind 8 mei 2008
Voorganger Berlusconi III
Opvolger Berlusconi IV
Staatshoofd Giorgio Napolitano
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Politiek in Italië


Politiek van Italië


Portaal
Portaalicoon Politiek & Italië Portaalicoon

Op 22 en 23 februari 2007 sprak de Italiaanse president Giorgio Napolitano met de partijleiders hoe het verder moest toen Romano Prodi zijn ontslag aanbood. De meeste partijleiders adviseerden de Italiaanse president vervroegde verkiezingen te houden. Op 24 februari vroeg Napolitano Prodi aan te blijven als premier. Hiervoor had hij wel vertrouwen nodig van het Parlement van Italië.

Op 24 januari 2008 zegde de Italiaanse senaat na een aantal corruptiezaken met 161 tegen 156 stemmen het vertrouwen in het kabinet-Prodi op, wat het einde ervan betekende. De val leidde tot nieuwe parlementsverkiezingen in april. Deze verkiezingen werden gewonnen door Silvio Berlusconi met zijn Volk van de Vrijheid. Op 8 mei werd de regering-Berlusconi IV geïnstalleerd, onder leiding van Berlusconi.

Verloop van de regering bewerken

De regering-Prodi II werd gekenmerkt door onderlinge tegenstrijdigheden tussen de gematigde partijen en de extreemlinkse partijen. Tot de gematigde partijen behoorden Democratici di Sinistra, La Margherita en Movimento Repubblicani Europei. Deze partijen gingen op in de centrum-linkse partij Democratische Partij. Tot de extreemlinkse partijen behoorden de Partito della Rifondazione Comunista, de Partito dei Comunisti Italiani, de Groene Federatie en Democratisch Links. Deze partijen gingen op in de extreemlinkse partij De linkse Regenboog.

Crisis februari 2007 bewerken

Op 21 februari 2007 viel de regering nadat het buitenlandse beleid van de regering werd afgewezen. Struikelblokken waren de plannen van minister D'Alema om de ruim 1900 Italiaanse militairen in Afghanistan te houden en de uitbreiding van de Amerikaanse basis in Italiaanse Vicenza. De oppositie was daar tegen. Voor een meerderheid in de Senaat was het nodig 160 senatoren voor zouden stemmen, maar de regering kreeg 158 senatoren achter zich. Twee communistische senatoren (die deel uitmaakten van de coalitie) protesteerden tegen de plannen door de oppositie te steunen. Alhoewel Prodi niet verplicht was op te stappen, deed hij dat toch, want D'Alema had vooraf gezegd dat het kabinet zou aftreden als zijn beleid niet werd gesteund.

Nadat Prodi zijn ontslag aanbod aan president Giorgio Napolitano, vroeg de president na gesprekken met verschillende politieke partijen, aan Prodi om aan te blijven als premier. Prodi stemde daarmee in, op voorwaarde dat hij nog op een meerderheid kon rekenen. Dit was ook het geval, en hierdoor kon Prodi doorgaan met zijn regering.

Val van de regering bewerken

Begin januari 2008 trad de minister van Justitie Clemente Mastella, die tevens de leider is van de politieke partij Volksalliantie- UDEUR af nadat zijn vrouw Sandra Lonardo onder huisarrest was gezet vanwege beschuldigingen van corruptie. In eerste instantie beloofde hij de regering te blijven steunen, maar na een paar dagen kwam hij daarop terug. Met drie senatoren in de Italiaanse senaat, was deze partij noodzakelijk voor de centrum-linkse regering-Prodi om door te kunnen gaan, want hierdoor was de regering haar kleine meerderheid kwijtgeraakt.

Vanwege de gebeurtenis besloot Prodi aan het parlement het vertrouwen te vragen. In de Kamer van Afgevaardigden kreeg hij genoeg parlementariërs achter zich, maar in de senaat werd op 24 januari 2008 zijn regering weggestemd met 161 senatoren tegen de regering, en 156 senatoren voor de regering. Prodi trok zijn conclusies en diende zijn ontslag als premier in bij president Giorgio Napolitano, die het accepteerde. De president gaf de president van de senaat Franco Marini de taak een interim-regering te vormen om het Italiaanse kiesstelsel te hervormen, voordat er nieuwe verkiezingen gehouden zouden worden. Maar Marini slaagde hier niet in, en op 6 februari schreef Napolitano nieuwe verkiezingen uit[1]. In het voorjaar waren er nieuwe verkiezingen, die overtuigend door Berlusconi werden gewonnen. Prodi maakte in maart 2008 bekend dat hij na de parlementsverkiezingen van half april niet terugkeert in de Italiaanse politiek. Wel houdt hij de mogelijkheid open van een functie in de internationale politiek. "De wereld is vol mogelijkheden en er zijn veel mensen die op hulp en vrede wachten", zei Prodi op de Italiaanse televisie[2].

Samenstelling bewerken

De partijen die deel uitmaakten van het kabinet:

Kabinet–Prodi II (2006–2008) bewerken

Ambtsbekleder Functie Ambtstermijn Partij
  Romano
Prodi

(1939)
Premier 17 mei 2006 8 mei 2008 O
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Massimo
D'Alema

(1949)
Vicepremier 17 mei 2006 8 mei 2008 DS
(2006–07)
Minister van
Buitenlandse
Zaken
DP
(2007–08)
  Francesco
Rutelli

(1954)
Vicepremier 17 mei 2006 8 mei 2008 DL
(2006–07)
Minister van
Cultuur
DP
(2007–08)
  Enrico
Letta

(1966)
Secretaris-
generaal
17 mei 2006 8 mei 2008 DL
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Giuliano
Amato

(1938)
Minister van
Binnenlandse
Zaken
17 mei 2006 8 mei 2008 O
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Tommaso
Padoa-
Schioppa

(1940–2010)
Minister van
Financiën
17 mei 2006 8 mei 2008 O
  Clemente
Mastella

(1947)
Minister van
Justitie
17 mei 2006 18 januari 2008
[3]
UDEUR
  Romano
Prodi

(1939)
18 januari 2008 6 februari 2008
[4]
DP
  Luigi
Scotti

(1932)
6 februari 2008 8 mei 2008 O
  Pier
Luigi
Bersani

(1951)
Minister van
Economische
Zaken
17 mei 2006 8 mei 2008 DS
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Arturo
Parisi

(1940)
Minister van
Defensie
17 mei 2006 8 mei 2008 DL
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Livia
Turco

(1955)
Minister van
Volksgezondheid
17 mei 2006 8 mei 2008 DS
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Cesare
Damiano

(1948)
Minister van
Arbeid en
Sociale Zaken
17 mei 2006 8 mei 2008 DS
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Giuseppe
Fioroni

(1958)
Minister van
Onderwijs
17 mei 2006 8 mei 2008 DL
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Fabio Mussi
(1948)
Minister van
Hoger Onderwijs
en Wetenschap
17 mei 2006 8 mei 2008 DS
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Alessandro
Bianchi

(1945)
Minister van
Transport
17 mei 2006 8 mei 2008 PdCI
  Antonio
Di Pietro

(1950)
Minister van
Infrastructuur
17 mei 2006 8 mei 2008 IdV
  Paolo
De Castro

(1958)
Minister van
Landbouw
17 mei 2006 8 mei 2008 DL
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Alfonso
Pecoraro
Scanio

(1959)
Minister van
Milieu
17 mei 2006 8 mei 2008 FdV
  Paolo
Gentiloni

(1954)
Minister van
Communicatie
17 mei 2006 8 mei 2008 DL
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Vannino
Chiti

(1947)
Minister voor
Parlementaire
Betrekkingen
17 mei 2006 8 mei 2008 DS
(2006–07)
Minister voor
Bestuurlijke
Vernieuwing
DP
(2007–08)
  Luigi
Nicolais

(1942)
Minister voor
Publieke
Diensten
17 mei 2006 8 mei 2008 DS
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Giulio
Santagata

(1949)
Minister voor
Overheidsbeleid
17 mei 2006 8 mei 2008 DL
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Emma
Bonino

(1948)
Minister voor
Europese Zaken
17 mei 2006 8 mei 2008 RI
Minister voor
Ontwikkelings-
samenwerking
  Paolo
Ferrero

(1960)
Minister voor
Welzijn
17 mei 2006 8 mei 2008 PRC
  Linda
Lanzillotta

(1948)
Minister voor
Regionale
Zaken
17 mei 2006 8 mei 2008 DL
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Barbara
Pollastrini

(1947)
Minister voor
Gelijkheid
17 mei 2006 8 mei 2008 DS
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Rosy Bindi
(1951)
Minister voor
Familiezaken
17 mei 2006 8 mei 2008 DL
(2006–07)
DP
(2007–08)
  Giovanna
Melandri

(1962)
Minister voor
Jeugdzaken
en Sport
17 mei 2006 8 mei 2008 DS
(2006–07)
DP
(2007–08)

Ministers bewerken

Minister-President bewerken

Ministers (met portefeuille), onderministers en staatssecretarissen bewerken

Ministers, onderministers en staatssecretarissen zonder portefeuille bewerken

Voorganger:
Berlusconi III
Kabinet–Prodi II
2006–2008
Opvolger:
Berlusconi IV