Jan Ruebs († 1422) was burgemeester van Brugge in 1418-1419.

Literatuur bewerken

Hij was lid van de notabele Brugse familie Ruebs, die heel wat leden aan het stadsbestuur leverde, van wie er drie burgemeester van de schepenen werden.

Ruebs vervulde volgende ambten:

  • 1409-1410: raadslid
  • 1416-1417: raadslid
  • 1418-1419: burgemeester van de schepenen
  • 1422-1423: raadslid. Hij overleed tijdens deze ambtsperiode.

Dat hij van 1410 tot 1416 uit het stadsbestuur verdween mag doen aannemen dat hij tot de groep behoorde die, ten gevolge van inwendige tegenstellingen, veten en na-ijver, door hertog Jan zonder Vrees werd afgezet en verbannen. Zijn naam werd niet vernoemd, samen met die van de burgemeesters en schepenen die tot de slachtoffers behoorden, maar hij was dan ook nog maar een bescheiden raadslid. In 1416 was hij opnieuw raadslid en dit eveneens wijst er op dat hij, samen met de andere bannelingen, genade verkreeg en in eer werd gesteld, eerst opnieuw als raadslid en het jaar daarop zelfs in de hoogste stedelijke functie.

Hij wisselde zijn functies in het stadsbestuur af met zijn familieleden Gerard Ruebs en Joris Ruebs.

Bron bewerken

  • Stadsarchief Brugge, Register van de Wetsvernieuwingen.

Literatuur bewerken

  • Charles CUSTIS, Jaerboecken van de stad Brugge, Brugge, 1765.
  • Jan VAN HOUTTE, De geschiedenis van Brugge, Brugge, 1982.