Jacques Reuland
Jacob (Jacques) Reuland (Rotterdam, 8 juni 1918 - Zwolle, 5 april 2008) was een Nederlands componist, dirigent en muziekpedagoog.[1]
| Jacques Reuland | ||||
|---|---|---|---|---|
| ||||
Jacques Reuland in 2004
| ||||
| Algemene informatie | ||||
| Volledige naam | Jacob Reuland | |||
| Geboren | 8 juni 1918 | |||
| Overleden | 5 april 2008 | |||
| Land |  Nederland
| |||
| ||||
Hij was zoon van arbeider Jacob Willem Reuland en Maria Geertruida Wolvekamp. Zelf trouwde hij met Alberdiena (Dientje) Vegter die hij bij de VIR had leren kennen. Zoon professor doctor Eric Reuland was hoogleraar (en emeritus) in geesteswetenschappen (Talen, literatuur en communicatie) aan de Rijksuniversiteit Utrecht.[2]
Opleiding en werkzaamheden bewerken
Zijn ouders en het milieu daaromheen zagen een opleiding aan de HBS niet zitten en hij ging noodgedwongen naar de ULO. Het was een arm gezin en kleine Jaap en broer Henk moesten al snel aan het werk, maar Jaap leerde bij, met name boekhouden en correspondentie Engels-Nederlands; hij kon werken bij De Verenigde Industrieën Rotterdam (VIR). Daar waar andere musici de Tweede Wereldoorlog als rem in hun loopbaan zagen, kreeg Reulands muzikale loopbaan een vooruitgang; hij had als werknemer niet veel te doen. Reuland studeerde viool, piano en orgel in Rotterdam, fanfaredirectie bij Piet van Mever en koordirectie en compositie bij onder andere John Daniskas, Andries de Braal en Bernhard van den Sigtenhorst Meyer.
Hij kon in 1946 als dirigent aan de slag van het Vriezenveense Harmonie te Vriezenveen (Twente) en gaf vanuit Almelo muzieklessen. In die tijd bouwde hij verder aan zijn loopbaan met steeds meer dirigentschappen bij koren en orkesten. Hij was tevens organist van de Klokkenbelt in Almelo. Docenten uit zijn Twentse periode, die liep tot 1963 waren Arend Koole, Hendrik Andriessen en Piet Ketting; hij haalde daar ook het staatsexamen muziekgeschiedenis. Hijzelf was toen ook al docent muziekgeschiedenis en solfège aan het Twentse Muzieklyceum, het latere ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten. Ook was hij een aantal jaren dirigent van het Toonkunstkoor Utrecht.
Van 1963 tot 1983 was hij directeur van het Stedelijk Muzieklyceum Zwolle (later ook onderdeel van ArtEZ). In die periode was hij ten eerste de grote motor achter de omvorming van het muzieklyceum tot volwaardig conservatorium, ten tweede de motor achter de verhuizing in 1980 van het Zwols Conservatorium naar een nieuwe onderkomen in het volledig gerestaureerde voormalige klooster aan het Broerenplein te Zwolle. In Zwolle dirigeerde hij ook jarenlang Toonkunstkoor Cecilia (1970-1998), en het Overijssels Kamerkoor.
Als componist ging Reuland zijn eigen weg, en was wars van ismen. Zijn composities zijn lyrisch van opzet en veelal geconcipieerd vanuit de kiemceltechniek en vocaliteit. Reuland schreef behalve concertmuziek tevens veel educatieve muziek.[3]
Eerbetoon bewerken
- 1958: Visser-Neerlandiaprijs voor koorwerk Het Woord.
- 1982: Officier in de Orde van Oranje-Nassau
- 1998: Erepenning van de Gemeente Zwolle
- 1998: Overijsselse cultuurprijs
Discografie bewerken
- CD (1998) - naar aanleiding van zijn tachtigste verjaardag - The forsaken merman, Fuji-Dichtungen, From the book of love, You and I en Trois chansons - Gioia9801
- CD (2001) - Canzoniere - ME2001
- CD Sempre l'amor van het Erasmus Kamerkoor met het werk Triade
Enkele werken bewerken
- Quasi Niente voor orkest
- Aforismen voor pianosolo
- Magnificat
- Te Deum
- Stabat Mater (2x)
Voor een compleet overzicht van de werken van Reuland zie Lijst van composities van Jacques Reuland.
Bronnen, noten en/of referenties
|