Indische klepweekschildpad

schildpad uit de familie weekschildpadden

De Indische klepweekschildpad[2] (Lissemys punctata) is een schildpad uit de familie weekschildpadden (Trionychidae).

Indische klepweekschildpad
IUCN-status: Kwetsbaar[1] (2018)
Onderzijde met de verborgen poten en staart.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Testudines (Schildpadden)
Onderorde:Cryptodira (Halsbergers)
Superfamilie:Trionychoidea
Familie:Trionychidae (Weekschildpadden)
Geslacht:Lissemys
Soort
Lissemys punctata
Lacépède, 1788
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Indische klepweekschildpad op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Uiterlijke kenmerken bewerken

Het schild kan een lengte van 37 centimeter bereiken waarmee het een wat grotere soort is. De vrouwtjes worden groter dan de mannetjes, mannetjes zijn daarnaast te herkennen aan hun langere en dikkere staart. De schildkleur is olijfgroen tot grijs met vaak vage lichtere vlekken die echter toch goed afsteken vanwege een donkere omzoming. Dit geldt vooral voor de juvenielen, bij oudere dieren vervagen de vlekken soms. De buikzijde is veel lichter tot wit. De kop is groen tot bruin en heeft gele lengtestrepen tot in de nek.

De Indische klepweekschildpad dankt zijn naam aan het buikschild, dat flappen heeft aan de achterzijde. Hierin worden zowel de achterpoten als de staart volledig teruggetrokken. De voorpoten en kop kunnen in holtes aan de voorzijde worden getrokken.

Deze soort heeft daarnaast nog een ander afwijkend kenmerk ten opzichte van de meeste weekschildpadden. Het schild is verstevigd met verharde platen, wat bij de meeste andere schildpadden normaal is maar de weekschildpadden hebben juist vaak een zacht 'schild'.

Verspreiding en habitat bewerken

De Indische klepweekschildpad komt voor in delen van Azië; Bangladesh, India (geïntroduceerd op de Nicobaren), Myanmar, Nepal, Pakistan en Sri Lanka. De soort is daarnaast geïntroduceerd in Vietnam (Annam), soms wordt ook Thailand tot het verspreidingsgebied gerekend.[3]

De habitat bestaat uit rustige tot stilstaande wateren, liefst met een zand- of modderbodem. Uiteenlopende wateren worden gebruikt en ook kunstmatige wateren zijn geschikt, zo kan de schildpad in irrigatiekanalen worden aangetroffen.

Voortplanting en levenswijze bewerken

De mannetjes en vrouwtjes kennen een balts voorafgaand aan de paring, die op de bodem plaatsvindt. Hierbij strijkt het mannetje zijn kop langs haar buikschild en maken de dieren knikkende bewegingen met de kop, zoals ook voorkomt bij hagedissen als leguanen en agamen. Aan het eind van de paring nemen de dieren een positie aan waarbij ze met de cloaca verbonden zijn maar met de kop van elkaar af staan, het vrouwtje kan het mannetje zelfs op 'sleeptouw' nemen.
Het vrouwtje produceert in totaal zo'n 34 tot 40 eitjes die in meerdere legsels worden afgezet. De ontwikkeling in het ei gaat langzaam en duurt minstens 9 tot maximaal 15 maanden.

De Indische klepweekschildpad jaagt voornamelijk op levende prooien als weekdieren, vissen, insecten en de larven en amfibieën, ook plantaardig materiaal wordt wel gegeten. Zowel de bladeren, stengels, bloemen als zaden staan op het menu. Ook het eten van rottend materiaal is wel beschreven.

Taxonomie bewerken

De Indische klepweekschildpad werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Bernard Germain de Lacépède in 1788. Oorspronkelijk werd de naam Testudo punctata gebruikt.[3]

Er worden drie ondersoorten erkend;

Afbeeldingen bewerken

Bronvermelding bewerken