Humboldt (inslagkrater)

Humboldt is een polygonaalvormige walvlakte op de oostelijke hemisfeer van de Maan (27° zuid / 81° oost). De diameter van deze walvlakte meet 201 kilometer, de diepte meet 4800 meter. De benaming Humboldt werd gegeven door de Duitse astronoom en selenograaf Johann Heinrich von Mädler. Van J.H.Mädler komt ook de benaming Mare Humboldtianum voor het inslagbekken aan de noordoostelijke rand van de naar de Aarde toegekeerde kant van de Maan.

Humboldt
Kratergegevens
Coördinaten 27° 12′ ZB, 80° 54′ OL
Diameter 201 km
Kraterdiepte 4,8 km
Colongitude 254° bij zonsopgang
Vernoemd naar Wilhelm von Humboldt
Vernoemd in 1935

Systeem van concentrische en radiale rillen bewerken

Een opvallend kenmerk van de walvlakte Humboldt is het spinnenwebachtig systeem van concentrische en radiale rillen dat vrijwel de gehele vloer van Humboldt in beslag neemt. Ook bevinden er zich een viertal kleine maregebieden met laag albedo omstreeks de noordoostelijke, zuidwestelijke, en noordwestelijke gedeelten van de binnenrand van Humboldt. Het zuidwestelijke maregebiedje is het grootste van de vier en kan met amateurtelescopen gemakkelijk worden waargenomen.

Concentrische krater bewerken

Het meest merkwaardige detail in de walvlakte Humboldt is de naamloze concentrische maankrater op het oostelijke gedeelte van de vloer (een kleine komvormige krater binnen een iets grotere). Deze concentrische krater kan, mits gunstige libratie en uitstekende seeing, waargenomen worden met krachtige amateurtelescopen. Een factor die de herkenning van deze concentrische krater vergemakkelijkt zijn twee gewone komvormige kraters in de nabijheid ervan. Deze drie kraters vormen een gelijkzijdige driehoek.

Humboldt als aanwijzer bewerken

De walvlakte Humboldt kan als aanwijzer gebruikt worden om telescopische waarnemingen te verrichten tijdens gunstige libratie van de oostzuidoostelijke rand van de naar de aarde toegekeerde kant van de maan (Libratiezone IV). Ten oosten van Humboldt bevindt zich Lacus Solitudinis, een formatie met laag albedo op de achterkant van de Maan. Tijdens gunstige libratie kunnen pogingen ondernomen worden om iets te zien te krijgen van de westelijke rand van Lacus Solitudinis.

Literatuur en maanatlassen bewerken

  • Mary Adela Blagg: Named Lunar Formations.
  • T.W. Webb: Celestial Objects for Common Telescopes, Volume One: The Solar System (met beschrijvingen van telescopisch waarneembare oppervlaktedetails op de maan).
  • Tj.E. De Vries: De Maan, onze trouwe wachter.
  • A.J.M. Wanders: Op Ontdekking in het Maanland.
  • Hugh Percy Wilkins, Patrick Moore: The Moon.
  • The Times Atlas of the Moon, edited by H.A.G. Lewis (met vermelding van Humboldt op bladzijden "x" en "xxxiii", alsook op de zuidelijke helft van de maankaart op het achterste schutblad).
  • Patrick Moore: New Guide to the Moon.
  • Harold Hill: A Portfolio of Lunar Drawings.
  • Antonin Rukl: Moon, Mars and Venus (pocket-maanatlasje, de voorganger van Rukls Atlas of the Moon).
  • Antonin Rukl: Atlas of the Moon.
  • Harry De Meyer: Maanmonografieën (Vereniging Voor Sterrenkunde, 1969).
  • Tony Dethier: Maanmonografieën (Vereniging Voor Sterrenkunde, 1989).
  • Ewen A. Whitaker: Mapping and Naming the Moon, a history of lunar cartography and nomenclature.
  • The Hatfield Photographic Lunar Atlas, edited by Jeremy Cook.
  • William P. Sheehan, Thomas A. Dobbins: Epic Moon, a history of lunar exploration in the age of the telescope.
  • Ben Bussey, Paul Spudis: The Clementine Atlas of the Moon, revised and updated edition.
  • Charles A. Wood, Maurice J.S. Collins: 21st Century Atlas of the Moon.

Zie ook bewerken

Zie de categorie Humboldt (crater) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.