Het witte wief

stripalbum van Paul Geerts

Het witte wief is een stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het is geschreven door Paul Geerts. De tekeningen zijn uitgewerkt door Marc Verhaegen. Het verhaal is gepubliceerd in TV Ekspres van 26 januari 1990 tot en met 11 februari 1991. De eerste albumuitgave was in februari 1991.

Het witte wief
Stripreeks Suske en Wiske
Scenario Paul Geerts
Tekeningen Paul Geerts, Marc Verhaegen
Lijst van verhalen van Suske en Wiske
Portaal  Portaalicoon   Strip

Het verhaal speelt zich af in en rond de Gelderse plaats Ede. Een centraal thema zijn de witte wieven.

In 2001 volgde een Twentse versie, uitgegeven door de De Twentsche Courant Tubantia, samen met de oorspronkelijke Standaard Uitgeverij. Hier is de handeling verplaatst naar het Twentse Oldenzaal.

Personages bewerken

Uitvindingen bewerken

Locaties bewerken

Inhoud van het verhaal bewerken

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Suske, Wiske, Lambik en tante Sidonia huren een vakantiehuisje op de Veluwe, bij Ede. Tijdens een wandeling ontdekt Wiske samen met Schanulleke een zwevende zwerfsteen en een oude man in versleten kleren die achter de steen aan gaat. Niemand wil Wiske geloven. Als ook bij het vakantiehuisje een geheimzinnig figuur opduikt gaat Lambik erop af, maar het blijkt Jerom te zijn. Suske ziet de geheimzinnige man ’s nachts buiten en waarschuwt de anderen. Jerom grijpt de man.

De oude Man heet Zander zonder Zolen en zijn romp bestaat uit een grote zandloper. Hij vertelt dat hij het Witte Wief met haar geliefde moet herenigen, anders zal de aarde met een andere planeet in botsing komt. Mensen die het Witte Wief willen helpen zijn in stenen veranderd, nu 9 in totaal. Zander vertelt ook over de ommegangen rond de zonnetempel, op de plek waar nu huize Kernhem staat, en de energie van een ondergrondse krachtstroom in de Zuid-Veluwezoom.

Bij huize Kernhem vinden Suske, Wiske en Lambik een bloedsteen. Piet Pel, de man van wie tante Sidonia het vakantiehuisje huurt, praat over zijn onderzoek naar de geschiedenis van Ede.

Wiske wil het Witte Wief helpen, maar ze mag 's nachts het bos niet in. Maar ze laat zich hierdoor niet tegenhouden en gaat toch op pad. Ze vindt het Witte Wief, een spookverschijning van een mooie blonde vrouw met bloemen in haar haar en in een wit gewaad. Het witte wief vertelt dat ze vroeger, in het jaar 1500 voor Christus, een priesteres was van de zonnetempel en verliefd was op de Hogepriester. Ze is nog steeds op zoek naar haar geliefde, maar wordt gedwarsboomd door Udo den Boze, de afstammeling van Wodan, god van de oorlog.

Suske vindt de twee als ze worden aangevallen door Udo den Boze. Het Witte Wief gooit de twee kinderen in de Viskom (een modderpoel) om ze uit de handen van Udo den Boze te houden. Alleen Schanulleke blijft boven. De volgende morgen ontdekken de volwassenen dat de kinderen verdwenen zijn en gaan naar hen op zoek.

Lambik vindt konijnen die met Schanulleke spelen. Om ze te verjagen springt hij tussen hen in, maar daardoor komt hij ook in de modderpoel terecht en zakt weg. Hij schreeuwt om hulp. Jerom en tante Sidonia komen erop af, maar ze zijn te laat; Lambik is verdwenen. Sidonia is ontzettend verdrietig. Jerom gaat 's nachts met het Witte Wief praten. Weer komt Udo op de proppen en valt aan. Voor Jerom zit er niets anders op dan ook in de modderpoel te springen.

Suske en Wiske verdrinken niet, maar duiken later op in een helder meer. Ze ontdekken dat ze terug in de tijd zijn gegaan naar het tijdperk van het Witte Wief. Ze gaan naar een paaldorp aan het meer, maar worden gevangengenomen en voorgeleid aan de hogepriester.

De hogepriester wil hen offeren, maar de priesteres, die later het Witte Wief zal worden, pleit voor hun leven. Ze worden opgesloten, maar ontsnappen 's nachts. Met een vlot trachten ze het meer over te steken. Op dat moment komt ook Lambik boven water.

De verdwijning wordt opgemerkt en het meer wordt omsingeld. Lambik en de kinderen zien zich genoodzaakt om naar de kant te gaan. Wodan verschijnt dan levensgroot in de wolken en eist mensenoffers. In eerste instantie weigert de hogepriester dit, maar Wodan laat de acht zuilen van de zonnetempel veranderen in Reuzevikingen. De hogepriester ziet geen andere uitweg en besluit de gevangenen te offeren. Op het laatste moment weigert de hogepriester alsnog. Voor straf wordt hij door Wodan in een zwerfsteen veranderd. De betovering kan alleen verbroken worden, door de steen te doorboren met Wodans lans (Gungnir).

Dan verschijnt Jerom, die korte metten maakt met de Vikingen. Uit woede smijt Wodan zijn lans naar Jerom. Jerom vangt de speer op, maar dan smijt Wodan een vuurbal naar beneden.

Net op tijd worden ze weggeflitst met de teletijdmachine van professor Barabas. Sidonia heeft ook met het Witte Wief gesproken en wist waar haar vrienden zaten. Ze worden door professor Barabas met de Gyronef naar de Veluwe teruggebracht, zoeken het Witte Wief bij huize Kernhem en doorboren de steen met Wodans lans. De Hogepriester krijgt weer zijn menselijke gedaante en samen verdwijnen de Hogepriester en het Witte Wief naar het geestenrijk. Zander zonder Zolen vertelt dat de botsing van de planeten is voorkomen, waarna hij afscheid neemt en verdwijnt.

Achtergronden bij het verhaal bewerken

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Huize Kernhem, met het landgoed, de Viskom en verschillende stenen (waaronder de bloedsteen) spelen een belangrijke rol.

Boekhandelaar Piet Pel, als personage opgenomen in dit album, heeft onderzoek gedaan naar de geschiedenis van Ede. Dit verhaal is op zijn onderzoek gebaseerd. De zonnetempel die hier volgens Pels onderzoek ooit stond speelt ook een rol. Hier werden de banen van hemellichamen gevolgd. Het verhaal gewaagt van een botsing van planeten. Er wordt door Zander zonder Zolen meerdere keren een verwijzing gemaakt naar leylijnen.

In 1426 noemen de kronieken de hertogen van Gelre als eigenaars van huis Kernhem. In dat jaar wordt heer Udo den Booze met het landgoed beleend[1].

Fouten bewerken

De zonnetempel wordt in dit verhaal vernietigd door Vikingen, maar die waren in 1500 voor Christus niet op de locatie waar het verhaal speelt.

Uitgaven bewerken

Publicaties
Krant of tijdschrift Nummer Publicatiedatum Voorganger Opvolger
TV Ekspres 18 26 januari 1990 - 11 februari 1991 De kleurenkladder De scherpe schorpioen
Het Binnenhof 67 25 april 1991 - 3 september 1991 De mysterieuze mijn Tazuur en Tazijn
Albumuitgaven
Stripreeks of collectie Nummer Eerste druk Voorganger Opvolger
Vierkleurenreeks 227 februari 1991 De mysterieuze mijn Het wondere Wolfje
Suske en Wiske Collectie 41 1992
Twentse uitgave 31 16 november 2001