Guus van Hemert

Guus van Hemert was schilder, tekenaar geboren op 1927-08-17 te Voorburg (Zuid-Holland) en overleden op 2011-08-08 te Nijmegen (stad)

Guus van Hemert, (Voorburg, 17 augustus 1927 - Nijmegen, 12 augustus 2011) was een Nederlands jezuïet. Ook was hij (behalve priester) catecheet en eindredacteur van de Nieuwe Katechismus, kunsthistoricus, kunstenaar, tv- en radiomaker, columnist en schrijver.[1]

Guus van Hemert SJ
Guus van Hemert
Religie katholicisme
Orde jezuïeten
Echte naam Augustinus Ignatius van Hemert
Geboortedatum 17 augustus 1927
Geboorteplaats Voorburg
Sterfdatum 12 augustus 2011
Sterfplaats Nijmegen
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Biografie bewerken

Guus van Hemert, gedoopt met de namen Augustinus Ignatius. Werkloosheid dwong zijn grootouders naar Den Haag te verhuizen, waar zijn vader Louis opgroeide, en trouwde met Johanna, zijn moeder, een Haagse, die als architect bij de Rijksgebouwendienst werkte. ‘Van hem leerde ik alles in de juiste verhoudingen te tekenen’ zei Van Hemert. Hij groeide op met twee broers en een zus, terwijl een andere zus op jonge leeftijd overleed.

Na zijn basisschoolopleiding vervolgde Guus zijn middelbare schoolopleiding aan het Aloysiuscollege van de Jezuïeten. Deze periode viel grotendeels samen met de Duitse bezetting en de hongerwinter. Guus liet zijn intellectuele capaciteiten zien door met uitstekende resultaten zijn Gymnasium A af te ronden, terwijl zijn artistieke talenten zich begonnen te ontwikkelen in tekenen en schilderen. Na enkele maanden aan de Academie voor Beeldende Kunsten trad hij begin 1947 toe tot het tweejarige noviciaat van de Jezuïeten in Grave. Na het afleggen van zijn eerste geloften in 1949, voltooide hij zijn studies in Filosofie en behaalde zijn kandidaatsexamen Kunstgeschiedenis en Archeologie aan de KUN te Nijmegen tussen 1949 en 1955. Hij rondde ook zijn studie Theologie te Maastricht met succes af tussen 1956 en 1960. Op 31 juli 1959 werd Van Hemert tot priester gewijd in de kerk van Sint Servaas. Vervolgens bracht hij nog een jaar door met geestelijke bezinning in Dublin, Ierland, voordat hij in 1964 zijn laatste plechtige geloften aflegde.

Rond 1975 bleek het voor hem beter, om een flat te gaan betrekken voor alleenwonenden. In de Nijmeegse wijk Dukenburg trok hij in een appartement, gelegen op een hoge verdieping met wijd uitzicht. Guus hoopte dat dit bewust sober ingerichte woonhuis een plek zou worden voor werk, studie en een paar persoonlijke relaties, maar ook een plek van stilte, gebed en gastvrijheid, van waaruit de contacten met medebroeders, familie en vrienden, plus met de nodige werkkringen, onderhouden konden worden. Dat aan deze wens uitvoering is gegeven blijkt uit een lijst van ruim 175 kleinere en langere beschouwingen, die gedurende ruim 30 jaar hun weg vonden via o.a. literaire media.[2][3]

Nadat hij weer in het Berchmanianum was gaan wonen, bleef hij schilderen. Hij schreef er met potlood geestige, lichtvoetige commentaren bij. Over zijn ziekte klaagde hij niet. Wel leidde de ziekte van Huntington ertoe dat hij de laatste vijf jaar stiller werd, meer teruggetrokken. Het spreken ging moeilijker, hij kon nauwelijks rechtop blijven staan. Van het bijgebouw moest hij verhuizen naar de verpleegafdeling in het Berchmanianum.[4] "Tussen de mens en de toekomst staat de dood als lachende laatste".[5] Guus van Hemert is 84 jaar geworden.[1]

Carrière bewerken

Met een uitstekende beheersing van de Nederlandse taal, werd hij samen met andere medebroeders een gewaardeerde medewerker en docent op het Hoger Katechetisch Instituut, tevens Katechetisch Centrum in Nijmegen. Hij leverde substantiële bijdragen aan de ontwikkeling van de Nieuwe Katechismus. Dat boek waarin de uitgangspunten, de geloofsleer en de spiritualiteit van de katholieke kerk op uitdagende wijze verwoord zijn, had een anonieme eindredacteur. Achteraf zei Guus van Hemert - hij was die eindredacteur - dat de naam catechismus zeer ongelukkig was gekozen. Daarnaast had hij als redacteur de zorg voor enkele tijdschriften, een deeltijd taak als school-catecheet, en ging hij in op verzoeken van buiten.[2][4]

Literatuur bewerken

In zijn geschriften en tekeningen liet Guus van Hemert een eigenzinnige wijze van mens-zijn en christen-zijn zien. Gedurende zijn carrière schreef Van Hemert verschillende publicaties. De meeste ervan zijn bundelingen van columns en korte verhalen die eerder verschenen in onder anderen dagblad Trouw. In december 1982 kwam het boek Een manier van christen zijn[4] tevoorschijn. Het omvatte een verzameling van 62 stukken, waarvan sommige eerder waren gepubliceerd in Trouw en De Tijd, aangevuld met 17 nieuwe artikelen. Deze stukken werden georganiseerd rond zes thema's, wat resulteerde in een coherent werk van meer dan 250 pagina's.[6] Enkele andere publicaties zijn: Lieve Hemel (1973), Ogentroost (1981)[7], Je went er nooit aan (1985)[8], Dwars op je eigen paden lopen (1988)[9].

In 1996 was hij klaar met zijn roman In het licht van Omega[10]. Een boek waar hij ruim negen jaar aan heeft gewerkt. Een roman met een historische setting uit de derde eeuw na Christus, specifiek in het jaar 258. Het Romeinse Rijk bevindt zich in een periode van verval, terwijl het christendom nog een opkomend geloof is, dat zowel qua vorm als inhoud nog aan het ontwikkelen is.[11]

Na het overlijden van Guus maakte Fried Pijnenborg SJ een Boek gevuld met de levensloop, illustraties en aquarellen van Van Hemert. Het boek getiteld: Guus van Hemert schilder/ schrijver/ vriend[3] is in beperkte oplage in privébeheer uitgegeven. De koninklijke bibliotheek in Den Haag bezit nog een exemplaar.

Televisie bewerken

Ook werkte hij op scheppende wijze mee aan televisie programma’s voor onder andere KRO-TV, IKON en RKK zoals: Ik ga voor niemand opzij (1969), In den beginne, nu en altijd (1971), In naam van talloze naamlozen (1971), Groeien tegen het duister in (1971)[5] Lente in steen (1971), Ouders veilen kind (1971), Lieve hemel (1973)[12], Het visioen van Jan van Eijck (1976)[13], De Lansstreek[14](1976), De noodkist, het juweel van Maastricht (1976)[15], Het wonder van Isenheim (1978)[16], Maria ten hemel opneming (1979), Ons is geboren (1980) en Het hart op de tong' (1981).[17] In de documentaire Tot de orde geroepen (1985)[18] is Guus samen met een aantal mede broeders te zien en verteld hij over zijn roeping, het werk dat hij verrichte voor de Nieuwe Katechismus en de relatie die hij had met een vrouw.

Illustratie / Aquarellen bewerken

Guus gaf het leven ook vorm door middel van tekeningen en aquarellen. Samen met medestudent Piet Wiemers, vier jaar ouder, beschilderde hij de wanden van de refter in het Berchmanianum. Hij maakte een kruisscène, een portret van Jan Berchmans, de jonggestorven pater naar wie het pand genoemd is, en van Petrus Canisius, de 16de-eeuwse Nijmegenaar die de eerste jezuïet van Nederland werd. De portretten zijn gezet in een losse, organische vorm in grijs. Ook bezocht Van Hemert fanatiek de Europese Congressen van Jezuïeten-kunstenaars. Van 1984 tot 1997 bezocht Guus de samenkomsten in: Parijs, Athene, Kiev-Moskou-Leningrad, Kopenhagen, Berlijn, Maastricht, Florence, en Warschau.[2][4] Enkele losse aquarellen hangen aan de muur bij kennissen en vrienden van Guus.

Jezuïet bewerken

In 1947 trad Guus van Hemert op 20-jarige leeftijd in het Mariëndaal in Grave om te beginnen aan het tweejarige noviciaat van de Jezuïeten. Op 31 juli 1959 werd Van Hemert tot priester gewijd in de kerk van Sint Servaas. Vervolgens bracht hij nog een jaar door met geestelijke bezinning in Dublin, Ierland, voordat hij in 1964 zijn laatste plechtige geloften aflegde.

Bronnen bewerken