Graafschap Rieneck

Het graafschap Rieneck was een tot de Frankische Kreits behorend graafschap binnen het Heilige Roomse Rijk.

Vogtei des Mainzer Erzstift
Herrschaft (Grafschaft) Rieneck
Onderdeel van het Heilige Roomse Rijk
 Keurvorstendom Mainz
 Keurvorstendom Mainz
11e eeuw – 1408
1673 – 1806
Keurvorstendom Mainz 
Vorstendom Aschaffenburg 
Algemene gegevens
Hoofdstad Lohr am Main

Het 'Castrum Rinecke' in Rieneck in Beieren wordt voor het eerst in 1179 vermeld. De burcht werd het centrum van het zich vormende graafschap. De nederzetting, die bij de burcht ontstond, verkreeg omstreeks 1250 stadsrechten. Omdat het graafschap ingesloten lag tussen machtige staten, namelijk het keurvorstendom Mainz, de abdij van Fulda en het prinsbisdom Würzburg, kon het niet tot ontplooiing komen. In 1366 werd de landshoogheid van het keurvorstendom Mainz erkend en omstreeks 1400 werd de residentie van Reineck verlegd naar Lohr.

Na het uitsterven van de graven van Rieneck in 1559 werd het graafschap verdeeld:

Van 1559 tot 1574 was Schönrain de weduwezetel van Rieneck.

In 1561 kwamen Eschau en Wildenstein aan het graafschap Erbach (ambt Wildenstein) en in 1574 Schönrain aan Isenburg-Büdingen.

In 1673 verkocht het keurvorstendom Mainz het ambt Rieneck met de burcht en de stad aan de Boheemse graven van Nostiz-Falkenau. Deze verwierven daarna met de heerlijkheid Rieneck een zetel en een stem op de Rijksdag als graaf van Nostiz-Rieneck.

In 1685 vond er een deling plaats van het gemeenschappelijke bezit Bieber en Lohrhaupten tussen Mainz en Hanau: Mainz stond zijn aandeel in Bieber af aan Hanau en verder kreeg Hanau het gerecht Lohrhaupten. Het zuidelijk deel van Lohrhaupten me Frammersbach kwam aan Mainz.

In 1803 of 1806 verkochten de graven van Nostiz het graafschap aan Colloredo-Mansfeld.

In de Reichsdeputationshauptschluss van 25 februari 1803 werd het aandeel van het keurvorstendom Mainz in het graafschap Rieneck (het ambt Lohr am Main) niet vermeld, omdat als deel van het vorstendom Aschaffenburg werd beschouwd. Hierdoor ging Lohr deel uitmaken van het keurvorstendom van de aartskanselier.

Artikel 24 van de Rijnbondakte van 12 juli 1806 stelde het graafschap Rieneck onder de soevereiniteit van de vorst-primaat: de mediatisering. Hiermee waren beide delen herenigd in één staat.

Met het toekennen door het Congres van Wenen in 1815 van het groothertogdom Frankfurt aan het koninkrijk Beieren, kwam ook het voormalige graafschap Rieneck aan Beieren.

Regenten bewerken

regering naam geboren overleden familie
1673-1683 Johan Hartwig 1610 24-3-1683
1683-1736 Anton Johan 30-10-1736 zoon
1736-1765 Frans Wenzel 1692/7 19-9-1765 zoon van oudere broer
1765-1794 Frans Anton Philips 17-5-1725 29-9-1794 zoon
1765-1796 Frederik Maurits 4-12-1728 19-11-1796 broer
1794-1806 Frederik Maria Chrysoganus 24-11-1762 9-4-1819 zoon van Frans Anton Philips