Graafschap Geleen en Amstenrade

Het graafschap Geleen (vanaf 1664: het graafschap Geleen en Amstenrade) werd op 16 mei 1654 door koning Filips IV van Spanje verheven en bestond uit de voormalige heerlijkheid Geleen, waartoe ook Spaubeek behoorde, en het kasteel Sint-Jansgeleen dat het bestuurscentrum van het graafschap werd.

Graafschap Geleen, vanaf 1664: graafschap Geleen en Amstenrade
Land binnen het Heilige Roomse Rijk
 Heerlijkheid Geleen
 Heerlijkheid Amstenrade
 Heerlijkheid Brunssum
1654 – 1794
Algemene gegevens
Hoofdstad Geleen
Talen Nieuwnederlands, Limburgs
Religie(s) Christendom
Regering
Regeringsvorm Graafschap
Staatshoofd Graaf
Voorgaande en opvolgende staten

Heerlijkheid Geleen Heerlijkheid Geleen
Heerlijkheid Amstenrade Heerlijkheid Amstenrade
Heerlijkheid Brunssum Heerlijkheid Brunssum







Geleen Geleen
Brunssum Brunssum
Amstenrade Amstenrade
Oirsbeek Oirsbeek
Spaubeek Spaubeek
Schinveld Schinveld
Bingelrade Bingelrade
Jabeek Jabeek
Merkelbeek Merkelbeek




Het graafschap lag, sinds het Partagetraktaat van 1661, in het Spaanse deel van de Landen van Overmaas in de Zuidelijke Nederlanden dat een onderdeel was het Heilige Roomse Rijk.

Geschiedenis bewerken

Van heerlijkheid Geleen naar graafschap Geleen bewerken

Op 20 januari 1558 verhief koning Filips II van Spanje de kerspels Geleen en Spaubeek, met het kasteel Sint-Jansgeleen en de daarbij behorende grond, tezamen tot de heerlijkheid Geleen. Vanaf dit moment had Geleen een eigen lokale Heer. De eerste Heer van Geleen was Arnold II Huyn van Amstenrade. Zijn nazaten bleven eigenaar van deze heerlijkheid tot de oprichting van het graafschap Geleen in 1654.

Van heerlijkheden Oirsbeek en Brunssum naar graafschap Geleen en Amstenrade bewerken

In 1609 werd de schepenbank van Oirsbeek, bestaande uit Oirsbeek, Amstenrade, Bingelrade en Merkelbeek, en de schepenbank van Brunssum, bestaande uit Brunssum, Schinveld en Jabeek, door de Spaanse regering verpand aan Arnold III Huyn van Geleen. Vanaf 1557 waren deze reeds verheven tot de heerlijkheden Oirsbeek en Brunssum.
In 1610 droeg Arnold III de heerlijkheid Oirsbeek en de heerlijkheid Brunssum over aan zijn neef Werner Huyn van Amstenrade. Deze heerlijkheden werden later, in 1654, samen met de heerlijkheid Geleen verheven worden tot een graafschap: het graafschap van Geleen en Amstenrade.

Op 20 december 1663 werden de heerlijkheden Oirsbeek en Brunssum bij Geleen gevoegd. Op 26 februari 1664 werd het uitgebreide graafschap te Brussel verheven. Hiermee werd Arnold V Wolfgang Huyn van Geleen graaf van Geleen en Amstenrade. Ook voor het graafschap Geleen en Amstenrade bleef Kasteel Sint-Jansgeleen het bestuurscentrum. Echter doordat Kasteel Amstenrade niet alleen het stamslot van alle Huyns was, maar ook de voornaamste verblijfplaats was van het grafelijk gezin en doordat het meer centraal gelegen was, werd het meer geschikt om als castrum officiale van het hele gebied te fungeren. Hierdoor kreeg Kasteel Amstenrade een zeker overwicht op Kasteel Jansgeleen[1].

Het is opmerkelijk dat men toen ging spreken over het graafschap Geleen en Amstenrade. Het zou logischer zijn geweest om het graafschap Geleen, Oirsbeek en Brunssum te noemen, naar de plaatsen waar de rechtbanken gevestigd waren.

Bestuurders bewerken

Graven bewerken

Het graafschap kende de volgende graven:

Van Tot Graaf Opmerking
1654 1668 Arnold V Wolfgang Huyn van Geleen Tot 1664 graaf van het graafschap Geleen, daarna van het graafschap Geleen en Amstenrade.
1668 1732 Maria Dorothea, prinses van Salm Verkrijging door vererving, na het overlijden van haar grootvader Arnold V Wolfgang Huyn van Geleen.
1732 1740 Élisabeth Alexandrine, prinses van Salm Nicht van Maria-Dorothea van Salm. Zij verkrijgt het graafschap door vererving. Zij huwde met Claudius Lamoraal II, prins De Ligne.
1740 1767 Claudius (Claude, Karel) Lamoraal II, prins de Ligne Verkrijging door het overlijden van zijn echtgenote Élisabeth Alexandrine van Salm.
1767 1779 Charles-Joseph, prins de Ligne Verkrijging door vererving na het overlijden van zijn vader Claudius de Ligne.
1779 1784 Nicolaas de Willems Verkoop van het graafschap door Charles-Joseph de Ligne aan Nicolaas de Willems, een rijke handelaar uit Luik.
1784 1788 Baronne Victoria de Hayme de Bomal Nicolaas de Willems vermaakte het graafschap aan zijn nicht Baronne de Hayme de Bomal, echtgenote van Romain Joseph, graaf de Marchant et d’Ansembourg.
1788 1794 Jean-Baptiste Marchant et d’Ansembourg Volgde zijn moeder Victoria de Hayme de Bomal op en werd de laatste graaf van het graafschap. Hij is de stamvader van de huidige graven de Marchant et d’Ansembourg, de huidige eigenaren van kasteel Amstenrade.

Drossaards bewerken

Het graafschap kende de volgende drossaards:

Van Tot Drossaard
1654 1683 Jan van den Stock
1683 1686 G. van Nierbeek
1686 1726 Gerard Duijker(s)
1726 1753 L. Duijker
1753 1764 Re(i)nier Corten
1764 1766 W. Franssen
1766 1783 Nicolaus Strens
1783 1794 Nicolaus Franciscus Josephus Strens

Opheffing van het graafschap bewerken

Met het einde van het ancien régime werd het graafschap in 1794 opgeheven. Dit ging per 1796 over naar de gemeente Geleen.

In 2001 ging Geleen samen met Sittard en Born op in de nieuwe gemeente Sittard-Geleen (oorspronkelijk gemeente Sittard-Geleen-Born genoemd).

Trivia bewerken

  • F.J. Leufkens (1890-1960) probeerde vanaf 1926 via diverse rechtszaken, publicaties en opeisingen als Vorst van Geleen te worden erkend, waarbij hij beweerde een afstammeling te zijn van de familie Huyn van Amstenrade. De rechtszaken werden niet in zijn voordeel beslecht. Ook heeft hij en zijn familie de erkenning nooit verkregen[2].