Gerard ter Borch (I)

Nederlands kunstschilder (1583-1662)

Gerard ter Borch, genoemd de Oude (Zwolle, 1582/1583 – aldaar, 20 april 1662), was een Nederlands kunstschilder. Hij was de vader van de beroemde schilder Gerard ter Borch de Jonge.

Gerard ter Borch (door zijn zoon Moses ter Borch, 1660)

Hij was de oudste zoon van Harmen ter Borch (1550-1634), 'licentiemeester der convooien' in Zwolle, en Catharina Colen (1557-1611). Van omstreeks 1604 tot 1612 woonde hij in Rome, waar hij talloze topografische schetsen maakte, vooral van antieke ruïnes. Daarnaast maake hij tekeningen van eigentijdse figuren in het Romeinse straatbeeld. In 1618 moest hij zijn loopbaan als kunstenaar opgeven. Hij verdiende zijn brood als convooi-en licentmeester[1] te Zwolle. Hij bleef echter het kunstenaarsvak bij de dertien kinderen die hij uit drie huwelijken kreeg stimuleren. Zijn vijf meest getalenteerde kinderen, Anna, Gesina, Harmen, Moses en Gerard, gaf hij persoonlijk les. Ook bewaarde hij veel van hun werk.

Zijn dochter Anna legde zich toe op het schoonschrijven en Gesina in het waterverftekenen. Het meest getalenteerd van de vijf was zijn zoon Gerard, die zich ontwikkelde tot een van de meest gevierde schilders van de Hollandse School. Naast werk van zijn kinderen verzamelde Ter Borch ook tekeningen en gravures van Italiaanse meesters en Haarlemse en Antwerpse graveurs.

Zie de categorie Gerard ter Borch (I) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.