Gebruiker:ThomasViaene/Kladblok

De Vikingen in de Lage Landen

bewerken

Door burgeroorlogen in Denemarken kwam er een stroom van outlaws op gang omstreeks 850. Deze Vikingen veroorzaakten een sterke toename van plunderingen in onze gebieden. Een van de eerste figuren was Asgeir die een uitvalbasis op Walcheren had. Ze werden ook wel eens Scaldingi of Schelde-Vikingen genoemd. Deze deden tijdens de afwezigheid van Rorik plundering in Dorestad, de Betuwe en Utrecht.

De plundering van Utrecht in 858 staat beschreven in de Oorkonde van Lotharius 2. De heilige kerk van Utrecht gewijd aan Sint Maarten werd verwoest. Vele kanunniken werden vermoord, zij die konden vluchten kregen onderdak in het Sint-Pietersklooster in Roermond. Ook de Hollandse kuststreek werd verwoest: in Noorderwijk werd priester Jeroen onthoofd omdat hij zijn geloof niet wou afzweren. In 859 plunderden ze de Betuwe en Brabant. In 860 voerden ze de IJzer op in West-Vlaanderen en plunderden ze de streek van Terwaan. In 863 plunderden ze Dorestad daarna vooral Frisia en het IJsselgebied. Na de komst van de Vlaamse graaf Boudewijn met de IJzeren Arm in 864 laten ze Vlaanderen met rust. Daarna vertrokken ze naar Engeland of de monding van de Seine en Loire.

In 867 kwam Lotharius 2 koning van Lotharingen zelf naar de Lage Landen om tegen de Vikingen te vechten. Ook de Kerk werd ingeschakeld: gelovigen in Lotharingen werden verplicht de kruisen te volgen tot de Heer te bidden en geen vlees en wijn tot zich te nemen. Lotharius schreef drie dagen van boetedoening voor. De gelovigen moesten voor de koning de overwinning op de barbaarse naties afsmeken. ‘ Blootshoofds, in zakken gehuld en barrevoets’ ging het volk in processie naar de kerk, litanieën en psalmen zingend. In 876 lukte het de West-Friezen om de Vikingen te verjagen, ze verdeelden de buit onder elkaar.

In 879 kwam het Grote Noormannenleger vanuit Engeland naar het Frankische Rijk, Godfried de Jongere was uit op een machtspositie in de Friese landen. Hierdoor lieten de plunderaars Frisia met rust. Ze ondernamen vooral plundertochten in Vlaanderen, Brabant en de Ardennen maar ook in Nijmegen, Zutphen en Deventer. De enige uitzondering was een aanval op het Oost-Friese Norderland in 884. Echter lukte dit niet, bisschop Rimbert voerde de christenen aan en ze verjaagden meer dan 10.000 Vikingen. Tot op vandaag wordt de heilige Rembertus gerespecteerd door de Friezen. De heuvel waarop hij bad terwijl er slag werd geleverd is bekend door het altijd groene gras. ( uit Adam van Bremen, Daden van de bisschoppen van de Hamburgse kerk)

Na de dood van Godfried de Jongere nam zijn vriend Siegfried wraak en plunderde Zutphen in 882, een plek waar de landbouwopbrengsten van de omliggende gebieden werd samengebracht. Archeologen vonden een groot aantal schedels en poten van afgeslachte runderen uit die periode.

Deventer dat toen even dienst deed als zetel van de Utrechtse bisschop werd in 882 in de as gelegd. Na 892 liepen de plunderingen van de Vikingen op hun einde in de Lage Landen. Ook in Vlaanderen zorgden de nakomelingen van Boudewijn met de IJzeren Arm, Boudewijn II de Kale en Arnulf I de Grote ervoor dat de Vikingen zich koest hielden. Zelfs in Normandië hadden de Vikingen schrik voor de Vlaamse graven.

bronnen: Luit van der Tuuk, Vikingen - Noormannen in de Lage Landen (Omniboek - Kampen), 2020 ISBN 978 94 019 0682 1