Chorographia?


Alexander Geubels Divina Palladis arte picturam superavit acus

Emigratie van Brusselse vaklui bewerken

Buitenlandse vorsten getroostten zich grote inspanningen om de befaamde Brusselse tapijtwevers te lokken. Reeds in de jaren 1430 trok Arnt van der Dussen naar Ferrara, Siena en Mantua, waar hij bekend werd als Rinaldo Gualtieri, genaamd Boteram. In 1535 lagen Jan Rost en Nicolaas Karcher mee aan de basis van de staatsmanufactuur van Firenze.

Het stadsbestuur liet niet zomaar toe dat buitenlandse vorsten Brusselse wevers aantrokken. Keurvorst Maximiliaan I van Beieren moest rond 1600 argumenteren dat Brussel wel 26 wevers naar Denemarken had laten vertrekken.[1]

Met allerlei voorrechten en toelagen bracht de Franse renaissancevorst Hendrik IV de Brusselaars Marc Coomans en Frans Van der Plancken ertoe om grote ateliers op te zetten in Parijs (Saint-Marcel), waar ze tapisseries de Bruxelles maakten. Tegelijk verbood Hendrik de invoer van buitenlandse wandtapijten (1607). Later centraliseerde minister Colbert de Parijse ateliers in de koninklijke Gobelinmanufactuur onder leiding van Charles Le Brun (1663). Van de vijf ateliers waren er twee basse lice en telkens was de chef een Brusselaar: Jean de la Croix (1663-1711) en Jean-Baptiste Mozin (1663-1693).[2]

Afzetterij bewerken

In de fijne wandtapijten opereerde de weefkunst op de grens van haar technische mogelijkheden. Het beeldvlak ontstond alleen door het kundig combineren van vooraf geverfde inslagdraden. De praktijk onstond om sommige delen na het weven bij te kleuren, het zogenaamde afsetten. Dit leidde tot misbruik waarbij men legwerk ging bijschilderen.[3] Tot op vandaag heeft 'afzetterij' een negatieve connotatie.

Opdrachtgevers en afzetkanalen bewerken

jaarbeurzen in Antwerpen, Brugge en Bergen-op-Zoom

Artistieke evolutie bewerken

vanaf ca. 1470 meer illusionisme: met een breder kleurenscala, fijnere hachures (trapsgewijs uitgevoerde verbindingen voor kleuren) en inspelend op de visuele effect van wol, zijde en metaaldraad: volumetrische figuren, complexe texturen, realistische landschappen. Variatie in kleurtonen werd bereikt door de intersectie van duizenden anders getinte kleurhachures.

Voetnoten bewerken

  1. Manfred Mayer, Geschichte der Wandteppichfabriken: des Wittelsbachischen Fuerstenhauses in Bayern, 1892, p. 40
  2. Guy Delmarcel (red.), Flemish Tapestry Weavers Abroad. Emigration and the Founding of Manufactories in Europe, 2002
  3. Sophie Scheebalg-Perelman, "Le retouchage dans la tapisserie bruxelloise, ou les origines de l'édit impérial de 1544", in: Annales de la Société royale d'Archéologie de Bruxelles, 1961, p. 191-210