Gebruiker:Eddmoos/Kladblok

Jan Daniël Boeke bewerken

Jan Daniël Boeke (Schagen, 25 januari 1921Amsterdam, 23 februari 1993), domineeszoon, geboren uit een geslacht van predikanten, pedagogen, actieve muziekliefhebbers en musici, was organist, koorleider en muziekpedagoog. Als kerkmusicus heeft hij een voorname rol gespeeld in de vernieuwingsbeweging inzake eredienst, liturgie en kerkzang binnen de protestantse kerken; tevens was hij een belangrijke actor in de eerste lichting musici zoals Gustave Leonhardt en Frans Brüggen, die in Nederland “oude muziek”: die uit de renaissance en de barok, weer onder de aandacht bracht.


Studie bewerken

Na in Haarlem het Christelijk Lyceum (gymnasium A) te hebben doorlopen studeerde hij van 1940 tot 1948 aan het Amsterdamse conservatorium orgel en koordirectie bij Anton van der Horst. In 1958 rondde hij nog de opleiding Schoolmuziek af aan het Utrechtse conservatorium, bij Chris Bos.

In 1946 is hij beslissend beïnvloed door uitvoeringen van en zijn studie bij de uit Nederland afkomstige Ina Lohr (1903-1983). Lohr was leider van de afdeling Haus- und Kirchenmusik aan de Zwitserse Schola Cantorum Basiliensis, sedert 1933 een broed- en kweekplaats van belangstelling voor oude muziek.

Lohr had in haar studie “Solmisation und Kirchentonarten” (1943) aandacht opgeroepen voor de kerktoonsoorten, voor de kracht en waarde van eenstemmigheid, èn voor de bijbehorende middeleeuwse zangpraktijk. Het werken vanuit hexachorden in plaats van de huidige majeur- en mineur toonladders blijkt wezenlijke consequenties te hebben voor de (ongetemporeerde) zuiverheid bij het zingen. Zij gaf in juli 1946 in Boekes woonplaats Haarlem voor de Vereeniging voor de Protestantsche Kerkmuziek een lezing ‘De liederen der Reformatoren en hun betekenis voor onze tijd’ (over de 16e-eeuwse Franse psalmen en Duitse liederen van de Reformatie). Alle toen actuele “verwarring over de vragen hoe muziek in de eredienst mocht of moest functioneren (gemeente, koor, orgel, voorganger) werd hier plotseling gerelativeerd door de klinkende kracht van een existentieel eenstemmig zingen”. Boeke was dermate enthousiast dat hij haar uitnodigde om bij hem thuis enkele werkgroepen voor belangstellende musici te verzorgen; bovendien heeft Lohr in Haarlem nog enkele jaren vervolgcursussen gegeven voor de Remonstrantse Kerk aldaar. In 1947 vertrok Jan Boeke zelf naar Basel, om daar een aantal maanden bij Lohr te studeren. Dat bleek een ervaring die bepalend was voor zijn verdere muzikale ontwikkeling. En nog in 1983 verzorgde hij met zijn leerling Henk van Benthem een vertaling en bewerking van Lohrs studie uit 1943: “Solmisatie en kerktoonsoorten”. (In 2005 is een nog meer op de Nederlandse situatie toegespitste bewerking van het boek van Lohr verschenen van de hand van Henk Waardenburg: “Mi Fa est tota Musica”).


Werkzaamheden bewerken

Al tijdens de oorlog (1942-1946) was Boeke te Culemborg cantor-organist van de protestantse St. Barbarakerk; van 1947-1959 vervulde hij die functie bij de Remonstrantse gemeente in Haarlem en vanaf 1967 tot 1989 in de Nieuwe Remonstrantse kerk te Amsterdam, zij het daar zonder een koor. Na een muziekdocentschap aan de Christelijke Kweekschool Jan van Nassau in Utrecht vanaf 1958 leidde Boeke sinds 1961 de pedagogische afdeling van het hoofdstedelijke Sweelinck Conservatorium, als hoofdvakdocent Schoolmuziek en Algemene Muzikale Vorming. Dat bracht een verhuizing van de domstad naar Amsterdam met zich mee. Na de fusie van het Amsterdamse conservatorium met het Muzieklyceum doceerde hij tot zijn afscheid in 1985 alleen nog Kerkmuziek en Hymnologie. Hij leidde in dat kader ook een klein koor en ensemble. Verder heeft Jan Boeke met Adriaan Schuurman cursussen gegeven tijdens zomerse kerkzangkampen van de ‘Jonge Kerk’, vanaf 1948 georganiseerd door de Nederlands Hervormde Kerk; in de jaren zestig heeft Henk Waardenburg hem daar opgevolgd.


Dirigentschappen bewerken

Reeds in 1946 had Anton Krelage hem gevraagd het dirigentschap over te nemen van het na de oorlog door hem opgerichte Amsterdams Kamerkoor, een amateurgezelschap van hoog niveau, waarmee in de loop der jaren regelmatig concerten werden gegeven alsook voor de VARA –radio werd gezongen. Van dit koor droeg Boeke eind 1967 de leiding over aan Koen Vermeij.

Na zijn terugkomst uit Basel in 1947 richtte Boeke zelf, samen met onder anderen Wil Waardenburg, Joke Fontijne-Koeyers en Willem Retze Talsma een ensemble voor oude muziek op: De reizende cantorij,. Dit gezelschap van zangers en instrumentalisten, iedereen solistisch, voerde zo tussen 1952 en 1957 in wisselende samenstelling muziek uit van tussen de vijftiende tot en met de zeventiende eeuw. Opnames werden verzorgd voor de NCRV en er werden concerten gegeven, onder meer in het grote vierkante trappenhuis van Boekes eigen Haarlemse woning: luisteraars op de traptreden (zelf kussens meenemen!), de musici in de hal.

Eveneens in de jaren vijftig verzorgde Boeke met het Haarlems Kamerkoor maandelijkse kerkmuziekavonden in de Waalse kerk aldaar, samen met de organist Dolf Hendrikse en de dirigent Maarten Kooy. Ook hier werd de heroriëntatie op liturgie en kerkmuziek zoals die in deze jaren in de protestantse kerken was gaan leven in praktijk gebracht. Melchior Franck, Heinrich Schütz, Cornelis Padbrué en andere oude meesters werden herontdekt en bleken in de eredienst prima te functioneren.


Concerten in diverse plaatsen en een reeks radio-uitzendingen, nu veelal voor de NCRV, verzorgde Boeke eveneens met zijn in 1957 opgerichte Nederlands Muziek College, een ensemble van merendeels professionele jonge zangers en instrumentalisten, onder wie musici die later naam hebben gemaakt. Vaak ook verleenden bevriende collega’s uit de oude-muziekbeweging daarbij hun medewerking. Het repertoire omvatte wereldlijke en geestelijke composities van o.a. Clemens non Papa, Lupus Hellinc, Sweelinck, Jacob van Eyck, Padbrué, Gabrieli, Monteverdi, Gibbons, Dowland, Morley, Lechner, Schein, Schütz, Krieger. Bespeeld werden onder meer blokfluiten, bombard, kromhoorn, gamba’s, orgel en spinet. Boeke deelde de leiding met de gambiste Veronika Hampe en Jeanette van Wingerden (blokfluit, kromhoorn).

In 1970 riep Boeke met de organist Bernard Winsemius het semiprofessionele Nederlands Kerkmuziek Gezelschap in leven, een ensemble van zangers en instrumentalisten, samengesteld uit leden van het Nederlands Muziek College en het kamerkoor van de Amsterdamse Vrije Universiteit. Dit gezelschap verzorgde maandelijkse Muzikale Vespers in de Amsterdamse Nieuwe Remonstrantse Kerk, vaak weer met medewerking van bevriende docenten en studenten van het conservatorium. In principe werd tijdens iedere dienst van die goedbezochte vesperdiensten, waarin ook een preek van ds. J. van Hille op het programma stond, de hele gezongen liturgie zoveel mogelijk aan één componist gewijd.

In 1973 taande de belangstelling voor deze religieuze bijeenkomsten, en dat had consequenties. Het ensemble nam nu ook wereldlijke muziek op het repertoire, en uit het koor werd een nieuw gezelschap gevormd: Cappella Amsterdam. Met dit nu overwegend professionele gezelschap heeft Boeke talrijke concerten kunnen geven in binnen- en buitenland (in diverse plaatsen in Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Italië, Polen; ook werd gezongen voor uitzendingen van het Oostenrijkse radiostation ORTF). Met deze groep heeft hij ook tal van zijn interpretaties kunnen vastleggen op grammofoonplaat en cd (Sweelinck, Schein, Psalmen, Kerstmuziek); belangrijke bijdragen op orgel leverde daarbij Bernard Winsemius. In 1990 droeg Boeke de leiding van het ensemble over aan Daniel Reuss, die als bas reeds jarenlang meezong in Cappella. Ten afscheid voerde Boeke met het koor Bachs Hohe Messe uit, door hem ervaren als het hoogtepunt in zijn carrière waar hij jaren naar toe had geleefd.

Hoewel ook werk uit latere perioden niet werd geschuwd (zoals onder meer van Diepenbrock, Debussy, Distler, Manneke), had het koor zich onder Boeke’s leiding aanvankelijk vooral toegelegd op het uitvoeren van 16e- en 17e-eeuwse muziek. Leidende gedachte was steeds de 17e-eeuwse muziekpraktijk: de muziek als dienares van het woord. Het zuivere eenstemmig zingen bleef van even grote waarde als meerstemmigheid. Principieel tekstgericht werkend stelde Boeke daarbij, zoals ook eerder in zijn koorleiderspraktijk, Jan Pieterszoon Sweelinck centraal. Hoe onvergetelijk Jan Boeke diens werken bleek te hebben kunnen introduceren bij zijn zangers blijkt expliciet uit Harry van der Kamps opdracht van en Jurjen Vis’ essay bij het Sweelinck Monument (Glossa 2010), gerealiseerd door het Gesualdo Consort onder leiding van Harry van de Kamp; beiden waren zanger geweest in Cappella Amsterdam.


Betekenis bewerken

Behalve op strikt muzikaal gebied is het werk van Jan Boeke ook anderszins van betekenis geweest. Hij was een principieel mens, als musicus, als docent en collega, maar evenzeer sociaal en maatschappelijk; dat deed hem radicaal kiezen voor vredesbeweging en tegen kernbewapening.

Maar vooral ook lag zijn betekenis in zijn voortdurend en doordacht streven om mèt de muziek verantwoorde vormgeving te vinden voor de al sinds de jaren dertig ook interkerkelijk op gang gekomen vernieuwingen in protestantse liturgie, eredienst en gemeentezang. Hij was in 1950, toen de vanaf 1935 functionerende Vereeniging voor Protestantsche Kerkmuziek werd opgeheven, een der oprichters van het protestantse Centrum voor de Kerkzang en tot 1956 daarbinnen zeer actief als voorzitter. In die functie “heeft hij er veel toe bijgedragen dat protestants Nederland een cantorijenland werd”; hij “was een der eersten die in Nederland de kerkmuzikale schat van de muziek van Heinrich Schütz en diens tijdgenoten heeft ontsloten”. Tal van uitgaven, werkgroepen en cursussen zijn vanaf begin jaren vijftig verzorgd, de laatste soms met docenten als Ina Lohr, Wilhelm Ehmann, Oskar Söhngen, Helmut Bornefeld, Siegfried Reda, Heinz Werner Zimmermann, Ton de Leeuw en Pierre Pidoux.

Ook na 1956 bleef Boeke op dit terrein zeer betrokken. Met o.a. Jan van Biezen (begin jaren vijftig een jeugdig deelnemer aan muziekkampen van de ‘Jonge Kerk’) en Gerrit de Marez Oyens nam Boeke zitting in de Muziekcommissie ter voorbereiding van het Liedboek voor de Kerken. In die uitgave (1973), samenwerkingsproduct van praktisch alle protestantse denominaties, kwamen van zijn hand drie melodieën; de structuur daarvan stoelt duidelijk op het werken met hexachorden.

Op buitenkerkelijk muziekpedagogisch terrein was Jan Boeke eveneens actief, en dat niet alleen als docent Schoolmuziek. Van hem verschenen talrijke liedzettingen, onder meer in de muziekbijlagen van het blad van de Vereniging voor Huismuziek. Vele malen werkte hij ook mee aan cursussen van die organisatie.

In 1956 was hij voor de protestantse jeugdbeweging editeur van de CJVF/CJMV liederenbundel “Vrolijk zingen wij”. In 1973-1974 stelde hij met drie andere deskundigen (dr. Gert Helmer, Renske Nieweg, Frits de Nijs) op verzoek van de uitgeverij De Toorts (Haarlem) een rapport samen “over de gewenste en noodzakelijke veranderingen in selectie, tekst en muzieknotatie” van de gerenommeerde bundel “Nederlands Volkslied” van Jop Pollmann en Piet Tiggers (1e druk 1941); dit ten behoeve van de herziene door drie van hen verzorgde 19e druk van die bundel (1977).


Laatste jaren bewerken

Na zijn afscheid van het conservatorium in 1985 was Boeke muziekpedagogisch nog actief bij de Oude Muziek Festivals te Sopon in Hongarije. Hem was eind jaren tachtig gevraagd om in Enschede te werken met een plaatselijk en een daar te gast zijnd kamerkoor uit Szombáthely (Hongarije), dat onder leiding stond van Isztván Deáky. Een daarbij aanwezige, enthousiaste Hongaarse producent van grammofoonplaten nodigde Jan vervolgens uit om in Sopon met een kamerkoor te gaan werken. Die repetities werden als een soort masterclasses bijgewoond door een aantal Hongaarse koordirigenten. In 1995, een jaar na Boekes dood, verzorgde het koor Van Deáky in Hongarije een herdenkingsconcert.

In 1993 overleed Boeke onverwacht aan een hartfalen. Hij werd onder meer herdacht met een concert onder leiding van Ivan Fischer, inmiddels Boeke’s ex-schoonzoon, met wie altijd een goed contact in stand was gebleven. Nog op 28 mei 1997 vond in de Oude Kerk te Amsterdam een concert In Memoriam Jan Boeke plaats, waarin de Nederlandse Bachvereniging onder leiding van Ivan Fischer Bachs Hohe Messe ten gehore bracht.

Jan Boeke was sedert 1946 gehuwd met de zangeres Riek Ruinen, met wie hij twee zoons en drie dochters kreeg. Een van die dochters is de blokfluitiste en muziekdocente Anneke Boeke


BRONNEN bewerken

  • Jurjen Vis : “Jan Daniël Boeke. Middelaar in muzikale tradities” (afgedrukt in Het Sweelinck Monument . Complete Vocale Werken – Deel III, Glossa Music S.L., 2010 pp118 tm 122)
  • Hoesteksten bij de grammofoonplaten/cd:
  • J.P. Sweelinck (SCA 101-1) ;
  • Hodie Christus natus est. Muziek rond Kerstmis in de Nederlanden (SCA 101-2);
  • J.H. Schein Israëlsbrünnlein / Banchetto Musicale (SCA D108-1);
  • Psalms Palmen Psaumes (LBCD09 Lindenberg Boeken&Muziek 1989)
  • Annotatie m.b.t. Jan Boeke in Register van het Liedboek voor de kerken (1973), p746
  • Ongedateerd informatieblad van Cappella Amsterdam (vermoedelijk 1978 of 1979)
  • Krantenknipsels 1997
  • Frans Straatman in Trouw dd 2.3.1993: Zanger zocht in muziek kracht van het Woord. Jan Boeke 1921-1993
  • ANP-bericht dd 2.3.1993
  • H. van Benthem in Gregoriusblad juni 1993: In memoriam Jan Boeke
  • Mieke Breij in Organist en Eredienst april 1993: In memoriam Jan Boeke 1921-1993
  • P. Lindenberg in Lees- en Luisterpost Boeken en Muziek Rotterdam: Jan Boeke overleden
  • Tien jaar protestantse kerkmuziek Gedenkboekje ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Centrum voor de Kerkzang. - Stichting Centrum voor de kerkzang {Den Haag 1975]

Daarin o.m. p8 – p13 bijdrage door Jan Boeke: Centrum voor de Protestantse Kerkzang 1950-1955

  • Gesprekken met Riek Boeke-Ruinen
  • Mededelingen van Koen Vermeij, Henk Waardenburg en (Amersfoort 2009:) wijlen Miep Zijlstra.
  • Miep Zijlstra: Muziekvespers in Amsterdam. IN: Mens en Melodie 1972, p 108-110.
  • Miep Zijlstra: Zestiende-eeuwse koormuziek. Een STIMU-weekeinde voor koorleiders. IN: Mens en Melodie 1975, p18-20
  • Eigen ervaring met Jan Boeke.

Externe links: bewerken

OVER INA LOHR: