Gebruiker:Benedict Wydooghe/Evoluties in het welzijns- en veiligheidsdenken deel3

HOOFDSTUK III. KLASSIEKE OUDHEID

1.000 VC - 476 NA
Oswald Spengler (1880-1936) was een Duits geschiedfilosoof en cultuurhistoricus. Hij schreef in 1918 en 1922 zijn tweedelige De ondergang van het Avondland vol pessimisme over de westerse geschiedenis. Het maakte hem tot een van de grondleggers van het cultuurpessimisme. Spengler zag af van elk vooruitgangsidee, wat de nationaalsocialisten hem kwalijk namen.
De bas-reliëfs van de zuil van Trajanus zijn erg gedetailleerd met hun 5 centimeter diepte. Er zijn 2500 mensen afgebeeld die geen 'realistische' oorlog maar een episch spel tonen. De keizer is zestig keer te zien, echter nooit tijdens een gevecht. De zuil is een topbron voor de Romeinse legerkennis.

.

Bestaat er een logica in de geschiedenis? Bestaat er naast al het toevallige en onberekenbare van de afzonderlijke gebeurtenissen een metafysische structuur van de historische mensheid, die in essentie onafhankelijk is van de alom zichtbare, populaire, geestelijk-politieke oppervlaktestructuren?

— Oswald Spengler

.

De geschiedenis herhaalt zichzelf, maar nooit op dezelfde manier. Er zit een bepaalde regelmaat in, een zeker cyclisch patroon, maar elke golfslag is net anders, elke ronde heeft toch telkens zijn eigen karakteristieken. Zoals een voetbalwedstrijd steeds dezelfde regels volgt (hoewel de regels af en toe veranderen) maar geen enkele wedstrijd exact hetzelfde verloop kent, laat staan dat hij voorspelbaar zou zijn.

— Luc Goeteyn & Chris Jacobson

.

De Romeinen, die vanaf het begin hun invloed over heel Italië uitbreidden, konden zich nooit beroepen op de waanbeelden van raszuiverheid die later de wijze gingen besmetten waarop de Germanen over zichzelf dachten.

Robert Hughes, in: Rome: A culural, visual, and personal history (2011)

.

Het is vrij gemakkelijk het verleden in een vorm te gieten die ons goed uitkomt en dat verleden dan toegankelijk maakt. Maar de oude wereld zat veel ingewikkelder in elkaar en kende veel meer dwarsverbindingen dan we soms geneigd zijn te denken. Als men Rome beschouwt als de progenitor of 'stamvader' van West-Europa, dan vergeet men dat de stad verbonden was met het oosten en in veel opzichten ook was gevormd door oosterse invloeden. De wereld van de oudheid heeft in sterke mate de wereld bepaald zoals we die tegenwoordig kennen - dynamisch, strijdvaardig, efficiënt en energiek.


Cultuurpessimist Oswald Spengler bewerken

.

De pessimist bewerken

.

Oswald Spenglers cultuurgenese vergelijkt culturen met individuen: ze groeien op, worden volwassen en sterven. Aan de hand van de evolutie van beschavingen zoals de Egyptische, de Chinese, de Indiaans-Mexicaanse en de klassieke of Grieks-Romeinse) illustreert hij die theorie. De theorie is een reactie tegen de traditionele 'maakbare' Europese cultuur- en geschiedsopvattingen van de verlichting, de renaissance en het Christendom. De rationele samenleving zal stuk lopen. Spengler leefde de laatste jaren van zijn leven vereenzaamd in Hitlers favoriete stad München. Kort voor zijn dood in 1936 schreef hij dat het Duitse rijk binnen het decennium zou verdwijnen.[1]

.

.

Beschavingen komen en gaan bewerken

Nederzettingen groeien uit tot dorpen of ze verdwijnen. Dorpen groeien uit tot steden of ze verdwijnen. Steden groeien uit tot stadstaten of ze verdwijnen. Stadstaten groeien uit tot rijken. Of ze verdwijnen.

.

(Niet compleet overzicht.)

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

BEELDFRAGMENT HET OUDE EGYPTE

.

BEELDFRAGMENT HET OUDE GRIEKENLAND

.

GELUIDSFRAGMENT PANDEMIEËN IN HET OUDE ROME

.

Fernand Braudel over het ontstaan van een beschaving bewerken

 
Gedenkplaat in Parijs, Rue Brillat-Savarin 59.
 
Het relief van de Middelandse zee vraagt toch enige studie...
 
Het verdrag van Kadesh in 1258. Is dit de oudste grensbepaling die we kennen?

De Middellandse zee bewerken

De historicus Fernand Braudel was zijn leven lang begaan met de geschiedenis van de Middellandse zee. Die leverde hem zijn drietrapsmodel op, bestaande uit structuur, conjunctuur en evenement. Met andere woorden: de geografie bepaalt de economie en de economie bepaalt het sociale, zo klinkt zijn redenering. De theorie is in tijden van klimaatsverandering misschien beter van onder het stof te halen. In de opening van zijn bekende trilogie uit 1949 benadrukt Braudel dat de Middellandse Zee - daar waar 'onze' Oudheid ontstaat - een door hoge, brede en lange bergen omsloten zee is, op een paar open plekken en de Saharawoestijn na, een relatief voorspelbare binnenzee overigens, met weinig getij die haar zeer bevaarbaar maakt. Historici merken dit feit nauwelijks op.[2] Het gaat om de Spaanse Cordillera, de bergen van Libanon, de Anatolische bergen, de Kaukasus, de Atlas, het Dinarische gebergte, de Apennijnen, de Pyreneeën en de Alpen. Hij schrijft het zo: 'Het landschap van de Middellandse Zee bestaat dus niet alleen uit wijngaarden, olijfgaarden en tot steden uitgegroeide dorpen - dit is louter franje. Dichtbij, als het ware tegen de zee aangeplakt, liggen de hoge, opeengepakte bergen, een wereld met weinig huizen of gehuchten, maar met talloze hoge moeren en steile noordwanden waar niets meer doet denken aan dat deel van de Middelandse Zee waar de sinaasappelbomen groeien. De winters zijn er streng. Sneeuw valt er in overvloed, ook toen Leo Africanus in de winter door de Marokaanse Atlas trok en ongelukkigerwijze van al zijn bagage en kleren werd beroofd.'[3]

Sneeuwwater bewerken

Het sneeuwwater en het ijs, zo ontdekte Braudel liet men niet onbenut. 'In het zestiende-eeuwse Turkije was sneeuwwater niet louter aan de rijken voorbehouden. In Konstantinopel, maar ook elders zoals in het Syrische Tripoli, schreven reizigers over kooplieden die voor weinig geld sneeuwwater, stukken ijs en waterijs verkochten. (...) In het hart van het warme Middelandse-Zeegebied vormen deze besneeuwde gebieden een uniek fenomeen.' Een tegenstelling die met een wantrouwen gepaard gaat, ontstaat tussen de mensen in de laagvlakte en die in de hoger gelegen gebieden.[4] Lichtvoetig als berggeiten zakken ze de heuvels af om te stelen, schrijft een reiziger in de twaalfde eeuw. Het bergleven bleef achter op dat in de vlakte, de beschaving drong er niet door. Als bewijs haalt Braudel het gemak aan waarmee de nieuwe religies terrein winnen en hoe de bergen een paradijs blijven voor het boerenbijgeloof. De bergen zijn een geliefd oord voor een afwijkende cultuur uit een ver verleden. Die cultuur in de laagvlakte plukte de vruchten van haar centrale ligging tussen Europa, Azië en Afrika en hield stand tot na de renaissance en de reformatie. Toen verschoof het machtscentrum (daar waar beslissingen worden genomen en waar de rijkdom zich verzamelt) van de wereld aan de noordelijke Atlantische oceaan komt te liggen: Brugge, Antwerpen, Amsterdam met de gouden eeuw van de Hollanders, de Fransen onder Lodewijk XIV, het Engelse imperium in de negentiende eeuw. De twintigste eeuw hoorde Duits te worden, maar het liep anders en de Verenigde Staten domineerden de twintigste eeuw.

.

.

Het oude Rome voor Christus bewerken

 
Rome is volgens de legende gesticht door de tweeling Romulus en Remus in 753 v.Chr.. De legende komt van Marcus Terentius Varro (116-27 v.Chr.). De werkelijke geschiedenis over het ontstaan van Rome is complexer.
 
Jacques Louis David schildert in 1799 de Sabijnse maagdenroof. Deze een mythisch van net na de stichting van de stad Rome stelt dat de stad een toevluchtsoord was voor wie een nieuw leven wilde opbouwen. Bannelingen, vreemden, moordenaars, criminelen en gevluchte slaven deden Rome zo groeien dat de stad zich over vijf van de zeven heuvels uitbreidde. Romulus zag dat onder hen weinig vrouwen waren en organiseerde daarom de consualia ter ere van Consus. Hij nodigde het naburige Sabijnse volk uit. Die kwamen massaal, met hun dochters. Romulus' plan om de vrouwen mee te nemen naar Rome lukte. De Sabijnse mannen ontsnapten en bereiden zich voor op een oorlog. Bij hun terugkeer waren Sabijnse vrouwen niet langer maagden. Ze leefden in harmonie met hun nieuwe echtgenoot en hun kroost. Romeinen en Sabijnen legden hun geschil bij en Rome bleef groeien.
 
Hannibal, een briljant succesvol tegenstander van de Romeinen in de Tweede Punische Oorlog trok met zijn olifantenleger uit Iberia naar Italië over de Pyreneeën, de Rhône en de Alpen en behaalde er veel overwinningen. Uiteindelijk maakte Hannibal een eind aan zijn leven om niet aan Rome te worden uitgeleverd.
 
Corvus

.

Tiende eeuw bewerken

.

  • 999
    • Eerste nederzettingen in Rome.

.

Negende eeuw (899-800) bewerken

.

  • 899
    • Een uitzonderlijk natte periode zorgt ervoor dat de Assyriërs voor de komende twee eeuwen gronden bewerken in een voordien onvruchtbaar gebied en tot een bloeiende landbouweconomie en een compleet rijk komen.

.

  • 880
    • Fenicische kolonisten vertrekken uit Syrië en Libanon naar Noord-Afrika en stichten er Cartago en monopoliseren de zeehandel in de Middelandse zee.
    • Europese domesticatie van de kip.

.

  • 800
    • Vermelding van kaneel in het kruidboek van de Chinese Keizer Shennung en in het oude Egypte als ingrediënt van parfum.

.

Achtste eeuw (799-700) bewerken

.

776

.

  • De eerste olympische spelen in de Griekse stad Olympia. Meer dan een millennium zullen ze mensen sportief samenbrengen.

.

770

.

  • China kent het muntgeld.

.

753

.

750 jaar

.

  • Kelten trekken het huidige Frankrijk binnen en vestigen zich. De ijzertijd start er met wapens en voorwerpen, een stijgende aanwezigheid van ruiters en vorsten. Dit is de Hallstatt-periode.

.

745

.

  • De beroemde veldheer Tiglat-Pileser III creëert een professionele (betaalde en permanente) oorlogsmachine. Deze Assyrische koning is organiseert de samenwerking tussen de ruiterij en het voetvolk. Hij is berucht om zijn martelwerk en zijn executies, de verwoesting van stedelijke centra van opstandige vorstendommen en deportaties. Hij liet die steden in Assyrische stijl herbouwen met forten en een uniform belastingstelsel en dito dienstplicht, maten, gewichten en een religieuze cultus en het Aramees als taal. Zo verliezen de voormalige vorstendommen hun eigenheid.

.

743-732

.

  • Tiglat-Pileser onderneemt drie veldtochten in Syrië en Palestina. Hij verovert Arvad en Damascus en schenkt zo de stad Assur een wereldrijk.

.

727


Zevende eeuw (699-600) bewerken

.

  • Griekse steden gebruiken munten om te kopen en te verkopen.

.

  • 681
    • Aan de heerschappij van koning Sennacherib die sinds ca. 704 over het Assyrische rijk heerst, komt een einde. Hij leidde het rijk vanuit de stad Nineveh met een bevolking die meer dan 100.000 mensen telt - een van de grootste steden ter wereld. Hier liet hij ondergrondse aquaducten (qanaten) aanleggen om akkers, tuinen en parken te besproeien. Sommige assyriologen beweren dat het wereldwonder van de hangende tuinen van Babylon in Nineveh lagen. Het irrigatiesysteem is noodzakelijk, want de natte periode die omstreeks 900 aanbrak, loopt in deze jaren ten einde. Deze megadroogte zal voor de ondergang van het Assyrische rijk zorgen.

.

  • 650
    • Het Assyrische rijk kent zijn topdagen. Het heerst over Egypte, de Levant en Mesopotamië. Al driehonderd jaar lang leiden militaire overwinningen vanuit Noord-Irak tot de gebiedsuitbreiding. Vanaf nu gaat het bergaf: de opwarming van de streek leidt tot vee-sterfte en mislukte oogsten. De Assyrische vazallen, de Meden en de Babyloniërs, zetten druk.

.

  • 616
    • De Etruskische koning van Rome Tarquinius Priscus legt de Cloaca Maxima aan om vuil water af te voeren naar Tiber. De stadsuitbreiding maakt dat de natuurlijke afvoer niet volstaat. In de eerste eeuw zal de Cloaca Maxima overdekt worden als riool van Rome.

.

  • 612
    • Vijandelijke legers nemen de hoofdstad van het Assyrische rijk, Assoer, in. Het rijk verdwijnt.

.

  • Omstreeks 600
    • Domesticatie van de kip in het stroomgebied van de Rijn.

.

Zesde eeuw (599-500) bewerken

.

525
  • De Perzen zijn wereldheersers van de Middellandse zee tot in het centrum van Azië. In hun land van overvloed beschikken ze over een wegennetwerk dat de kust van Klein-Azië verbindt met Babylon en Persepolis. In één week tijd overbrugt een bericht 2.500 kilometer. Herodotus is er niet goed van, een ongeziene prestatie: hitte, sneeuw, regen of duisternis zijn geen hindernis voor de couriers. De religieuze verdraagzaamheid van de nieuwe leiders, de handelsakkoorden en het overnemen van gebruiken en gewoontes van lokale bevolkingen spelen een rol in de uitbreiding van het rijk.[5]

.

  • Perzië kampt met zijn nomadische Noorden en zijn wrede rituelen. Ze drinken vijandig bloed en kleden zich met hun scalpen. Als handelspartner zijn ze chaotisch en onvoorspelbaar. Ze leveren goede paarden.

.

510

.

.

509

.

.

Vijfde eeuw (499-400) bewerken

 
Herodotos, de vader van de geschiedschrijving.
 
Conficius: 'Het is beter een mijl te reizen dan duizend boeken te lezen.'
  • Ca. 499-450
    • In Vlaanderen komen minstens vier hoogteversterkingen of La Tène-forten. In Kessel-Lo bij Leuven, in Kester bij Brussel, in Kooigem bij Kortrijk en aan de Kemmelberg bij Ieper. De laatste nederzetting met een plateau van zes hectare domineert de omgeving en de IJzermonding en controleert de handel tussen kust en binnenland. De streek is rijk, geschikt voor landbouw, er is wijn, ijzererts- en zoutwinning. Ze blijft bewoond tot omstreeks 350. Op de Kemmelberg ligt een heuvelfort met grachten, wallen en houten omheiningen. Er is een grafheuvel, een ambachtszone voor pottenbakkers, het zogenaamde Kemmelaardewerk. De spectaculairste hoogteversterkingen zijn in Wallonië te vinden. In eentje ervan, in Buzenol (Montauban) is een grafmonument gevonden met op de achterkant een Gallo-Romeinse maaimachine, die door Plinius de Oudere beschrijft en gebruikt is bij de Trevieren.[6]
  • Ca. 480
    • Geboorte van Herodotos (+420), 'de vader van de geschiedschrijving'. Waarom is Herodotos de vader van de geschiedschrijving? 1. Hij schrijft als eerste een geschiedenis van de toenmalige wereld. Zijn Historiën of het 'Verslag van mijn onderzoek' gaat over zijn reizen door Griekenland, Anatolië, Opper-Egypte, Noord-Afrika, het Midden-Oosten, de Oekraïne en de Krim en West-Europa, Sicilië en Italië. 2. Herodotus doet beroep op en breekt met zijn voorgangers: hij onderscheidt de mythe van het 'menselijke' om tot een correcte geschiedschrijving te komen. Deze kritische analyse baseert hij op relevante mondelinge overleveringen én de toenmalige literatuur van de logografen zoals Hekataios van Milete die aardrijkskundige en antropologische invalshoeken hebben. 3. Herodotos wil oorzaken vinden en feiten verklaren. 4. Zijn werk houdt het midden tussen een reisverhaal met anekdoten en novellen en een objectievere geschiedschrijving waarbij 5. hij de Grieken en niet-Grieken vergelijkt als een etnoloog (comparatieve methode). 6. Dat alles verpakt hij in een verhaal, Herodotus is een begaafd verteller. In de Hellenistische periode structureren grammatici de Historiën in negen boeken, genoemd naar de negen Muzen.

.

  • 479
    • De Chinese filosoof Confucius (°551 VC) overlijdt.

.

  • Ca. 460
    • Staatsman Pericles, een leider van de stad Athene hervormt de stad tot een democratie.
    • Geboorte van Thucydides (+395), een historiograaf die de feiten aanschouwt als een gevolg van iets. De wil tot verklaren en begrijpen doet zijn intrede in de geschiedenis. Voor hem en voor Herodotos blijft de geschiedschrijving beperkt tot het pure beschrijven.


  • 450
    • La Tène-periode. Kelten verspreiden zich over Europa. Ambachtelijke bloei, introductie van de pottenbakkersschijf en munten en steden in Europa ten Noorden van de Alpen. De Ketel van Gundestrup is misschien het bekendste gedecoreerd vat uit deze periode (2de of 1e eeuw v.Chr.). De vondst (1891) in een veen nabij Gundestrup in het Deense Himmerland is te zien in Kopenhagen en toont volgens sommigen het hallucinerende Bilzekruid. Brouwers mengen het in hun bier omwille van het effect. Het keteltafereel toont de zaaddoosjes tussen een ruiter en een soldaat en naast muzikanten. Diende het als basis voor een toverdrank die krijgers moed geeft, de angst onderdrukt en ongevoelig maakt voor hun verwondingen?

.

  • Ca. 445
    • Herodotos vestigt zich in Athene waar hij lezingen houdt over zijn reizen en opgenomen wordt in de kring van intellectuelen rond de kring van Perikles en zijn vriend, de tragedieschrijver Sofocles. Geschiedenis en fictie, het blijft een eigenaardig duo, tot op heden.

.

  • 427

.

.

Vierde eeuw (399-300) bewerken

  • 399
    • Socrates drinkt de gifbeker in aanwezigheid van zijn vrienden. Hij is ter dood veroordeeld. Verbanning is de enige optie. FILM

.

.

.

.

.

.

  • 323
    • Alexander de Grote sterft op 11 juli in Babylon aan plotse koorts. Geen enkele bron bleef over. Als de jonge dertiger sterft, ontstaat een mythevorming. Zijn regionale gouverneurs krijgen zijn rijk in eigen handen.

.

.

  • 312
    • Opening van de Via Appia tussen Capua en Rome.
    • Het Romeinse aquaduct voorziet Rome van water. Dit is het eerste aquaduct van Rome, er zullen er nog tien volgen. Het woord is een samentrekking tussen het Latijnse 'aqua' (water) en 'ducere' (leiden). De Griekse historicus en geograaf Strabo vermeldt de verwaarloosde Griekse infrastructuur die de Romeinen innemen. De aanvoer van helder, stromend water voorziet Rome van een hygiënische infrastructuur, geavanceerde toiletten en hydraulica. Alhoewel daar niet altijd euforisch over te doen is. Keizer Marcus Aurelius (121-180) woorden liegen er niet om: 'Zoals jij het baden ervaart - olie, zweet, viezigheid, troebel water, alles walgelijk - zo is ieder stuk leven.' Op het hoogtepunt van het rijk kunnen 60.000 inwoners van Rome die inmiddels een miljoenenstad is - op het zelfde moment baden. Water maakte mensen in die context niet altijd schoon. De duizenden badgasten per dag wentelden zich in een bacteriebrij vol eitjes van parasieten en ziektekiemen. Archeologische vondsten laten zien dat Romeinen evenveel last hebben van luizen, vlooien en darmparasieten als de niet-bad culturen. De loodvergiftiging (veroorzaakt door het waterdicht maken van de aquaducten) ondermijnt het Romeinse immuunsysteem, dysenterie is nooit veraf en het warme water tast mogelijks de spermakwaliteit aan. Op een Romeins grafschrift staat te lezen 'baden, drank en venus, zij slopen onze lichamen, maar ze vormen de essentie van het leven.'[7] Behalve de aanvoer van vers water heeft een stad uiteraard behoefte aan de afvoer van vuil water. De Cloaca Maxima of de Grootste Riool biedt het water uit Rome een uitweg naar de Tiber. Die is in de 7e eeuw v.Chr. aangelegd als open riool en in de 1e eeuw v.Chr. overdekt om het terrein rond het Circus Maximus toegankelijk te houden. Sommige delen van Cloaca Maxima zijn nog in gebruik en de monding in de Tiber is nog te zien.

.

Kijken

.

.

Derde eeuw (299-200) bewerken

  • 264-241
    • Eerste Punische oorlog in een reeks van drie tegen Carthago. Inzet is de hegemonie over de Middelandse zee. Tot nu toe vermijden de Romeinen de zeevaart. Het is de uitvinding en de ontwikkeling van de corvus die de Romeinen succesrijk ten strijde doet trekken tegen Carthago.

.

  • 250
    • De Romeinen zorgen voor luchtvervuiling met lood en antimoon. De vervuiling zal pieken tot 120 na Christus. Met de langzame val van het Romeinse Rijk, verdwijnen de loodtoepassingen en de kennis over lood (het wordt gebruikt om vers water aan te voeren, in rioleringen, bij het maken van drinkbekers, kannen, borden, cosmetica, potloden en email op aardewerk).

.

  • 230
    • De eerste (zelfbenoemde) Chinese keizer, Shi Huangdi introduceert in zijn veroverde gebieden een standaard inzake het schrift, de maten en de gewichten.

.

  • 218-201
    • Hannibal Barkas (247-183), de Carthaagse generaal valt Italië binnen en begint de tweede Punische oorlog. Rome kent verschillende nederlagen.

.

Tweede eeuw (199-100) bewerken

Ca.160
  • ♣ De Romeinse consul en grootgrondbezitter Cato de Oude (234-149) publiceert De Agri Cultura een werkje ‘Over de landbouw’.

.

146

.

142
  • De Pons Aemilius (ook: Ponte Rotto) is de eerste stenen brug over de Tiber. Ze vervangt een houten brug uit 179.

.

100

.

Eerste eeuw (99-1) bewerken

 
Buste van Tusculum van Julius Caesar, waarschijnlijk het enige portret van Caesar uit zijn tijd. Archeologisch Museum, Turijn, Italië. Caesar is de eerste levende Romeinse keizer die zichzelf laat portretteren op een munt.
Rome, strijdvaardig en het oorlogsgeweld verheerlijkend, neemt kust-stadstaten in en beheerst halverwege de eerste eeuw de Westelijke Middellandse zee. Het leger perfectioneert en disciplineert zich. De ambitie richt zich op het Perzische oosten (dat blijft een moeilijke), de Egyptische graanschuur van Cleopatra en het Gallische Noorden waar Alexander de Grote twee eeuwen eerder zijn neus voor ophaalt omdat er niets te winnen is. Toen toonde onze regio de kenmerken van de 'pre-Romeinse La Tène-cultuur' zonder heuvelforten (gezien het vlakke land) en zonder verstedelijking (gezien het ontbreken van edel metaal waaruit men munten slaat). De economie bestaat uit landbouw, schapenteelt en visserij. De Vlaamse vissauzen zijn zo gegeerd dat handelaars ze naar alle windstreken uitvoeren.[8] Toch loopt het scenario stilaan anders. In 52 haalt Rome de buit uit onze streek binnen en onderwerpt ze steden, handelslui en vakmensen in het huidige Noord-Frankrijk, België, Nederland en West-Duitsland. De belastingen zijn zo lucratief dat Rome zijn goudprijs aanpast. Halverwege de eerste eeuw zijn er in Italië twee miljoen slaven, twintig procent van de totale populatie. Als in het eerste keizerlijke tijdperk iemand op het idee komt om hen tot een uniform te verplichten, wijst de senaat dat geschrokken af. Niemand wil - de Spartacusopstand indachtig - dat de slaven zouden beseffen hoe talrijk ze zijn.[9] In diezelfde periode valt Egypte als rijp fruit in hun handen. De graanprijs keldert en de Romeinse koopkracht stijgt. De veroveringen leiden tot meer inkomen voor Rome en maken de veroverde gebieden armer. Roomse rijken lopen met de gestolen welvaart weg, de politieke deelname is een zaak voor rijkelui die hun wereldbeeld danken aan gladiatorengevechten. Die tonen de Romeinse microkosmos met wilde dieren uit de veroverde gebieden, de heerschappij over naburige en verre volkeren en verheerlijken het gevecht, de eerzucht en de vernedering als ingrediënten in het idee van 'brood en spelen'.[10]

.

82

.

  • Rome telt 400.000 inwoners.

.

73-71

.

.

63

.


60

.

.

58-57

.

  • In 58 voor Christus leiden Caesars eerste veldtochten in Gallië tot weerstand in het land van de Belgae. Ambiorix vernedert de Romeinen door een anderhalf plunderend legioen uit te moorden ter bescherming van zijn graan. Hij redt zo zijn volk van de hongerdood, tot woede van een wraakzuchtige Julius Caesar.
  • In 57 onderwerpt Julius Caesar de Veneti en de andere Gallische stammen aan de Atlantische kust. De Veneti is een zeevarend volk dat in het huidige Bretagne en in de stad Vannes (Darioritum) woonde. Hun stevige zeilschepen weerstaan de Atlantische winden en golven.

.

ABRAHAM ORTELIUS. Belgii veteris typus, Amsterdam, 1584.

.

55

.

54
  • Caesar heeft het moeilijk om de regio van de Menapii in te nemen, de stam is hem te machtig en voert een guerrillaoorlog. Caesar verslaat hen in 52. Genocide vat zijn actie samen. De periode tot 70 na Christus heet in onze streken de vroeg Romeinse tijd. Van Romanisatie (het overnemen van de taal, de cultuur en de Romeinse gewoonten) is weinig sprake. De bloei van de Romeinse tijd situeert zich een eeuw later, tussen 70 en 275. Van dan af nemen de Menapii (de Gallische/Keltische stam uit het moerasgebied achter de Schelde) de Romeinse cultuur over. De periode na 275 is de Laat Romeinse tijd.

.

 
Belgica vlak vóór de inlijving van 52 voor Christus.
52
  • Julius Caesar verovert de rest van Gallië, het land van de Kelten. In zijn Commentarii Rerum in Gallia Gestarum, beter bekend als de bello Gallico deelt Caesar Gallia in drie: het gebied van de Aquitaniërs, dat van de Galliërs en Gallia Belgica. 'In hun eigen taal noemen ze zich Kelten, wij noemen hen Galliërs. Ze verschillen in taal, instellingen en wetten. De Galliërs worden door de rivier de Garonne van de Aquitanieërs en door de Marne en de Seine gescheiden. De Belgen zijn het moedigst van allemaal omdat ze het verst van de cultuur en bevolking van de provincie verwijderd zijn, omdat er weinig handelaars hen bezoeken (waardoor hun geest verwijfd zou raken) en omdat ze zich het dichtst bevinden bij de Germani, die over de Rhenus (Rijn) wonen en met wie ze oorlog voeren.'[11] In het noordelijke deel wonen de Belgen. Germaanse stammen bevolken het gebied. De Morini zijn een zeevolk dat langs de Noordzeekust en Pas de Calais leeft. Caesar heeft interesse in hun grondgebied omdat de overtocht naar Brittannië korter is dan in Bretagne. De Menapiërs leven in het noordwesten, rond de Schelde-, de Maas- en de Rijndelta. De Eburonen leven in de Maasvallei, de Nerviërs en de Atuatuci in de Maas- de Sambervallei, de Trevieren in het zuidoosten en de Frisii in het noorden. Nadien ontwikkelen de Lage Landen zich tot een uithoek van het Romeinse Rijk met de provincia Belgica tot aan de Rijn als een natuurlijke verdedigingslinie met Germania. In Belgica leggen de Romeinen een heerwegennetwerk voor hun troepen en de handel met als oost-westas de heirbaan Boulogne-Keulen. Hierlangs komen Romeinse villas en dorpen.

.

49
  • Burgeroorlog tussen Caesaer (Rome) en Pompeius (Pompeii). Als Caesar de Rubicon oversteekt spreekt hij de woorden Alea iacta est. De rivier vormt de grens tussen de Italiaanse gebieden en en Gallië.

.

48
  • In Alexandrië schaart Caesar zich aan de zijde van Cleopatra en strijdt tegen haar echtgenoot die tevens haar broer is, Ptolemaeus XIII.

.

47
  • Uit de relatie van Caesar en Cleopatra komt een zoon: Caesarion.

.

45
  • De Juliaanse kalender vervangt de Egyptische kalender. Een jaar telt gemiddeld 365,25 dagen met om de vier jaar een schrikkeldag. In 1582 zal de gregoriaanse kalender de tijd astronomisch nauwkeuriger berekenen door de jaren 1700, 1800, 1900, 2100, 2200 en 2300 als schrikkeljaren te schrappen (eeuwjaren die geen veelvoud zijn van 400). Caesar wordt alleenheerser of 'dictator perpetuus' en legt de basis voor de monarchie.

.

44
 
Moord op Julius Caesar, 44 VC. Stervend strekt hij zijn hand uit naar Brutus die als laatste zijn mes gebruikt, en roept 'Ook gij, Brutus, mijn zoon?' Brutus twijfelt of de moord gerechtvaardigd is. Schilderij van [https://en.wikipedia.org/wiki/Vincenzo_Camuccini Vincenzo Camuccini

.

.

  • Republikeinse senatoren waaronder Cassius en Brutus vermoorden Caesaer op 15 maart. Caesar spreekt zijn laatste woorden: 'Tu quoque fili mi' tot Brutus.

.

43

.

31
  • Ocavianus (later Augustus) laat zich princeps noemen en start het Principaat. Opvolgers nemen de titel over tot 284.

.

29
  • Vergilius publiceert Het boerenbedrijf.

.

27
  • Marcus Agrippa bouwt het eerste Pantheon. Het huidige Pantheon is gebouwd onder Hadrianus tussen 120 en 124.
  • Augustus, de geadopteerde zoon van Caesar, wordt keizer tot 14 N.C.


.

19
  • De Romeinse dichter Vergilius (°70VC) overlijdt. In zijn heldendicht Aeneis bezong hij Rome's oorsprong en verleden, het maakt hem even beroemd als Homerus met de Ilias en de Odyssee. De middeleeuwer zal Vergilius magische eigenschappen toekennen en van hem een tovenaar maken. Vergilius in de mand is een vaak terugkerend tafereel dat mannen moet waarschuwen tegen de verlokkingen van de vrouw. Volgens de legende verleidt de dochter van de Romeinse keizer Vergilius. Ze lokt hem haar torenkamer binnen door hem in een mand naar boven te hijsen. Halverweg laat ze hem bungelen, tot jolijt van de passanten.

.

17
  • Keizer Augustus kiest voor brood en spelen met offers, wagenrennen, jacht en toneel.

.

10
  • De Romeinen leggen oost-westheirbaan aan in Gallia Belgica van Boulogne-sur-Mer via Doornik, Valenciennes, Tongeren en Maastricht naar Keulen, de Via Belgica. Bij het latere Castellum Maastricht bouwen ze in het eerste kwart van de eerste eeuw (na C.) een brug over de Maas.

.

5-2

.

Beeldfragment: De universiteit van Vlaanderen. Heeft Jezus echt bestaan?

Kijken

.

.

Rome na Christus bewerken

 
Het oude Rome.

Eerste eeuw bewerken

 
Gekruisigde slaven in Rome van Fyodor Bronnikov, geschilderd in 1878. De Romeinen gebruiken de kruisiging bij niet-Romeinen, slaven, geminachte vijanden en criminelen als een oneervolle stervenswijze. Gekruisigden bleven aan het kruis hangen als dierenvoedsel. De invoering van het christendom als staatsgodsdienst schaft de kruisiging af.
 
Op de buiten van Pompeii staan Romeinse villa’s vol luxe. 'Villa dei Misteri', waarvan de eigenaar van de wijnbouw leeft, is genoemd naar de fresco’s die de inwijding tonen van een meisje in de mysteriën van Dionysus.

.

De eerste eeuw kenmerkt zich door de prille ontwikkeling van het Christendom, de uitbreiding en de hoogconjunctuur van het Romeinse Rijk. De politieke transformatie van republiek naar keizerrijk gaat gepaard met de Romanisering van onze streken en de oriëntatie op Azië. Daar, in een onbenullige provincie waar een gouverneur Pontius Pilatus zich te schande maakt, duikt een fel nieuw geloof op. De verbaasde Romeinse autoriteiten laten de vroege christenen gedijen. Hun verhalen gaan over woestijnen en hongersnood, overstromingen en droogte. Een politieke investering in dit geloof is (voorlopig) niet aan de orde. Geloofsovertuigingen installeren zich samen met militaire of diplomatische successen. Culturele superioriteit is simpel omdat ze de goddelijke goedkeuring geniet. Valse goden zorgen alleen voor ellende.[12]

.

.

5

.

  • Tiberius is de eerste Romein die overwintert in Germania en de Longobarden bevecht door met zijn vloot de Elbe op te schuimen.

.

  • ♣ In de Metamorfosen (een gedicht van vijftien boeken) beschrijft Oevidius of voluit Publius Ovidius Naso (43 v.Chr. - 17) de schepping en geschiedenis van de Griekse en Romeinse wereld. Hij voltooide het vermoedelijk in het jaar één. Daarin beschrijft hij de onmogelijke liefde tussen Pyramus en Thisbe uit Babylon waarbij een tuinmuur hen scheidt. De Romeinse schrijver Hyginus, een vriend van Ovidius beschreef hen eerder in de (1e eeuw v.Chr.). Het verhaal eindigt met de dood van de helden waarbij hun bloed de witte moerbeiboom bespat en de metamorfose ondergaat tot de rode moerbei.

.

12

.

  • De grens van het rijk breidt uit tot aan de Donau.

.

14

.

  • Tiberius is de tweede keizer tot 37. Onder zijn bewind kruisigen de Romeinen Christus.

.

30 (Ca.)

.

  • Terechtstelling van de Joodse prediker Jezus van Nazareth in Jerusalem in de hoofdstad van het Romeinse protectoraat in Palestina.

.

37
  • Het terreurbewind van Caligula duurt tot hij in 41 vermoord wordt nadat hij zijn paard tot consul wou benoemen. Als princeps van Rome begint zijn regering hoopvol. Na enige persoonlijke tegenslagen wordt hij een autocraat die vele senatoren willekeurig ter dood te veroordelen.

.

38

.

.

  • 43
    • Romeinen veroveren Zuid-Engeland. Ze gebruiken de kruising van twee heerbanen als uitvalsbasis: de heerbaan van Doornik naar Oudenburg (het voorportaal naar Engeland) en die van Tongeren naar Boulogne om hun troepen en logistiek aan te voeren. Dit is het machtigste leger ter wereld en de keizer is van de partij. De krijgsolifanten, de cavalier, de artillerie moeten indruk gemaakt hebben op de streekbewoners. Tegenwoordig heet dit kruispunt Kortrijk. Tot de opgravingen van 1950 en 1988 wist men nauwelijks iets over de Romeinse aanwezigheid in Kortrijk. In de jaren negentig laten laat-Romeinse bouwmaterialen uitschijnen dat op de site van de Onze-Lieve-Vrouwekerk ooit een badhuis stond. Archeologen stoten er op een strooizone van Romeins puin uit de vierde eeuw. Dat het grafelijk domein hier sinds de negende eeuw tot 1297 grote sier hield, dat er hier een enorme Franse dwangburcht stond omstreeks 1302, dat er een gravenkapel aangelegd werd en dat er een kerkhof was tot 1784, hield de archeologen niet tegen om bijna 32.000 Romeinse vondsten te registreren: dakpannen, verwarmingselementen, betonresten, frescofragmenten, hete luchtbuizen... Bevond er zich in Kortrijk een castellum? Voorlopig is daar geen antwoord op. Eenmaal in Engeland starten de Romeinen de bouw van de eerste stad op het eiland: Colchester. Over de eetgewoontes van de Romeinen die Engeland veroveren, schrijft Regula Ysewijn enkele erg interessante bladzijden.[13]

.

  • 44
    • Jakobus de Meerdere, een apostel van Jezus Christus, een van "de twaalf" wordt in Palestina onthoofd. Volgens de legende kwamen zijn stoffelijk resten in een stenen boot terecht waarin twee discipelen meereisden. Hun boot bereikte vanzelf de Galicische kust, waarna ze het lichaam begroeven in de berg Libredón. Over zijn graf verrees een basiliek.

.

  • Ca. 50
    • In boek XVI beschrijft Plinius de oudere het landschap van de Chauken tussen de Noordzee en de wouden waar bomen noch struiken groeien. Ze wonen er op terpen en gebruiken aarde als brandstof, volgens Plinius 'miserabele ras'. Het is een vroege beschrijving van Nederland. De Chauken vluchten voor de snel opkomende vloed op zelfgemaakte heuvels, ze lijden kou, houden geen vee en drinken regenwater uit kuilen. In die onmetelijke vlakte leven ze in hutten en 'lijken zij op zeelieden in schepen als het water het omringende land bedekt, maar op schipbreukelingen als het getij zich heeft teruggetrokken, en rond hun hutten vangen ze vis die probeert te ontsnappen met het aflopende getij. Het is voor hen niet mogelijk om kuddes te houden en te leven op melk zoals de omringende stammen, ze kunnen zelfs niet met wilde dieren vechten, omdat al het bosland ver weg ligt. Ze vlechten touwen van zegge en biezen van de moerassen om daarmee netten te kunnen uitzetten om vis te vangen, en zij graven modder op met hun handen en drogen het meer in de wind dan in de zon, en met aarde als brandstof verwarmen zij hun voedsel en hun eigen lichamen, bevroren in de noordenwind.'

.

  • 52
    • Het 50 kilometer lange aquaduct, de Pont du Gard, is klaar en start zijn waterlevering aan Nîmes. Met een verval van meer dan tien meter stroomt 35.000 kubiek water per dag de badhuizen, de bronnen en de fonteinen in. De kunstmatige waterloop steekt de rivier de Gardon over. 1000 arbeiders verplaatsten hiervoor 50.000 ton kalksteen.
 
Panoramisch zicht


.

  • 54
    • De zeventienjarige Nero komt aan de macht nadat Agrippina Claudius liet vermoorden.

.

  • 62
    • In Jeruzalem sterft Jacobus, de "broer van Jezus", Jakobus de Rechtvaardige, de Mindere of de jongere genoemd ter onderscheiding van Jakobus de Meerdere. Beiden worden genoemd als één van "de twaalf". De traditie van de Rooms-Katholieke Kerk neemt "broers en zussen van Jezus" niet letterlijk. De katholieke kerk aanvaardt het dogma dat Maria maagd bleef en interpreteert "broer" als "neef". Jakobus wordt niet meegeteld in de Heilige Familie.
    • Plinius de jongere (Ca. +113) wordt geboren in Como in Noord-Italië. Hij wordt een leerling van de pedagoog Quintilianus.

.

  • 64

.

.

.

  • 72
    • Start bouw Colosseum. De werken duren acht jaar.

.

  • 79
    • De Vesuvius vernietigt Pompeji. Dankzij de geschriften van Plinius de Jongere weten we de historiek hierover. Zijn adoptievader Plinius de oudere, eveneens Romeins letterkundige en amateur-wetenschapper kwam om het leven in de buurt door een aandoening aan zijn luchtwegen.

.

  • 70-100
    • In onze streken zorgt de Romeinse stabiliteit voor een dichtere bewoning en een demografische boom.
    • De Romeinse invloed ten gunste van het bevolkingscijfer zal een eeuw aanhouden en leidt tot een dichte bewoning, grafvelden en nederzettingen van Oudenburg in de richting van (het nog niet bestaande) Brugge. Er is intensieve akkerbouw, veeteelt, veen- en zoutwinning.
    • Bij deze romanisering vermengt de oorspronkelijke bevolking zich met de Romeinse immigranten. Tongeren (Atuatuca Tungrorum), Doornik (Turnacum) en Aarlen (Orolaunum) zijn steden met de burgerlijke en militaire functies. De aristocratie neemt er de Romeinse levenswijze over en verwerft burgerrechten. De macht van de druïdes krimpt en de Keltische goden krijgen een romaanse of christelijke (?) variant.

.

  • 80
    • Het Colosseum opent zijn deuren voor 50.000 bezoekers.

.

  • 97
    • Onder de nieuwe keizer Trajanus bereikt het rijk zijn voorlopige grootste omvang. Eind eerste eeuw, begin tweede eeuw bouwen christenen de eerste catacomben: de oudste zijn de catacombe van Domitilla en de catacombe van Priscilla.

.

Kijken

Tweede eeuw bewerken

 

Christenen leven in de afgelegen gebieden van het Romeinse Rijk. De staat wantrouwt hen omdat ze de cultus van de goddelijke keizer afwijzen. Als volwassene laten ze zich dopen en zweren ze hun Griekse en Romeinse goden af. Wrede vervolgingen - de Romeinse tegenreactie - dienen het volksvermaak en brengen duizenden Christenen om. Plinius de Jongere (Ca. 62 - Ca. 113) vraagt de keizer raad nadat hij enkelen van hen executeerde. Trajanus (53-117), raadt verdraagzaamheid aan. Tegen het einde van de eeuw komen er kinderdopen. De Romeinse vici in onze streken ervaren welvaart. Ze ontstaan tussen het jaar vijftig en het jaar 250. Het gaat om Kortrijk, Harelbeke, Wervik, Aardenburg en Gent. In Oudenburg, Brugge en Wenduine is er industriële activiteit. In Born, Nederlands-Limburg maakt een ambachtsman een bronzen beeldje met glaspasta van een haan. Althans, daar is hij gevonden. Het opschrift 'Arcuana' klinkt als een kraaiende haan en betekent in het Keltisch aankondiger en zanger.[14] In het Gallische Lyon moppert de eerste bisschop in de late eeuw dat hij Keltisch moet spreken en dat hij zijn Griekse moedertaal kwijt is. Nu overstromen de Vlaamse kust en Zeeland, dit is de tweede Duikerkse transgressie. Honderd jaar later, eind derde eeuw is het gebied ontvolkt. De overstromingen (en vreemde invasies) houden aan tot het begin van de zevende eeuw.[15]

.

.

.

  • 117: Hadrianus wordt keizer (tot 138) na het overlijden van Trajanus en stoot Dacië, het gebied ten Noorden van de Donau af en bouwt een muur van bijna vijfhonderd kilometer tussen de Donau en de Rijn.

.

.

  • 150-175: Langs de kust ontwikkelen het castellum Aardenburg en Oudenburg zich tot belangrijke militaire centra met een weg ertussen. Oudenburg is het voorportaal naar Brittannia. Andere steunpunten bevinden zich in Maldegem, Aalter, Kortrijk en mogelijks Torhout. Ze moeten het hoofd bieden aan de instabiele regio. De legerkampen liggen nabij getijdengeulen aan de zee of aan waterwegen. Archeologen zien een verband tussen een bevolkingsdaling, het verlaten van de boerderijen en de komst van deze legerkampen.

.

.

  • 165-180: Miljoenen Romeinen sterven aan de Plaag van Antionus, een pokkenepidemie.

.

  • Eind tweede eeuw: Langs een hoge zandrug en strategischer dan Brugge groeit Oudenburg als een schiereiland uit tot een omvangrijke agglomeratie met een Romeinse legereenheid van 500 manschappen. De houten kazerne is op een lange dagmars verwijderd van Aardenburg en moet de zeehandel beschermen. De houten constructies van de kazerne kennen vanaf 260 stenen versterkingen. De Romeinen jagen in de omgeving op bevers, boom- en steenmarters, ree, edelhert, oerrunderen en everzwijn, de monniksgier, de raaf en uitzonderlijk oerrunderen en een bruine beer. Het zijn sporen die archeologen terugvonden in een waterput die getuigen van een ongerepte wildernis rond het Brugse.


.

.

Derde eeuw bewerken

In de derde eeuw zouden de Franken Tongeren hebben vernietigd.

 
De Heilige Cornelius, slachtoffer van de christenvervolgingen.

.

  • 235
    • In de komende halve eeuw volgen 31 keizers elkaar op.

.

  • 248
    • Duizend jaar Rome. Tijdgenoten getuigen dat er in dit jubeljaar meer dan duizend gladiatoren, nijlpaarden, leeuwen, giraffen en luipaarden in het Colosseum omkomen.

.

.

.

  • 253
    • Paus Cornelius wordt doodgemarteld als 21ste paus van de Katholieke Kerk. Hij was twee jaar in functie. De vervolging van de Christenen staan op scherp. Het is niet duidelijk of Cornelius omkwam door onthoofding of ontbering. Als attribuut draagt hij een hoorn (een Cornetje) wat wil zeggen 'sterk als een hoorn'. Men roept hem aan ter bescherming van boeren, rundvee en tegen epilepsie en overspel.

.

  • 258-59
    • De Franken steken de Rijn over nabij Keulen en zullen voor het jaar 275 door het huidige België trekken.

.

  • 260
    • De door Hadrianus aangelegde gordel van wallen en forten tussen de Donau en de Rijn is een eeuw oud en gaat voor de bijl.
    • In onze streek zorgt Postumus (260-274, door zijn legioenen bij de Rijn tot keizer van het Gallische rijk benoemd) voor een kustverdedigingssysteem tegen Germaanse invasies en piraterij. In de kazerne van Oudenburg, die nu in steen versterkt wordt, is er geen bemanning meer buiten de muren. Ook de vrouwen en de kinderen gaan binnen de muren van het Castellum wonen.

.

  • 270
    • De Goten vormen niet langer één stam. De Visigoten of Westgoten onderscheiden zich van de Ostrogoten of Oostgoten. Of de namen verwijzen naar hun territoria is niet zeker. Voor de Goten symboliseert de plaats waar de zon ondergaat (het westen) de dood. Het is onwaarschijnlijk om dat in de naamgeving op te nemen. 'Visi' betekent waarschijnlijk 'dapper' of 'wijs'. Het 'Oosten' daarentegen, de plaats van de zonsopgang symboliseert leven en is dus wel geschikt.

.

.

  • 273
    • Oudenburg helemaal verwoest. In deze periode, het laatste kwart van de derde eeuw, wordt de vicus van Ganda (Gent) verlaten.

.

  • 275
    • Invallen van de Franken in onze streken hebben (voorlopig) geen invloed op de militaire bezetting van de Romeinse legerkampen in Aardenburg (een Romeins legerkamp sinds 174) en Oudenburg. De invallen leiden wel tot politieke ontwrichting, het op de vlucht slaan van de burgerbevolking en een verarming van de boeren en de militairen buiten het kamp. Ze worden Bagaudae genoemd en zullen de streek een decennium teisteren, wat ertoe leidt dat de Romeinen hun forten verlaten in 285.

.

  • 284
    • Diocletianus, ooit een Romeins soldaat, wordt keizer tot 305. Hij zal de keizerlijke macht verdelen en herstelt (samen met de latere keizer Constantijn) het gezag in onze streken.

.

  • 285
    • Door de verwaarlozing van de dijkinfrastructuur die de zee reguleren, komt de Noordzee het binnenland in. Storm en springtij zetten de kustregio onder water: watergeulen leiden de zee tot in Koolkerke en de Rije in een Brugge dat nog niet bestaat. Doorheen de jaren raken de geulen dieper ingesneden en vergroten ze. Er komen slikken en schorren, eilandjes en getijdengeulen rond het voorheen geciviliseerde gebied. Het boslandschap herstelt zich na een eeuw ontbossing. Bewoonbaarheid en toegankelijkheid in onze streken (West-Vlaanderen) verdwijnen op enkele Romeinse en Germaanse kernen na. Het duurt tot de zevende eeuw voor er stabiliteit komt en de eerste kustnederzettingen zoals Dudzele, Mikhem en Cathem ontstaan.
    • De Romeinen verlaten hun forten in onze streek.

.

BEELDFRAGMENT SPOREN IN HET LANDSCHAP

.

286

.

  • Scheiding Oost en West Romeinse Rijk door Diocletianus. Diocletianus neemt de oostelijke gebieden, (zijn vriend) Maximianus de westelijke. Bij het begin van de vierde eeuw stelt hij twee onderkeizers aan. Dit is de periode van het viermanssysteem of de tetrarchie. In Rouen roept Carausius - een Menapiër uit Oost of West-Vlaanderen zichzelf uit tot keizer en laat munten slaan. In 293 wordt hij vermoord.

.

Eind derde eeuw

.

  • Het fort van Oudenburg is levenloos. Omstreeks 350 komen er nieuwe versterkingen onder Constantijn I, aan beide zijden van het Kanaal als onderdeel van het Litus Saxonicum.

.

Kijken

.

.

Vierde eeuw bewerken

 
Diocletianus de oude keizer, treedt af en trekt zich terug. In zijn paleis aan de Kroatische kust vindt hij in de jaren tot zijn dood in 311 rust in zijn moestuin. Bij het uitbreken van een burgeroorlog, vragen burgers hem zijn macht weer op te nemen. De zelf geplante boerenkool weerhoudt hem ervan. 'Ik zou willen dat je naar Salona kwam', schrijft hij aan een collega 'om te kijken naar de kool die ik plantte. Die is zo geweldig dat macht je nooit meer gaat verleiden.' De inspanning om het rijk te versterken, hebben hem uitgeput. Tuinieren is therapie. Twee eeuwen eerder liet keizer Augustus zich presenteren als een krijger, Diocletianus is tevreden met het imago van een boer. Is dit de symbolische aankondiging van een soldatenrijk dat transformeert? De reconstructie van het paleis van Diocletianus toont vier hoektorens, muurtorens (tot 22 meter hoog) en poorten. Het lijkt op de Romeinse castra en castella met een vierkant grondplan. De zuidelijke zeemuur is niet versterkt. De buitenmuren zijn 2,1 meter dik, gebouwd met blokken van een halve meter. Muurankers houden ze bij elkaar.

Het marginale Christendom in een zich uitbreidend rijk, is lang niet relevant. Het is hoogstens een protestbeweging of een sekte. Vanaf de vierde eeuw groeit de beweging dankzij de grensdreigingen. Het einde der tijden is voelbaar. Constantijn - de invloedrijke kerstende keizer - bekeert zich tot het Christendom nadat hij in 312 zijn rivaal Maxentius in centraal Italië aanvalt. Voor hij het slagveld opgaat, ziet hij 'kruisvormig licht'. Een jaar later, in 313 legaliseert het Edict van Milaan het christendom en komen er bisdommen met een militaire functie. Een decennium later wijst de keizer een havenstadje bij de oevers van de Bosporus aan om er het nieuwe Rome te vestigen. Daar, op het kruispunt van Europa en Azië komt er een stad die aangeeft wat er op het verlanglijstje het rijk staat: Perzië Op de muren van het oude Byzantium verrijst een metropool vol paleizen en een hippodroom, bestuurslichamen, instellingen en een senaat en vooral een stad die niet is bezoedeld door het heidendom. Het verbod op heidense altaren, beelden, tempels, waarzeggerij en orakels - de hoofdingrediënten van de Romeinse godsdienst - geven de vastberaden keizer de zegen van Gods. Nova Roma groeit uit tot Constantinopel en een strategische plek en een luisterpost met de blik en het oor op het welvarende Aziatische Oosten. De stad Rome richt zich op het Europese Westen. Beide steden zijn het politieke hart van het West- en het Oost Romeinse rijk. Hun spirituele centrum is Jerusalem. De stad ondergaat verbouwingen en opgravingen om de vroeg christelijke plekken aan het publiek te tonen en de duivelse oorden te verwijderen. Zo ontwikkelt het Christendom zich twee eeuwen na het hoogtepunt van het Romeinse Rijk. Dat kende tijdens de regeerperiode van Trajanus, van 98 tot 117 zijn grootste omvang. Het prille geloof vindt zijn sterkte in de Apocalypsgedachte. De naderende ondergang van het rijk stuurt de beweging. Het einde der tijden zal het West-Europese denken motiveren om zich bij de beweging aan te sluiten.[16] Vanaf de vierde eeuw doen de grensdreigingen het Christendom groeien. In Kortrijk verrijst een stenen castellum met de vermelding van de legereenheid Cortoriacenses. Zijn de soldaten Romeinse troepen of in de streek geronseld? Ze wonen waarschijnlijk op een zand-lemige helling bij de Leie aan de monding van de Groeningebeek en Klakkaersbeek. Ook de vesting in Harelbeke zal later uitgroeien tot grafelijke site.[17] Na de Germaanse invallen - een zeer sinds Caesar - tijdens de tweede helft van de derde eeuw, herbouwen de Romeinen hun fort in Oudenburg. Hun Litus Saxonicum is een vloot-ondersteunde kampenverdediging langs de Noordzeekust. Defensiekosten lopen stilaan uit de hand, de inkomsten uit belastingen nemen af en Rome lijkt niet langer geschikt als hoofdstad van een rijk dat in alle windrichtingen uitdijt.[18] De angst, de onzekerheid en de nervositeit zorgen ervoor dat op het einde van de eeuw de scheiding van het Oost en het West Romseinse rijk een feit is en dat het christelijke geloof Oosterse en een Westerse vorm krijgt.

.

300

.

  • De werken aan Paleis van Diocletianus in de Kroatische stad Split starten. Het is onzeker wanneer de bouw begint. De twaalf sfinxen in het complex suggereren 298, het jaar dat Diocletianus kunst uit Egypte overbrengt.

.

303

.

  • Diocletianus verwoest kerken en vervolgt Christenen.

.

305

.

.

306

.

.

 
Constantijn beëindigt met het Edict van Milaan de Christenvervolging en wordt de eerste christen-keizer, gedoopt op zijn sterfbed.

.

307

.

.

313

.

  • Constantijn beëindigt als keizer van het Westen, samen met Licinius, de keizer van het Oosten, met het Edict van Milaan de Christenvervolging en wordt de eerste christen-keizer en gedoopt op zijn sterfbed. Missionarissen gaan de bijbel verkondigen bij (vaak schriftloze) volkeren die het Latijn - nu dominanter dan het Grieks - niet begrijpen. Constantijn en Licinius zijn familie en streven de alleenheerschappij na. Vijf tot tien procent van de Romeinse bevolking is Christen, 250 jaar na de kruisiging.

.

314

.

  • Een gevecht tussen troepen de troepen van de beide keizers eindigt in het voordeel van Constantijn. In de jaren van de wapenstilstand bemoeiden beide keizers zich niet met elkaar. Constantijn, heeft zijn hoofdstad in Trier, houdt zich bezig met veldtochten tegen de Germanen. Licinius strijdt in Sirmium tegen de Goten. Beiden leggen zich toe op elkaar te verslaan.

.

317

.

  • De legers van Constantijn en Licinius raken in gevecht. Constantijn wint. Licinius mag keizer blijven (...).

.

324

.

  • Constantijn wijst het havenstadje Byzantium bij de Bosporus aan en beveelt bouwwerken om er de hoofdstad - het nieuwe Rome - van het Oost-Romeinse Rijk te vestigen.

.

325

.

.

.

326

.

.

330

.


.

Constantijn de Grote verplaatst op 11 mei de hoofdstad van het Romeinse rijk van Rome naar Byzantium (Constantinopel). Constntijn stelt zijn stedenbouwkundige ingreep voor als een goddelijke ingeving. Het strooit zout in de wonde die de Romeinse ondergang en die van de stad aan de Tiber begeleidt. Munten wijden Nova Roma in als een Christelijke kopie van het oude Rome dat grootser en rijker is dan haar voorbeeld.

.

333

.

.

335

.

.

343

.

Britannia krijgt aanvallen te verwerken van Picten, Schotten, Attacotti, Saksen en Friezen. Keizer Constans I versterkt aan hoofd van een troepenmacht de Britse linies.

.

350

.

  • Constantijn I versterkt beide zijden van het Kanaal als onderdeel van het Litus Saxonicum. Oudenburg maakt hier deel van uit. Na een korte onderbreking van bewoning in 380, zullen hier manschappen wonen die gaan vechten in Oost-Europa. Vanaf nu worden er paarden (duur!) gehouden. Geleidelijk aan zullen de Germanen, de Romeinen en de reizigers uit Brittannnia zich vermengen. In de late vierde eeuw is deze militaire post een geïsoleerd eilandje, de Franken bezetten de omliggende gebieden, Oudenburg Germaniseert en de vestingsbevolking eindigt als een dievenbende. Omstreeks 430 is het fort een ruïne.

.

354


.

357-358

.

De Salische Franken sluiten vrede met Rome en krijgen Taxandria (nu de Kempen) als woongebied.

.

360

.

Bouw van de eerste Hagia Sophia in Constantinopel onder keizer Constantius II.

.

361-363
  • Onder het bewind van keizer Julianus 'de afvallige' zijn er heropflakkeringen van de Christenvervolgingen. Julianus wil het heidense geloof nieuw leven inblazen.

.

364 en 367
  • Meldingen van zware aanvallen op Romeins Engeland. Deze barbaria conspiratio vernietigt de Romeinse troepen bijna. In het noorden zijn er bestormingen en doorbraken bij de muur, in het centrum komen foederati in opstand en Saksen vernietigen de oostelijke kustforten. Scottii vallen vanuit Ierland de westelijke kust aan.

.

368
  • Generaal Theodosius brengt Engeland onder controle en herstelt de orde. Ondanks de versterkingen krijgen Engeland en de Romeinse troepen daar de komende drie decennia te maken met politieke troebelen en onenigheid die leiden tot een kat en muisspel van strooptochten versus het Romeinse rust.

.

369 (Ca.)

.

  • Ulfilas vertaalt de bijbel naar het Gotische alfabet dat hij zelf bedacht om de Visigoten te kerstenen.

.

370
  • Hunnen vallen de Germaanse landen binnen.

.

372

.

.

.

375
  • De bijzonder koude winter duwt de Hunnen Westwaarts: een mensenmassa propt zich samen op de steppe in Oekraïne boven (huidig) Roemenië.

.

376

.

378

.

  • De steppenstammen nabij Mongolië en in de Centraal-Europese vlakten leven sinda het midden van de eeuw in chaos. De Hunnen gaan de steppe - de beste graslanden en de watervoorraden - beheersen. Er volgen volksverhuizingen die druk zetten op de Romeinse grens aan de Donau. De Hunnen hakken een Romeins leger en de keizer in de pan in 378 in de vlaktes van Thracië. Rome is bedreigd.

.

379-395

.

  • Keizer Theodosius I zorgt voor de administratieve scheiding van het West- en Oost-Romeinse Rijk en Rome en Perzië gaan een alliantie aan. Ze willen vermijden dat nomaden via de Kaukasus afzakken. Er komen Perzische fortificaties tussen de Zwarte en de Kaspische Zee. Een muur van tweehonderd kilometer lang en een vijf meter diepe gracht, dertig forten en dertigduizend soldaten moeten het Perzische binnenland beschermen. Rome stuurt geld en soldaten om het project te verwezenlijken. De Perzische muur zet druk op de Romeinse Rijngrens.

.

391

.

  • Het Christendom is de enige staatsgodsdienst onder Theodosius. De keizer verbiedt heidense tempels. Een jaar later komt een verbod op heidense godsdiensten en is er een korte hereniging van de oostelijke en westelijke delen.

.

395

.

  • Theodosius verdeelt het rijk definitief onder zijn zonen: Honorius krijgt het westelijk, Arcadius het oostelijk deel. Het Oost- en het West-Romeinse rijk zijn nu definitief gescheiden.

.

398

.

  • Aanval van de Picten op Britannia. De legeraanvoerder Stilicho trekt op om de aanval af te slaan.
Kijken

.

.

Vijfde eeuw bewerken

.

Aan de vooravond van de vijfde eeuw voltrekt zich de definitieve scheiding tussen Oost en West. De volksverhuizingen duwen de Germaanse stammen de Rijn over. Tegenover hen vinden ze een uitgeleefde staat met een zwakke grensverdediging die ten onder gaan aan interne tegenstellingen, een zwakke economie en onveiligheid. Het is trendy om de tijd omstreeks Romes plundering te beschrijven als een periode van transformatie én continuïteit in plaats van die te duiden als donker, warrig en woelig. En toch zijn de anarchie, de plunderingen en verkrachtingen die de eeuw typeren, als Goten, Alanen, Vandalen en Hunnen Europa en Noord Afrika verwoesten, niet te onderschatten. Het analfabetisme stijgt, stenen huizen en de langeafstandshandel verdwijnen. Voor de Germanen is het bij het begin van de eeuw moeilijk uit te maken voor wie ze vechten, voor of tegen de keizer. De invasies van 406 en 407 zijn geen strijd van Romeinen tegen de 'barbaren'. De infiltraties zijn al twee eeuwen bezig en het Romeinse leger is intussen sterk gegermaniseerd. De Germanen nemen met andere woorden het imperium van binnenuit over. In de tweede helft van de eeuw verdringen de Franken de Gallo-Romeinen uit Gallië en laten het terugvallen tot de prehistorie: geschreven bronnen verdwijnen. Tijdgenoten zijn in de war van de ondergang van de eeuwige wereldorde. De kerkelijke Salvianus ziet er een straffe gods in, de Byzantijnse historicus Zosimus wijt het aan de foute keuze van de nieuwe Christelijke god.[19]

 
In Rome versterkt keizer Honorius de Aureliaanse muur. De muur hoogt hij op tot elf meter en hij verstevigt de stadspoorten. De vijfde eeuw is begonnen.

.

401

.

  • De aanval op Italië evacueert een deel van de troepenmacht uit Britannia. Alanen, Vandalen en Sueven dringen Gallië binnen en de overgebleven legeronderdelen in Britannia komen in opstand. De Angelen en de Friezen, de Juten en de Saksen gebruiken de chaos om de Noordzee over te steken en zich in Zuid-Engeland te vestigen.

.

401-403

.

  • De Visigoten en Vandalen staan aan de Noord-Italiaanse grens. Bevelhebber Flavius Stilicho (ca. 365-408) stuurt hen weg. Als hij in 408 omkomt, stopt niemand de Visigoten. In Rome bouwt keizer Honorius de Engelenburcht (het Mausoleum van Hadrianus) om tot een stadsfort, hij verstevigt de stadspoorten en de Aureliaanse muur door ze op te hogen tot elf meter. De negentien kilometer lange muur is nauwelijks te verdedigen wegens een demografische krimp. Er zijn onvoldoende soldaten om ze te bemannen. Niettemin slagen de Goten en de Vandalen niet in doorbraakpogingen. Hun sloop van de aquaducten die de Romeinen van drinkwater voorzien, is listig en efficiënter. Even later zet de stad zijn poorten open.

.

402

.

  • Ravenna in Noord-Oost Italië vervangt Rome als hoofdstad uit voorzorgsmaatregel. Ravenna is door zijn water, beter te beschermen

.

405

.

.

406

.

  • Mesrop Majstots heeft zijn Armeense alfabet klaar. Later sticht hij scholen om te alfabetiseren en te evangeliseren. Hij vertaalt de Bijbel en missioneert en alfabetiseert Georgië en Kaukasisch Albanië die hij een aangepast alfabet geeft.

.

.

407

.

  • Constantijn II trekt zich terug uit Engeland en neemt de meeste Romeinse troepen mee. Zonder dat er een precies jaartal bekend is, verbergen ze hun metallurgische toptechnologie. In Schotland is een verstopte Romeinse ijzervoorraad ontdekt van zeven ton aan stalen en ijzeren spijkers. Hiermee zijn schepen en aquaducten te maken. De kennis over de ijzerproductie en hoe onbreekbare zwaarden te maken valt zo niet in vijandelijke handen. De ijzer-schaarste in Engeland leidt tot de legende van het onbreekbare zwaard van koning Arthur: Excalibur.

.

408

.

  • Alarik en de Visigoten bestormen Rome.

.

409

.

  • Volgens de berichten bevinden zich geen Romeinse troepen meer in Britannia. Achtergebleven Romeinen raken in afzondering, verdedigen zich of mengen zich met Saksen, Juten en Angelen die nu in grote aantallen de Noordzee oversteken en er zich vestigden. Steden en versterkingen vervallen.

.

410
  • Alarik en de Visigoten bestormen en plunderen Rome tijdens een driedaagse bezetting. De keizerlijke residentie is niet langer Rome maar Ravenna. De Romeinen ontruimen Brittannia. Vervolgens komen onze gewesten aan bod.

.

410-413
  • Keizer Theodosius II verdedigt Constantinopel met een dubbele muur. De buitenmuur is 2 meter dik, de binnenmuur 5 meter dikte met een lengte van 6,5 kilometer. In 439 volgt een zee-kering als extra verdediging. Rond 493 bouwt keizer Anastasios I zo’n 65 kilometer ten westen van Constantinopel de zogenoemde Lange Muur van Thracië of Lange Muur van Anastasios bouwen, als extra bescherming.

.

  • 413-426
    • Kerkvader Augustinus schrijft 22 boeken, de Civitas Dei als antwoord op een vaak voorkomende klacht, namelijk dat het Christendom verantwoordelijk is voor de ondergang van het Romeinse Rijk. De overtuiging dat het einde der tijden in zicht is, leeft hard. Augustinus ontleent zijn idee onder meer aan de apostel Paulus en Ambrosius van Milaan. Voor Augustinus is God diegene die het verloop en de duur van de geschiedenis bepaalt. Geschiedenis heeft een doel, aldus Augustinus. We noemen dit teleologisch.

.

.

  • 435
    • De Hunnen zorgen ervoor dat de Bourgondiërs Gallia Belgica niet veroveren.

.

.

  • 441
    • Hunnen vallen het Oost-Romeinse rijk aan.

.

  • 445
    • Attila doodt zijn broer en leidt de Hunnen als koning.

.

  • 447
    • Attila verovert gebieden ten zuiden van de Donau in het Oost-Romeinse rijk, zijn poging om Constantinopel te veroveren mislukt.

.

  • 450
    • Ostrogoten vestigen zich in Hongarije (Pannonië).
    • In onze steken leven de Merovingers (Salische Franken) op goede voet met Romeinen. Over hun leider Merovech is weinig geweten. Was hij de leider van de Salische Franken in het decennium van 447 tot 457, na Chlodio? In elk geval geeft hij zijn naam aan deze dynastie. Volgens de legende is hij verwekt bij de ontmoeting van zijn moeder met een zee- of watermonster. De uitdrukking 'blauw bloed hebben' gaat hierop terug. Waar de plek waar de Merwede, Meerwege of Merowe in de Maas vloeit zou Merovech zijn naam ontlenen.

.

  • 451
    • Salische Franken, Bourgondiërs en Visigoten helpen de Romeinse generaal Aëtius als bondgenoot tegen de Hunnen in de slag op de Catalaunische velden bij Châlon-sur-Marne. Merovech voert de Frankische hulptroepen aan en geeft zijn naam aan de Merovingische dynastie. Geleidelijk aan ontwikkelen deze stammen zich tot zelfstandige politieke machten. Hun ondergeschiktheid aan Rome verdwijnt definitief na 476. De kleinzoon, van Merovech, Chlodovech verwerft bekendheid als Clovis. Die verovert het grootste deel van Gallië ten noorden van de Loire en laat zich meermaals dopen.

.

  • 451-452
    • Attila trekt Italië binnen, plundert Aquileia en laat Rome links liggen. Vandalen trekken op naar Spanje en Noord-Afrika, de Franken richten zich op België en Noord-Frankrijk en de Visigoten en de Ostrogoten naar Italië.

.

 
De route van de Hunnen en hun bondgenoten bij de invasie van Gallië, eindigend in de Slag op de Catalaunische velden. De eerste Hunnen gaan terug op een of meerdere steppenvolkeren die vanaf 300 voor Christus China bedreigt. In de vijfde eeuw onderwerpen ze in de Russische steppe en in Oost-Europa de Ostrogoten, trekken Europa binnen en duwen de Germaanse stammen het verzwakte West-Romeinse Rijk in. Attila kroont zich rond 433 tot Hunnenkoning. In Rusland komen de Slaven, de Goten en de Alanen onder zijn bevel en domineren een rijk van Hongarije tot de Kaukasus en de Rijn. Er volgt een reeks plundertochten in het West-Romeinse Rijk tot een leger van Romeinen, Franken en Visigoten onder leiding van Flavius Aetius ze in 451 verslaat in de Slag op de Catalaunische velden. Attila wreekt zich met een aanval op Rome. Uiteindelijk trekt hiij zich terug, waarschijnlijk door een ziekte in zijn leger. Na Attila's dood in 453 valt het rijk uiteen. Het succes van de Hunnen danken ze aan hun organisatie als ruiternomaden. Omdat ze geen vaste verblijf kennen, moeten ze geen logistiek of infrastructuur verdedigen. De kleine groepen bekwame krijgers konden snel verplaatsen nadat ze buit maakten. Hun stijgbeugel maakt het mogelijk om in het zadel te blijven tijdens het gevecht. Het Romeinse leger, gebaseerd op infanterie, zou zich moeten aanpassen aan deze de nieuwe militaire tactiek of ten ondergaan. De cavalerie was geboren, de riddertijd zou volgen.

.

  • 455
    • De Vandalen nemen Rome in en zorgen voor een ware ravage tijdens hun plundertocht die twee weken duurt.

.

.

.

  • 476
    • Laatste West-Romeinse keizer afgezet: Romulus Augustulus of de kleine Romulus is een jongen. Enkele keizers schakelden Germaanse generaals in om hun zwakke positie te ondersteunen. Eén van die generaals is Odoacer. Hij beëindigt de lange geschiedenis van het (West) Romeinse rijk. Frankrijk verliest de band met Rome en het Latijn ontwikkelt zich zelfstandig. De taal die tot de negende eeuw gesproken wordt, is het Romaans, waaruit het Frans voortkomt. De ondergang van Rome veroorzaakt in West-Europa een instabiliteit die de Germaanse volkeren doet verhuizen, de zogenaamde volksverhuizingen waarbij de Goten naar Duitsland gaan, de Angelen, de Saksen en de Juten naar Engeland, de Alamannen naar Zwitserland. De Franken trekken Gallië binnen, de Beieren trekken zuidwaarts en Langobarden naar Italië. In onze gebieden vestigen zich Franken, Saksen en Friezen. De Friezen breiden hun gebied uit na het vertrek van de Angelen en Saksen en vormen een rijk van de Duits-Deense grens tot de Frans-Belgische. In de loop van de Middeleeuwen nemen de Franken het gebied steeds meer in en gaan ze in confrontatie met de 'Flamen'.

.

Kijken

.

.

Hoe gaat een machtig rijk ten onder? bewerken

 
753 v.Chr – 476. Voor een uitbreiding tot op heden, klik hier.

.

Machtig Rome bewerken

.

De Romeinse samenleving geniet ongeziene macht in het vroege Europa en is een culturele en economische magneet voor volkeren aan de buitengrens. Intern laat Rome Kelten, Grieken, Joden, Arabieren en een massa anderen zich vestigen en geeft hen staatsburgerschap los van hun origine, ras of geloof. Extern conflicteert de Romeinse uitbreidingsdrift met diezelfde volkeren, de Etrusken, de Germanen en de steppenomaden. Tegen de tweede eeuw voor Christus bereikt Rome het toppunt van zijn macht, die ze behoudt tot de tweede eeuw na.

.

Afkoeling bewerken

Daarna, tussen het jaar 200 en 400 koelt de wereld af. De grenzen zijn zo omvangrijk dat ze een loden last zijn, nauwelijks te verdedigen. Germanen duwen op de grenzen vanuit het Zuiden, net zoals de Mongoolse, nomadische Hunnen (Hung-Nu) dat doen op de grenzen van het Chinese Han-Rijk. De Chinese muur houdt stand en weerstaat hun zoektocht naar een milder klimaat. Het bouwwerk doet de Hunnen Westwaarts trekken. De Hunnen beschikken sinds de tweede eeuw over een stijgbeugel en een overaanbod aan paarden. Al rijdend hanteren ze de reflexboog en in de derde eeuw pantseren ze hun paard. Hun verschijning boezemt overal angst in en in de bijzonder koude winter van 375. Die duwt de Hunnen nog meer Westwaarts. Een steeds grotere mensenmassa propt zich samen op de steppe in Oekraïne, boven het huidige Roemenië. In die jaren raakt men het er over eens dat het rijk te groot is om het efficiënt te besturen en te verdedigen; de belastingen kunnen dit niet dragen. Diocletianus deelt het rijk op in een Oostelijk en een Westelijk deel: we schrijven het jaar 286.

.

Burgeroorlogen en stammenbonden bewerken

Het Romeinse Rijk worstelt tussen 250 en 275, met burgeroorlogen, onrust en anarchie. Verschillende heersers strijden er om de macht en halen - om zich te versterken - de legertroepen weg aan de grensposten. Aan de rijksgrens in Germanië gebeurt het omgekeerde: kleine stammen sluiten aaneen. De door Hadrianus aangelegde gordel van vijfhonderd kilometer aan wallen, forten, wachttorens en loopgraven tussen de Donau en de Rijn is inmiddels een eeuw oud en gaat in 260 voor de bijl. Voor het eerst gaat een uitgestrekt gebied verloren. Omstreeks 275 zijn onze streken ook vrijwel volledig verwoest. Mensen graven hun geld in potten in de grond, getuige daarvan is de in 1970 ontdekte Romeinse muntschat op de plek 'Hoge dijken' tussen Oudenburg en Brugge. De jongste munt in de pot dateert uit 238 met de prent van keizer Balbinus. Rond het jaar 400 veroveren de Franken Keulen en in de winter van 406 verliest de Rijn haar natuurlijke grensverdediging: ze vriest dicht. Vandalen trekken via de Pyreneeën naar Spanje en noemen de plaats (V)Andalusië. Van daaruit gaat het verder naar de Straat van Gibraltar en veroveren ze Carthago. Rome verliest zo zijn graanschuur en in 455 voelt het Vandalenvolk zich zo sterk dat ze veertien dagen Rome plunderen.[20] 476 is niet zo ver af meer.

.

Omdat de centrale overheid er niet in slaagt om de wet, de veiligheid en de orde te waarborgen, strijden burgers en keuterboeren voor zichzelf: ze zoeken steun bij grootgrondbezitters of ridders die de roversbendes op een afstand houden. Het is kiezen tussen de Germaanse plundering of de eigendomsoverdracht aan een heer in ruil voor bescherming. En zo ontstaat het leenstelsel en verdwijnt de slavernij: van de Romeinse veroveringen is immers geen sprake meer. Het lot van de horige is echter schrijnender dan die van een Romeinse slaaf.

.

Wat bij de Romeinen eeuwenlang duurde – een rijk van een ongezien formaat omverwerpen – kan tegenwoordig in enkele decennia.

.

Interpretatie bewerken

Tegenwoordig focussen historici op de toenmalige klimaatwijziging. Achter de val van Rome ontwaren auteurs vaak het vraagstuk van de eigen tijd.[21] Zo stelde Edward Gibbon in de achttiende eeuw dat de Romeinen hun vechtlust en discipline langzaam aan verloren wegens de komst van een nieuwe religie, het Christendom. Vond hij hier een parallel met het Engeland van zijn tijd? Alexander Demandt verzamelde 210 oorzaken die leidden tot de ondergang.[22] De ondergang van het Romeinse Rijk is een complexe zaak die overal tot nadenken aanzette.

  • Militair: het zwakke leger en invallen van de Hunnen.

.

  • Religieus: het christendom dat eerder op vrede gericht is.

.

  • Politiek: De splitsing in Oost en West, de evolutie van republiek naar dictatuur, burgeroorlogen, corruptie en afnemende belastingen.[23]

.

.

  • Geografie: Het West-Romeinse Rijk is begrensd door rivieren, het Oost-Romeinse Rijk door bergen.

.

.

BEELDFRAGMENT MET VRAGEN Na het lezen van bovenstaande tekst en na het bekijken van deze lezing beantwoord je vragen:

.

  • Wat leidde tot de ondergang van het Romeinse Rijk?

.

  • Welke theorieën zijn naïef of onjuist?

.

  • Welke verschillen leer je kennen tussen het Oost- en West-Romeinse Rijk en hoe beïnvloedt dit verschil de veiligheid?

.

  • Waar komt het begrip 'Vandalisme' vandaan?

.

  • Welke elementen dragen volgens de spreker wel bij tot de degradatie van het rijk?

.

  • Wat bleef er van het Romeinse Rijk tot op heden bestaan?

.

  • Hoe absoluut of relatief is de datum 476?

.

.

Hoe vergaat het de Romeinen in Vlaanderen? bewerken

 
In het Limburg an der Lahnpark, rond de kerk van Oudenburg staat een bronzen maquette van het Romeinse castellum.

.

In de Romeinse tijd zijn onze streken niet meer dan een boerengat tussen de diep ingesneden kust met Torhout en Oudenburg als centrum. De Romeinen maken er omstreeks het jaar 200 een Castellum met een vierkant stratenpatroon. Oudenburg ontstaat (zoals Tongeren) uit een Romeinse militaire versterking. Het castellum is een onderdeel van de Noordzee-fortificaties, de Litus Saxonicum ter bescherming tegen piraten (Chauken en Friezen). In onze streken vergaat het de Romeinen niet anders dan elders. Saksen koloniseren het gebied rond Brugge met tussenpozen in de vierde en de vijfde eeuw en doen de Romeinen wijken. Het Romeinse garnizoen keert terug naar Italië om het hoofd te bieden aan de Germaanse invallen. De Saksen noemen het gebied Flaumdra – wat vloed betekent. De naam verbastert tot Flaundra en Flandria. Dit Vlaanderen betrof een verzopen kustlandschap, een onherbergzaam zeegebied met inhammen en eilanden verscholen achter duinengordels. De zee dringt sinds het begin van de tijdrekening het achterliggende veen- en moerasgebied binnen. Als het Merovingische rijk in de achtste eeuw het toppunt van zijn macht bereikt, is de Pagus Flandriensis nog altijd een gat. De vesting Oudenburg raakt in verval en zal vanaf de elfde eeuw dienen als steengroeve: graaf Boudewijn V van Vlaanderen laat stenen overbrengen naar Brugge voor de bouw van de Burg en de Sint-Pieterskerk (1056-1070). Vanaf 1956 graven archeologen allerlei spullen op in Oudenburg.

.

.

Kijken

.

.

Examen bewerken

.

A-vragen

.

(S&V).313, 476, aquaduct, Cloaca Maxima, Caesar, Chinese muur, Colosseum, Edict van Milaan, geboorte van Jezus Christus, Fernand Braudel, Germanen, Hadrianus, Hunnen, Juliaanse kalender, laatste West-Romeinse keizer afgezet, muur van Hadrianus, Oswald Spengler, Pompeji, Ravenna, stijgbeugel.

.

.

B-Vragen

.

  • (S&V).Hoe gaat het machtige Romeinse Rijk ten onder? Hoe kan je dit verklaren?

.

  • (S&V).Hoe vergaat het de Romeinen en hun opvolgers in Vlaanderen?

.

  • (V).Waar komt het begrip 'Vandalisme' vandaan?

.

  • (V).Wat bleef er van het Romeinse Rijk tot op heden?

.

  • (V).Plaats in chronologische volgorde en geef een woordje uitleg: 1. Alexander de Grote is koning van Macedonië en schept van een van de grootste rijken; 2. Christendom wordt staatsgodsdienst bij de Romeinen; 3. Colosseum opent zijn deuren voor 50.000 bezoekers; 4. Constantijn beëindigt met het Edict van Milaan de Christenvervolging; 5. Duizend jaar Rome. Tijdgenoten getuigen dat er in dit jubeljaar meer dan duizend gladiatoren, nijlpaarden, leeuwen, giraffen en luipaarden in het Colosseum ter dood werden gebracht; 6. Geboorte van Jezus Christus.

.

  • (V).Plaats in chronologisch volgorde en geef een woordje uitleg: 1. Constantijn wijst het havenstadje Byzantium bij de Bosporus aan en beveelt bouwwerken om er de hoofdstad - het nieuwe Rome - van het Oost-Romeinse Rijk te vestigen; 2. De door Hadrianus aangelegde gordel van wallen en forten tussen de Donau en de Rijn is een eeuw oud en gaat voor de bijl; 3.Diocletianus laat de kerken verwoesten en de Christenen vervolgen; 4. Eerste nederzettigen in Rome; 5. Geboorte van Jezus Christus; 6.Scheiding Oost en West Romeinse Rijk door Diocletianus.

.

  • (V).Plaats in chronologische volgorde en geef een woordje uitleg: 1. Germanen steken de bevroren Rijn over; 2. Hadrianus start de bouw van de muur in het noorden van Britannia; 3. Hannibal valt Italië binnen en begint de tweede Punische oorlog; 4. Hunnen vallen de Germaanse landen binnen; 5. Geboorte van Jezus Christus; 6. Eerste nederzettingen in Rome.

.

  • (V).Plaats in chronologische volgorde en geef een woordje uitleg: 1. Uitvinding van de katapult; 2. Het Romeinse aquaduct; 3. Het waterrad. Plaats in chronologische volgorde: 1. De Juliaanse kalender; 2. De Egyptische kalender; 3. De Gregoriaanse kalender.

.

  • (S&V).Plaats in chronologische volgorde en geef een woordje uitleg: 1. Laatste West-Romeinse keizer afgezet; 2. Mythologische stichtingsdatum van Rome door Romulus en Remus; 3. Onder keizer Trajanus bereikt het rijk zijn grootste omvang; 4. Ravenna vervangt Rome als hoofdstad; 5. Julius Caesar valt Engeland binnen; 6. Julius Caesar verovert Noord Gallië.

.

.

C-Vragen

.

  • (S&V).Wat leidde tot de ondergang van het Romeinse Rijk? En, welke theorieën zijn naïef of onjuist betreffende de ondergang van het Romeinse Rijk?

.

  • (S&V).Leg het drietrapsmodel uit van Fernand Braudel en pas het toe op de Middellandse Zee.

.

  • (V).Waarom beslist keizer Diocletianus tot de scheiding tussen het Oost-Romeins Rijk en West Romeinse Rijk? Welke verschillen ken je tussen het Oost- en West-Romeinse Rijk en hoe beïnvloedt dit verschil de veiligheid?

.

.

  1. OSWALD SPENGLER, vertaald door Mark Wildschut. De ondergang van het avondland. Schets van een morfologie van de wereldgeschiedenis, Boom, Amsterdam, 2017.
  2. In de straat van Gibraltar, de verhoging van Naurouze, het Rhônedal en de zeestraten die de Zwarte Zee met de Egeïsche verbinden, zijn er open plekken en tussen Syrië en Zuid-Tunesië zijn er geen bergen, daar grenst de Saharawoestijn over duizenden kilometers aan de zee.
  3. FERNAND BRAUDEL, vertaald door Eef Gratama. De Middelandse zee. Het landschap en de mens, Contact, Antwerpen, 1992, p. 36.
  4. FERNAND BRAUDEL, vertaald door Eef Gratama. De Middelandse zee. Het landschap en de mens, Contact, Antwerpen, 1992, p. 38.
  5. PETER FRANKOPAN, vertaald door George Pape. De zijderoutes. Een nieuwe wereldgeschiedenis, Het Spectrum, Antwerpen, 2016, p. 20-21.
  6. HERMAN CLERINX. De Kelten en de lage landen. Davidsfonds, Leuven, 2005, p. 159.
  7. BEN WILSON, vertaald door George Pape. Metropolis. De grootste uitvinding van de mens. Spectrum, Amsterdam, 2020, p. 139-145.
  8. DAVID NICHOLAS. Vlaanderen in de Middeleeuwen, Overamstel, Schoten, 2015, p. 10.
  9. IRENE VALLEJO, vertaald door Adri Boon. Papyrus. Een geschiedenis van de wereld in boeken, Meulenhoff, Amsterdam, 2021, p. 99.
  10. PETER FRANKOPAN. De zijderoutes, p. 32-34.
  11. Julius Caesar - Commentarii de bello Gallico Boek I: 1-3; IRENE VALLEJO, vertaald door Adri Boon. Papyrus. Een geschiedenis van de wereld in boeken, Meulenhoff, Amsterdam, 2021, p. 99.
  12. Merkwaardig toch dat dit soort verhalen zal doordringen tot Noordelijk Europa dat deze fenomenen nooit kende, stelt Peter Frankopan (p. 49-57).
  13. Zie: REGULA ISEWIJN. Pride and Pudding. De geschiedenis van de Britse pudding in hartige en zoete recepten, Carrera Culinair / Davidsfonds, Overamstel / Tielt, 2020 / 2015, p. 21-22.
  14. HERMAN CLERINX. Kelten en de lage landen. Davidsfond, Leuven, 2005, p. 81.
  15. DAVID NICHOLAS. Vlaanderen in de middeleeuwen. Horizon, Schoten, 2015, p. 13-14.
  16. In het Oosten schiet de nieuwe religie geen wortel. Daar is geen ondergangscultuur.
  17. W. DHAEZE, A. VANDERHOEVEN EN S. VANHOUTTE. M. Militaire nederzettingen. In: https://onderzoeksbalans.onroerenderfgoed.be/onderzoeksbalans/archeologie/romeinse_tijd/bronnen/archeologisch/militaire_nederzettingen.
  18. FRANKOPAN, p. 46-47.
  19. |PETER FRANKOPAN, p. 73; RAOUL BAUER, p. 27, p. 28.
  20. LUC GOETEYN & CHRIS JACOBSON. In het oog van de storm. Over mensen, geschiedenis en klimaatveranderingen, ASP, Brussel, 2012, p. 135.
  21. Jeroen Wijnendaele, val van Rome en onze crisis in het westen, Apache, 28 februari 2017
  22. ALEXANDER DEMANDT. Der Fall Roms. Die Auflösung des römischen Reiches im Urteil der Nachwelt, München, Beck, 1984.
  23. Zonder inkomsten kan het leger niet op sterkte gehouden worden, wordt wegenonderhoudt onmogelijk.