Formule Junior was een raceklasse voor raceauto's zonder wielkasten die voor het eerst georganiseerd werd in oktober 1958 door de Commission Sportive Internationale, een onderdeel van de FIA dat toen de autosport reguleerde. Formule Junior was bedoeld om een instapklasse te bieden waar gebruik kon gemaakt worden van goedkope mechanische onderdelen van gewone auto's. Het idee om de nieuwe klasse op te richten kwam van graaf Giovanni "Johnny" Lurani, die de behoefte zag aan een klasse voor eenzitters waar beginnende autocoureurs hun eerste stappen konden zetten. Het laatste Europees kampioenschap werd georganiseerd in 1963.

Geschiedenis bewerken

De regels voor de klasse vereisten dat de auto's aangedreven werden door productiemotoren met een maximaal volume van 1000 cc in een auto van 360 kg of met een maximaal volume van 1100 cc in een auto van 400 kg. In de praktijk werd die laatste gebruikt in bijna alle succesvolle Formule Junior-auto's. Onderdelen zoals het motorblok, de cilinderkop en de cilinders moesten uit een productieauto komen. Enkele of dubbele bovenliggende nokkenassen, sperdifferentiëlen en wijzigingen aan het aantal hoofdlagers waren verboden. De remmen en de transmissie moesten ook productieonderdelen zijn. Constructeurs mochten het aantal versnellingen vergroten, maar alleen in een productieversnellingsbak.

In Italië werd vaak de populaire Fiat 1100-motor gebruikt aangezien er in 1958 weinig andere geschikte Italiaanse motoren voorhanden waren. Elders in Europa waren vooral de 1000 cc motor van de Mini, evenals de driecilinder tweetaktmotoren van DKW en Saab populair. Ook de viercilinder viertaktmotor uit de Ford Anglia werd gebruikt. De eerste Italiaanse Formule Junior-auto's werden gebouwd volgens hetzelfde principe als de toenmalige Formule 1-auto's met voorin geplaatste motoren. Het eerste Europese Formule Junior kampioenschap in 1959 werd gewonnen door de Zwitserse coureur en ingenieur Michael May in een Automobili Stanguellini. De Britse constructeurs waren aanvankelijk niet bijzonder geïnteresseerd omdat de bestaande 500 cc Formule 3 aanzien werd als de geaccepteerde weg naar het racen. Toen Formule Junior in een stroomversnelling kwam groeide ook hun belangstelling.

In het Verenigd Koninkrijk produceerde Elva de Elva 100-serie, aangedreven door een BMC A-motor (uit de Sprite of de Mini) of een DKW tweetaktmotor getuned door Gerhard Mitter in Duitsland. De Elva werd de eerste in massa geproduceerde Britse Formule Junior-auto.

Hoewel deze vroege Britse auto's een motor voorin hadden, onderging de Formule Junior-auto een middenmotorrevolutie en werd er zelfs gekeken naar de 500 cc Formule 3, waar auto's met de motor achterin de norm waren. Het duurde niet lang voordat Cooper een auto begon te produceren die leek op hun toenmalige Formule 1- en Formule 2-bolides. Lotus kwam ook in het spel met de Lotus 18, een vereenvoudigde afgeleide van hun Formule 1- en Formule 2-chassis uitgerust met een 997 cc Ford Anglia-motor. De eerste racewagen van Brabham was de BT1 met middenmotor. Cooper en Lotus, met nauwe banden met hun Grand Prix-teams, domineerden al snel de Formule Junior op internationaal niveau.

In Zweden produceerde Saab de Saab Formule Junior, voornamelijk om nieuwe motorontwerpen te testen. In Rusland kwam de meest gebruikte motor uit de Moskvitch.

Het aantal fabrikanten nam jaar na jaar toe. Tegen het einde van 1960 waren er wereldwijd meer dan 100 fabrikanten en tegen het einde van 1963 was het aantal gestegen tot bijna 500. De overgrote meerderheid van de overwinningen ging echter naar de Britse auto's met middenmotor.

In het begin van de jaren zestig, nadat in Formule 1 de cilinderinhoud teruggebracht was tot 1500 cc en Formule 2 opgedoekt was, moest Formule Junior twee verschillende rollen vervullen. Enerzijds was het een klasse waarin jonge autocoureurs van eenzitters hun eerste stappen konden zetten, anderzijds was Formule Junior de enige internationale eenzittercategorie onder Formule 1 geworden. Dat laatste zorgde ervoor dat de kosten voor veel amateurs te hoog werden. In 1963 waren kansen om een overwinning te behalen in een zelfgemaake of amateuristische auto sterk afgenomen en het opvoeren van een 1000 cc motor tot 120 pk werd te duur. Daarom werden in 1964 de Formule 2 en Formule 3 opnieuw geïntroduceerd met motoren van 1000 cc. De nieuwe Formule 2 was met raszuivere racemotoren van meer dan 130 pk gericht op professionele en opkomende coureurs. De nieuwe Formule 3 was een iets tammere versie van Formule Junior met motoren tot 100 pk voor amateurs en beginnende coureurs.

Het laatste Europees kampioenschap Formule Junior werd gereden in 1963. Omdat veel auto's en motoren nog steeds beschikbaar zijn, is Formule Junior in de 21e eeuw een populaire categorie in historische races.

Galerij bewerken

Formule Junior competitie bewerken

Er is nooit een wereldkampioenschap Formule Junior geweest. De klasse was onderverdeeld in een aantal nationale kampioenschappen en een Europees Kampioenschap.

Europees Kampioenschap bewerken

Het Europees Kampioenschap werd georganiseerd van 1959 tot 1963 met in totaal 40 races (6 in 1959, 11 in 1960, 2 in 1961, 3 in 1962 en 17 in 1963).[1]

Seizoen Winnaar Team Wagen
1959   Michael May ? Stanguellini
1960   Colin Davis Scuderia Serenissima OSCA
1961   Tony Maggs Tyrrell Racing Cooper
  Joseph Siffert Écurie Romande Lotus
1962   Peter Arundell Ron Harris Racing Lotus
1963   Peter Arundell Ron Harris Racing Lotus

Kampioenschap van Duitsland bewerken

Het kampioenschap van Duitsland werd georganiseerd van 1960 tot 1963. In 1962 werd Kurt Ahrens Jr. gediskwalificeerd en werd er geen winnaar aangeduid.[2]

Seizoen Winnaar Team Wagen
1960   Gerhard Mitter Autohaus Mitter Mitter / Lotus 18
1961   Kurt Ahrens ? Lotus 20 / Cooper T52
1963   Kurt Ahrens ? Cooper T67

Kampioenschap van Italië bewerken

Het kampioenschap van Italië werd georganiseerd van 1958 tot 1963. Het werd vervangen door Formule 2 en Formule 3 in 1964.[2]

Seizoen Winnaar Team Wagen
1958   Roberto Lippi Scuderia Bardhal Stanguellini
1959   Raffaele Cammarota Scuderia Bardhal Stanguellini
1960   Renato Pirocchi Scuderia Pescara Stanguellini
1961   Geki Scuderia Madunina Stanguellini / Lotus 18
1962   Geki Scuderia Madunina Lotus 18 / Lotus 19
1963   Geki Scuderia Madunina De Sanctis

Kampioenschap van Frankrijk bewerken

Het kampioenschap van Frankrijk werd georganiseerd van 1960 tot 1963 en werd vervangen door Formule 3 in 1964.[2]

Seizoen Winnaar Team Wagen
1960   Jacques Calès Scuderia Madudina Stanguellini
1962   Jo Schlesser Jo Schlesser Racing Brabham BT2 - Ford
1963   Jo Schlesser Ford France SA Brabham BT2 / Brabham BT6

Kampioenschap van België bewerken

Het kampioenschap van België werd georganiseerd van 1962 tot 1963 met in totaal 7 races (3 in 1962 en 4 in 1963) en werd vervangen door het Belgisch Kampioenschap Formule 3 van 1964 tot 1967.[1]

Seizoen Winnaar Team Wagen
1962   André Pilette Écurie Belgique Merlyn
1963   Jean-Claude Franck École de Pilotage Belge Cooper

Kampioenschap van Oostenrijk bewerken

Het kampioenschap van Oostenrijk werd georganiseerd van 1960 tot 1961 met in totaal 7 races (4 in 1960 en 3 in 1961).[1]

Seizoen Winnaar Team Wagen
1960   Kurt Ahrens ? Stanguellini
1961   Curt Bardy-Harry Écurie Vienne Cooper

Kampioenschap van Groot-Brittannië bewerken

Het kampioenschap van Groot-Brittannië werd georganiseerd van 1959 tot 1963.[2]

Seizoen Organisator Winnaar Team Wagen
1959 BRSCC   Don Parker Don Parker Racing Lola
1960 BRSCC   Jack Pitcher ? Alexis
John Davy   Jim Clark Team Lotus Lotus
Motor Racing   Jim Clark Team Lotus Lotus
1961 BRSCC   Mike Ledbrook Ron Harris Racing Lotus
John Davy   Bill Moss The Chequered Flag Lotus
Motor Racing   Trevor Taylor Team Lotus Lotus
1962 BRSCC   John Fenning Ron Harris Racing Lotus
1963 BARC Express & Star   Peter Arundell Team Lotus Lotus

Kampioenschap van Ierland bewerken

Het kampioenschap van Ierland werd georganiseerd van 1961 tot 1963 met in totaal 22 races (7 in 1961, 7 in 1962 en 8 in 1963).[3]

Seizoen Winnaar Team Wagen
1961   Malcom Templeton Templeton Racing Lotus
1962   Malcom Templeton Templeton Racing Lotus
1963   Malcom Templeton Templeton Racing Lotus

Kampioenschap van Zweden bewerken

Het kampioenschap van Zweden werd georganiseerd van 1961 tot 1963 met in totaal 27 races (8 in 1961, 12 in 1962 en 7 in 1963).[1]

Seizoen Winnaar Team Wagen
1961   Yngve Rosquist Lotus Racing Team Lotus
1962   Yngve Rosquist Rosquist Racing Team Cooper
1963   Gunnar Karlsson Filipstads Motor Club Lotus

Kampioenschap van Denemarken bewerken

Het kampioenschap van Denemarken werd georganiseerd van 1960 tot 1964 met in totaal 27 races (4 in 1960, 4 in 1961, 7 in 1962, 7 in 1963 en 5 in 1964).[1]

Seizoen Winnaar Team Wagen
1960   Joerges Bagger Scuderia Long Lola Lola
1961   Joerges Bagger Scuderia Long Lola Lola
1962   Hartvig Conradson ? Cooper
1963   Jens-Christian Legarth Jens-Christian Legarth Racing Division Lola
1964   Hartvig Conradson ? Cooper

Kampioenschap van Canada bewerken

Het kampioenschap van Canada werd slechts eenmaal georganiseerd in 1961 met in totaal 11 races. Jerry Polivka werd kampioen zonder ook maar één race te winnen.[4]

Seizoen Winnaar Team Wagen
1961   Jerry Polivka ? Intermeccanica-Peugeot

Externe link bewerken

Zie de categorie Formula Junior van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.