Fluweel is een geweven stof, waarbij rechtopstaande pluizen, de zogenaamde pool van zijde of katoen met de kettingdraden zijn meegeweven en zijn afgesneden. Tegenwoordig worden ook andere stoffen zoals linnen, wol, mohair, en ook synthetische stoffen gebruikt. Soms wordt er een beetje lycra toegevoegd om een zekere mate van elasticiteit te bereiken.

Koorkap uit gesneden fluweel, XVIe eeuw.
Franse meubels (Louvre), bekleding in kersenrood fluweel. Napoleon III-stijl

Fluweel is een zachte en fijne, glanzende stof, die vanouds gebruikt wordt voor kostbare kleding. De uit Azië afkomstige techniek van het fluweelweven kwam rond 1400 in Italië tot bloei, in het bijzonder in Lucca, Florence, Venetië en Genua; die laatste stad is nog altijd een fluweelcentrum. In de 16e eeuw werd Brugge een centrum van fluweelwevers, dat in kwaliteit voor het Italiaanse voorbeeld niet onderdeed. Ook op andere plaatsen werd fluweel geweven, maar in mindere mate.

Rijke mensen in de 17e eeuw droegen vaak fluweel, en woonden op een voorname gracht, waar onder andere de straatnaam Fluwelen Burgwal van getuigt, die zowel in Den Haag als in Monnickendam voorkomt. Ook in Amsterdam was ooit een Fluwelen Burgwal. Het Huis aan de Drie Grachten heeft aan de kant van de Oudezijds Voorburgwal een gevelsteen waarin die naamgeving nog te herkennen is.

Fluweel wordt geweven met een speciaal type weefgetouw. De Metexmachine is een speciaal type weefmachine ontworpen voor de productie van fluweel. De inslag wordt ingevoegd in de onderste gaap van een dubbele gaapopening. De pool wordt verkregen door het plaatsen van stalen stangen of roeden in de bovenste gaap. Tijdens het uittrekken van de roeden van de pool kan men kiezen tussen gesneden of ongesneden pool of een combinatie van beide. De roedes kunnen onderscheiden worden in twee grote groepen.

Ongesneden fluweel bewerken

Ten eerste zijn er de roeden om een lusvormige pool te creëren. Omdat er geen mesje staat op het uiteinde worden de draden die over de roede liggen niet opengesneden en krijgt men een ongesneden pool. Zijdefluweel is zeer kostbaar, wordt in Europa vervaardigd, en vaak gebruikt door goudborduurders, o.a. voor gewaden. De diepe kleur maakt deze stofsoort uitermate geschikt voor het dragen van zwaar goudborduurwerk.

Gesneden fluweel bewerken

Een bekende fluweelsoort is velours de Gênes ("fluweel uit Genua") of gesneden fluweel. Bij deze oude ambachtelijke techniek is de pool manueel doorgesneden. Een gesneden pool krijgt men door aan het uiteinde van de roede een klein mesje te bevestigen. Bij het uittrekken van de roede worden alle (pool) draden die er over liggen mooi doormidden gesneden. Door jaquardtechnieken kan men patronen inweven, een techniek die in de 16de eeuw zeer geliefd was. Dit soort fluweel wordt toegepast bij meubels, zware kledij en in het bijzonder bij religieuze gewaden.

Naast deze twee soorten is er ook nog een derde mogelijkheid: men kan met de wireflex twee roedes boven elkaar weven. Zo krijgt men een reliëf.[bron?]