Demissionair

beginsel uit het Nederlands staatsrecht

Demissionair is een beginsel in het Nederlandse staatsrecht en heeft betrekking op de uitvoerende macht. Demissionair is een synoniem voor ontslagnemend en duidt op de toestand waarin deze macht zich bevindt nadat zij haar ontslag heeft ingediend bij het staatshoofd.

Een minister als individueel lid, of een regering als collectiviteit is demissionair indien deze niet langer het vertrouwen geniet van een meerderheid van de wetgevende macht en als gevolg hiervan haar ontslag heeft ingediend, of vanaf het moment van Tweede Kamerverkiezingen. Het gevolg hiervan is dat deze regering enkel nog de lopende zaken mag afhandelen en geen omstreden zaken mag behandelen.

Het vestigen van het vertrouwen bewerken

Bij de formatie van een nieuw kabinet wordt altijd gecontroleerd of het kabinet voldoende vertrouwen van de Tweede Kamer zal hebben (vertrouwensregel). Dat blijkt dan uit het feit dat er een regeerakkoord wordt gesloten door fracties die samen een meerderheid hebben. Als zo'n meerderheid niet te vinden is, moet er in ieder geval een meerderheid zijn die het kabinet gedoogt. In 1939 formeerde Hendrikus Colijn zijn vijfde kabinet, omdat koningin Wilhelmina groot vertrouwen in hem had, maar de Tweede Kamer dacht er anders over: bij zijn eerste optreden werd het kabinet al naar huis gestuurd. Sindsdien is zo'n eigenzinnig optreden van het staatshoofd en de formateur niet meer voorgekomen.

Verlies van het vertrouwen bewerken

Is een kabinet eenmaal aangetreden, dan wordt aangenomen dat het hele kabinet het vertrouwen van de Tweede Kamer heeft, tot het tegendeel blijkt. Het tegendeel kan blijken bij een conflict tussen het kabinet (of een minister) en de Kamer. Bijvoorbeeld: een Kamerlid dient een motie in, het kabinet ontraadt de motie en geeft aan dat deze motie een vertrouwenskwestie is, maar de Kamer neemt de motie toch aan. Of: een minister heeft een wetsvoorstel ingediend, in de Kamer blijkt dat een meerderheid het voorstel wil afwijzen, de minister geeft aan dat afwijzing van het voorstel een vertrouwenskwestie is, maar de Kamer verwerpt het voorstel toch. In al dit soort gevallen kan de kabinetscrisis worden afgewend als een van beide partijen inbindt. Men kan er ook voor kiezen een zogenaamd rompkabinet te vormen. Het opzeggen van het vertrouwen is vormvrij. In 2002 bleek dat het kabinet-Balkenende I niet meer het vertrouwen van de Kamer had, omdat de fractievoorzitters van CDA en VVD, Maxime Verhagen en Gerrit Zalm, dat aan de Kamer meldden tijdens de regeling van werkzaamheden. Een kabinet zal ook aftreden als de ministers het onderling niet meer eens zijn over het kabinetsbeleid. Dit deed zich het laatst voor bij kabinet-Rutte IV in 2023. Als een kabinet is afgetreden zegt men ook wel dat het kabinet is gevallen.

Aftreden of demissionair aanblijven bewerken

Als een minister het vertrouwen van de Kamer verliest, moet hij zijn ontslag aanbieden aan de koning. Soms zal deze het ontslag aannemen, namelijk als duidelijk is dat er snel een opvolger kan worden gevonden. Dan is de minister echt afgetreden. Is een opvolger niet zo eenvoudig te vinden, dan zal hij de demissionair minister vragen om de lopende zaken waar te nemen en zolang in functie te blijven.

Vervroegde verkiezingen bewerken

Als een heel kabinet aftreedt en het niet mogelijk is het kabinet weer te repareren, moeten er altijd nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer komen. Dit gaat samen met een besluit tot ontbinding van de Tweede Kamer. Het formeren van een nieuw kabinet is namelijk een zo belangrijke beslissing dat die niet genomen kan worden zonder een nieuw mandaat van de kiezers.[bron?] Treedt een kabinet echter af vlak voor het eind van de regeerperiode, dan worden geen nieuwe verkiezingen uitgeschreven omdat er dan al reguliere verkiezingen zijn.

Aftreden van het kabinet bij verkiezingen bewerken

Een kabinet wordt ook demissionair door reguliere verkiezingen (na vier jaar). Het is sinds 1922 gebruik dat de dag voor de verkiezingen de minister-president het ontslag aanbiedt van zijn hele kabinet aan aan de koning(in). Het gaat er dan niet zozeer om dat het kabinet het vertrouwen van de Kamer verliest, maar dat er een compleet nieuwe Kamer wordt gekozen. Na de verkiezingen moet er een nieuw kabinet worden geformeerd.

Wat mag een demissionair kabinet? bewerken

De vraag is nu of een demissionair kabinet mínder mag doen dan een kabinet dat dat niet is. Duidelijk is dat een demissionair kabinet meestal minder kàn; er is geen politieke steun meer voor het kabinet.

Zuiver juridisch is een demissionair kabinet volledig bevoegd: het kan wetsvoorstellen indienen, besluiten nemen, Nederland in het buitenland vertegenwoordigen. Wel is er een algemeen idee dat zo'n kabinet zich moet beperken tot spoedeisende zaken en onderwerpen die politiek niet controversieel zijn. Controversiële onderwerpen, zo is het idee, moet het kabinet maar overlaten aan een volgend kabinet dat weer het vertrouwen heeft van de Tweede Kamer: "Je moet niet over je graf heen willen regeren". Het is omstreden of dit idee nu berust op gewoonterecht, of dat het alleen gaat om politiek fatsoen. Bovendien is vaak onduidelijk wanneer iets controversieel is.

In de praktijk wordt vooral gekeken welke partijen na de verkiezingen weleens zouden kunnen gaan regeren: met die partijen wordt vooral rekening gehouden. Na de ontijdige val van het eerste kabinet-Balkenende in 2002 beperkte het kabinet het begrip "controversieel" heel sterk: als een voorstel genoeg steun kreeg in de Tweede Kamer, vond het kabinet het voorstel niet controversieel. Dit had er waarschijnlijk mee te maken dat de regeringspartijen CDA en VVD vastbesloten waren na de verkiezingen door te regeren. Men zag dus niet zoveel reden om rekening te houden met de oppositie.[1][2]

Zie ook bewerken