De zeven Zwaben

literair werk

De zeven Zwaben is een sprookje dat werd genoteerd door de gebroeders Grimm voor Kinder- und Hausmärchen met volgnummer KHM119. De oorspronkelijke naam is Die sieben Schwaben.

De zeven Zwaben, 1957
Monument op de Hohenzollerndamm in Berlijn
De haas en de zeven Zwaben met de speer
Schwaben op een kaart uit 1572
De zeven Schwaben, ca. 1640

Het verhaal bewerken

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Er zijn zeven Zwaben, de schout, Jacob, Martin, Joris, Michiel, Hans en Vitus. Ze reizen door de wereld en ze maken één lange speer die ze allen vasthouden. In de hooimaand komen ze bij een dorp en een grote mestkever of horzel vliegt luid voorbij in de schemering. De schout schrikt en zegt dat hij een trommel hoort en Jacob ruikt kruit en lont. De schout vlucht en springt over een hek, waarbij een hark in zijn gezicht slaat. De andere zes volgen en geven zich over, maar er komt geen vijand en ze besluiten niemand te vertellen over het voorval. Na een paar dagen zit een haas in de zon te slapen en zijn oren staan omhoog. Zijn grote ogen zijn open en iedereen is bang voor het dier, maar ze durven niet te vluchten. Ze pakken de speer en ze willen allen dat een ander voorop loopt. De schout gaat voor en ze bestormen de draak. De schout slaat een kruis en ze roepen God aan. De haas schrikt wakker en vlucht en de schout ziet dat het een haas is. Ze komen bij de Moezel en ze roepen naar een man aan de overkant. Ze willen over de rivier, maar de man kent hun taal niet. In het Triers vraagt hij Wadde, wadde? en de mannen denken dat ze moeten waden door het water. De schout zakt weg in de modder en de wind blaast zijn hoed naar de overkant. Een kikker kwaakt en de mannen denken dat de schout hen oproept ook te waden. Ze springen in het water en verdrinken ook.

Achtergronden bewerken

Afbeeldingen bewerken

Zie de categorie The Seven Swabians van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.