Een chofah (Thai: ช่อฟ้า [cʰɔː faː]?) is een ornament aan de gevelspits van boeddhistische tempels. Chofah betekent hemelkwast of luchtbundel (Cho = kwast of bundel, fah = hemel).

Vormen van chofahs bewerken

Een chofah bestaat in de meeste gevallen uit drie delen: een vogellichaam, een kop en een hoorn.

  • Het vogellichaam is dat van een Hamsa (gans), het rijdier van de god Brahma.
  • De kop die het meest voorkomt, is een vaak sterk gestileerde Garoeda (adelaar), het rijdier van de god Vishnoe. Ook van andere dieren, met name een olifant en de mythologische slang naga, wordt de kop toegepast op een chofah.
  • De hoorn is gewoonlijk enkele keren gebogen aan het uiteinde. De hoorn is gewoonlijk ongeveer even groot als de rest (alleen verticaal) van de chofah.

Mogelijk werden ze daar aanvankelijk geplaatst om hindoes tot het boeddhisme aan te trekken.

Literatuur bewerken

  • Nithi Sthapitanonda en Brian Mertens: Architecture of Thailand, a guide to traditional and contemporary forms. Asia Books, 2005. ISBN 981-4068-57-8
  • Oliver Hargreave: Exploring Chiang Mai, City, Valley & Mountains. Within Books, derde druk uit 2002. ISBN 974-86437-7-8