Charles Collett
Charles Benjamin Collett OBE (10 september 1871 — 5 april 1952) was hoofd werktuigbouwkundig ingenieur van de Great Western Railway van 1922 tot 1941. Hij ontwierp onder meer de Castle en King serie express passagierslocomotieven.
| Charles Collett | ||
|---|---|---|
| ||
| Algemene informatie | ||
| Volledige naam | Charles Benjamin Collett | |
| Geboren | 10 September 1871 Bromsgrove, Worcestershire (In Grafton Manor) | |
| Overleden | 5 April 1952 (80 Jaar oud) | |
| Land | Engeland | |
| Beroep | hoofd werktuigbouwkundig ingenieur (Chief Mechanical Engineer) | |
| Familie | ||
| Partner(s) | Ethelwyn May Collett | |
Carrière bewerken
Colletts voorganger, George Jackson Churchward, had bij de GWR te Swindon een serie toonaangevende en innovatieve locomotieven geleverd, tegen het begin van de jaren 20 waren de 2- en 4-cilinder 2'C (4-6-0)-ontwerpen van de Great Western aanzienlijk superieur vergeleken met de locomotieven van de andere spoorwegbedrijven.
In 1922 ging Churchward met pensioen en Collett erfde een hoop uitstekende gestandaardiseerde ontwerpen. Maar met stijgende kosten en dalende inkomsten, was het nodig om het aantal voorgroeperingsontwerpen deels te slopen en krachtigere locomotieven te ontwikkelen. Collett was een praktische ontwikkelingsingenieur en hij nam de ontwerpen van Churchward en ontwikkelde ze, met name de Hall van die werd ontwikkeld uit Saint serie en de Castle serie van de Star serie. Hij was ook verantwoordelijk voor ontwikkelen van kleinere locomotieven, zoals veel van de Pannier tank serie locomotieven.
In 1926 was er iets groters nodig dan de Castle serie om zware exprestreinen te trekken met een gemiddelde snelheid van 60 mijl per uur (97 km/h). General Manager Sir Felix Pole zei tegen Collett dat hij door moest gaan met het ontwikkelen van het ontwerp en de bouw een "Super-Castle". Het resultaat was de King serie stoomlocomotief 2'C (4-6-0)-ontwerp dat in juni 1927 uit Swindon Works voortkwam, ontworpen met het maximaal toelaatbare omgrenzingsprofiel. De locomotief had nooit eerder vertoonde afmetingen en vertegenwoordigde de ultieme ontwikkeling van het viercilinderconcept van Churchward. Het was de zwaarste 2'C (4-6-0)-locomotief die in het Verenigd Koninkrijk had gereden (138 ton), en had een trekkracht van 18.279 kg (40.300 pond). Vanwege de omvang was de King serie werd deze echter beperkt tot een beperkt aantal van de belangrijkste GWR-routes. In 1931 ontwierp Collett, met hetzelfde maximale omgrenzingsprofiel in gedachten, de GWR Super Saloons die voor de boottreindiensten van Londen naar Plymouth gebruikt werden.
Legende bewerken
Collett was een technisch ingenieur, die naar bestaande ontwerpen kon kijken en deze op goede wijze kon verbeteren. Hij produceerde een gestandaardiseerde vloot locomotieven die uiterst geschikt waren voor de eisen van de GWR. Hij was in staat om substantiële prestatiewinst uit de Churchward-ontwerpen te halen. In 1924 rapporteerde hij dat de Castle serie een kolenverbruik van 1.07 kg (2,83 lb) per pk per uur had, een getal dat door veel ingenieurs als te mooi om waar te zijn werd gezien, maar door Gresley wel serieus werd genomen na de locomotiefruil van 1925.
Collett heeft kritiek gekregen van ingenieurs en later spoorweghistorici omdat hij weinig innovatie in zijn ontwerpen had gestopt, in plaats daarvan hield hij zich vasthouden aan de stijl van Churchward in alle gevallen. Dit betekende ongetwijfeld dat tegen de tijd dat Collett met pensioen ging dat de superioriteit van Great Western-locomotieven verloren was gegaan door modernere ontwerpen, met name die van William Stanier, die bij Swindon werkte voordat hij in 1932 voor de LMS ging werken. Hij nam de stijl van Churchward met zich mee.
Familie bewerken
Collett trouwde op 4 november 1896 met Ethelwyn May Simon in de St Georges kerk, te Bloomsbury. Ze hadden geen kinderen.
Zie ook bewerken
Bronnen, noten en/of referenties
|