Capitularia (enkelvoud capitulare, een bundeling van capitula: hoofdstukken) waren de schriftelijke koninklijke verordeningen waarmee Karel de Grote en zijn opvolgers de wetgeving bekendmaakten. Dit werd gebruikt vanaf het midden van de 8e eeuw tot het einde van de 9e eeuw.

De capitularia konden algemeen zijn, maar ook specifiek voor een streek. Zij werden aan het hof opgesteld door geestelijken van de hofkapel. Om de uitvoering van de verordeningen te controleren, werden de missi dominici op pad gestuurd.

Onderverdeling bewerken

Capitula legibus addenda bewerken

Deze capitula vulden al bestaande wetgeving van overwonnen volkeren aan, zoals het Capitulare Saxonum, Capitulare legi Ribuariae additum en Capitulare Langobardorum.

Capitula ecclesiastica bewerken

Dit omvatte kerkelijke wetgeving, zoals ook de Epistola de Litteris Colendis over de hervorming van het onderricht.

Capitula per se scribenda bewerken

Deze wetgeving gold voor het gehele rijk, zoals de Capitulare van Héristal.

Capitula missorum bewerken

Concrete bevelen aan de missi dominici, de vorstelijke zendelingen / afgezanten.

Ingevoegde capitula bewerken

Bepaalde capitularia werden door de jaren heen opgebouwd uit verordeningen die bij andere capitula waren gevoegd. Zo is ook het Capitulare de villis vel curtis imperii ontstaan waarin het beheer van de grote domeinen geregeld werd.