Brug 689

viaduct in Amsterdam, Nederland

Brug 689 is een kunstwerk in Amsterdam Nieuw-West. Hoewel genummerd als brug, is zij een viaduct.

Brug 689
Brug 689 met kelkvormige pijlers (mei 2018)
Algemene gegevens
Locatie Amsterdam Nieuw-West
Overspant Derkinderenstraat
Bouw
Bouwperiode 1961-1962
Opening 14 juli 1962 (voor het verkeer al op 19 april 1962 vrijgegeven)
Gebruik
Weg Cornelis Lelylaan
Architectuur
Type viaduct
Architect(en) Dienst der Publieke Werken
Materiaal beton
Bijzonderheden balustrades
Portaal  Portaalicoon   Verkeer & Vervoer

Het bouwwerk is gelegen in de Cornelis Lelylaan, deel van Stadsroute 106, en verbindt de Derkinderenstraat met de Schipluidenlaan.[1]. De Cornelis Lelylaan werd in 1961/1962 verhoogd aangelegd om een geheel kruisingsvrije weg te verkrijgen tussen het Surinameplein en de Westelijke Tuinsteden. Daartoe werd de weg op een dijklichaam aangelegd en werden er tot het eind bij Meer en Vaart tien kunstwerken gebouwd, waaronder een van de grootste viaducten van Amsterdam destijds, brug 705 over de Johan Huizingalaan.

Op 14 juli 1962 opende mevrouw Didi van 't Hull-Ras, echtgenote van Wethouder Publieke Werken Goos van 't Hull de Cornelis Lelylaan.[2] Het ontwerp van de bruggen was van de Dienst der Publieke Werken. De ontwerper van de brug is niet bekend, maar het viaduct vertoont in haar uiterlijk veel overeenkomsten met brug 705 waarvan bekend is dat zij van de hand is van Dirk Sterenberg.

Met name de kelkvormige pijlers wijzen op Sterenbergs invloed (zie brug 705). De toenmalige stijl van de dienst is terug te vinden in het witte/blanke beton met daarop blauwe leuningen in een strak rechthoekig motief. Ze lijkt daarbij ook nog eens op brug 688 aan de andere kant van Rijksweg 10, met name in de overspanning. De architect koos hier echter voor een andere oplossing voor de verdeling. In het midden heeft het een overspanning van de rijweg van 14,90 meter. Aan beide zijden daarvan bevinden zich genoemde pijlers, weer verder naar buiten volgen ongeveer vijf meter brede trottoirs en fietspaden. In de lengterichting van de tunnel gekeken (of dwars op het viaduct) lijken voetgangers en fietsers zich in een koker van 39 meter lengte te moeten verplaatsen.

Onderdeel van het bouwwerk zijn twee trappen naar de bovenliggende haltes van de tramlijnen 1, 17 en 27 die aan de westkant van het viaduct liggen. Voor mindervaliden is deze halte niet toegankelijk door het ontbreken van een lift.