Boorspons

soort uit het geslacht Cliona

De boorspons (Cliona celata) is een in zee levende sponssoort uit de familie Clionidae behorende tot de Demospongiae.

Cliona celata
Boorspons
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Porifera (Sponzen)
Klasse:Demospongiae (Gewone sponzen)
Onderklasse:Heteroscleromorpha
Orde:Clionaida
Familie:Clionaidae
Geslacht:Cliona
Soort
Cliona celata
Grant, 1826
Synoniemen
Lijst
  • Halichondria hystrix Johnston, 1842
  • Cliona alderi Hancock, 1849
  • Cliona angulata Hancock, 1849
  • Cliona gorgonioides Hancock, 1849
  • Cliona hystrix (Johnston, 1842)
  • Cliona typica (Nardo, 1833)
  • Cliona clio (Nardo, 1839)
  • Cliona coccinea (Nardo, 1839)
  • Cliona pasithea (Nardo, 1839)
  • Pione typica (Nardo, 1833)
  • Cliona griffithsii (Bowerbank, 1866)
  • Cliona tenebrosus (Bowerbank, 1882)
  • Cliona terebrans (Duvernoy, 1840)
  • Cliona globulifera Hancock, 1867
  • Hymeniacidon tenebrosus Bowerbank, 1882
  • Rhaphyrus griffithsii Bowerbank, 1866
  • Spongia terebrans Duvernoy, 1840
  • Spongia sulphurea Desor, 1851
  • Spongia peziza Bosc, 1802
  • Vioa pasithea Nardo, 1839
  • Vioa clio Nardo, 1839
  • Vioa coccinea Nardo, 1839
  • Vioa dujardini Nardo, 1844
  • Vioa typica Nardo, 1833
  • Cliona celata var. linearis Sollas, 1878
  • Vioa celata (Grant, 1826)
  • Raphyrus griffithsii Bowerbank, 1866
  • Halichondria celata (Grant, 1826)
  • Hymeniacidon celata (Grant, 1826)
  • Hymeniacidon celatus (Grant, 1826)
  • Suberites griffithsii (Bowerbank, 1866)
  • Cliona sulphurea (Desor, 1851)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Cliona celata op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie

DNA-onderzoek heeft uitgewezen dat bij Cliona celata mogelijk sprake is van een complex van 'sibling species'.

Beschrijving bewerken

Dier bewerken

De spons heeft een borende levenswijze en kan daarbij enkele centimeters diep het substraat binnen dringen. De gaten zelf hebben een ronde doorsnede en kunnen een diameter hebben van enkele (vaak ongeveer 5) millimeters. De boorgaten kunnen elkaar raken waardoor een soort galerij ontstaat waarin slechts enkele geperforeerde wanden van het oorspronkelijke substraat overblijven. Het hele stelsel van onderling verbonden ruimtes wordt door het sponslichaam gevuld. Het grootste deel van de spons bevindt zich binnenin deze ruimte, slechts een klein deel is aan het oppervlak zichtbaar. Dit zichtbare deel heeft een honingraatstructuur met zeefvormige in- en uitstroomopeningen en is goudgeel, maar heel soms oranje.

Habitat en leefwijze bewerken

Deze boorspons wordt aangetroffen vanaf de lagere getijdenzone tot een waterdiepte van meer dan 100 m. De soort wordt zelden uit dieper water gemeld maar 200 meter komt voor. De soort leeft in helder zeewater en verdraagt geen bodems met een hoog slibgehalte. Vanwege de borende leefwijze heeft de spons een hard substraat nodig wat kan bestaan uit zachte kalksteen en verlaten schelpen van weekdieren, koraal wordt ook gemeld. Waterverontreiniging en veel slib in suspensie worden niet verdragen. Er bestaat een betrekkelijke tolerantie ten opzichte van het zoutgehalte, echter waarden lager dan 10 à 15‰ (totaal zoutgehalte) worden niet overleefd en waarden bij 20-25‰ lijken optimaal.

De boorspons is 'overblijvend', dat wil zeggen leeft tijdens alle seizoenen en maakt niet elk jaar tijdens bijvoorbeeld het winterseizoen een ruststadium aan. De groeisnelheid is temperatuursafhankelijk: bij hogere temperatuur treedt snellere groei op. Individuen kunnen vrij groot worden. Maximale individuele grootten zijn opgegeven van 100 cm doorsnede en 50 cm hoog (dik). Individuen die dicht bij elkaar leven en tegen elkaar aan groeien, kunnen 'fuseren' tot één individu.

Areaal bewerken

De spons komt wereldwijd voor.

Recent voorkomen bewerken

De boorspons leeft in Nederland in de Oosterschelde maar ook in de Waddenzee en Noordzee.

Fossiel voorkomen bewerken

Boorgaten van boorspons-soorten zijn in het Noordzeegebied bekend uit kalkstenen en schelpen uit het Kwartair en het Plioceen. Hoewel vaak wordt aangenomen dat het om Cliona celata gaat, is dat niet met zekerheid bekend. Boorgaten worden het meest gevonden in schelpen van oestersoorten. Dat heeft te maken met de schelpdikte en waarschijnlijk ook met overeenkomende ecologische eisen.

Externe links bewerken