Boksertje

Het boksertje of de kleine heremietkreeft (Diogenes pugilator) is een tienpotigensoort uit de familie van de Diogenidae. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1829 door Roux.

Boksertje
Taxonomische indeling
Rijk: Animalia (Dieren) Stam: Arthropoda (Geleedpotigen) Klasse: Malacostraca (Hogere kreeftachtigen) Orde: Decapoda (Tienpotigen) Familie: Diogenidae Geslacht: Diogenes
Soort
Diogenes pugilator (P. Roux, 1829) Originele combinatie Pagurus pugilator
Synoniemen
Lijst Pagurus algarbiensis de Brito Capello, 1875 Pagurus arenarius H. Lucas, 1846 Pagurus Bocagii de Brito Capello, 1875 Pagurus curvimanus Clément, 1874 Pagurus dilwynnii Alcock, 1905 Pagurus dillvyni A. Milne-Edwards & Bouvier, 1900 Pagurus Dillwynii Spence Bate, 1851 Pagurus Lafonti Fischer, 1872 Pagurus ponticus Kessler, 1860 Pagurus varians O.G. Costa, 1838 [in O.G. Costa & A. Costa, 1838-1871] Diogenes pugilator var. intermedius Bouvier, 1891 Diogenes pugilator orientalis Codreanu & Balcesco, 1968 Diogenes pugilator var. gracillima Balss, 1921 Diogenes varians (Costa, 1838) Clibanarius misanthropus var. intermedius Bouvier, 1891 Diogenes varians var. gracilimana Miers, 1881
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Boksertje op Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal    Biologie

Kenmerken

Net als veel andere heremietkreeften verbergt de kleine heremietkreeft zijn zachte buik in een lege schelp. De buik is gedraaid om de contouren van de schaal te passen. Het schild beschermt het voorste deel van de krab en kan tot 11 mm (0,43 inch) lang zijn; het is vierkant van vorm, heeft driehoekige uitsteeksels langs de voorrand en is bekleed met haren op de voorste twee hoeken. De ogen zitten op stelen die ongeveer half zo lang zijn als de breedte van het schild. De linker klauw is veel groter dan de rechter. Beide klauwen zijn bedekt met korte haren. De klauwen en andere poten kunnen worden samengetrokken naar de ingang van de schaal.

Voorkomen

D. pugilator is inheems in de gematigde en subtropische oostelijke Atlantische Oceaan. Zijn verspreidingsgebied strekt zich uit van de zuidelijke Noordzee naar het zuiden tot Angola, de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en de Rode Zee. De noordelijke grens werd ooit beschouwd als Swansea in Zuid-Wales, maar het is sindsdien ook al verder noordelijk gevonden, namelijk Anglesey en de kusten van het zuidwesten van Ierland. Het wordt gevonden op zachte ondergronden en komt het meest voor in ondiep water, maar kan diepten bereiken tot wel 1800 m.

Bronnen, noten en/of referenties

Geplaatst op:
22-03-2013

Dit artikel is een beginnetje over biologie. U wordt uitgenodigd om op bewerken te klikken om uw kennis aan dit artikel toe te voegen.