Asymptotische dichtheid

De asymptotische dichtheid (of natuurlijke dichtheid) is in de getaltheorie een waarde om mee aan te geven hoe 'groot' een deelverzameling van de natuurlijke getallen is.

Inleiding bewerken

Men zou kunnen denken dat er meer positieve gehele getallen bestaan dan kwadraten van gehele getallen. Immers, elk kwadraat is positief en behalve de kwadraten bestaan er nog veel andere positieve gehele getallen. Maar, hoewel de kwadraten een echte deelverzameling vormen van de positieve gehele getallen, hebben beide verzamelingen dezelfde kardinaliteit. De verzameling der gehele getallen is "niet groter" dan de verzameling kwadraten: beide verzamelingen zijn oneindig en aftelbaar, en er bestaat dus een bijectie tussen beide verzamelingen. Hieronder zal blijken dat de verzamelingen wel een verschillende 'dichtheid' hebben.

Zo zijn ook de even getallen gelijkmachtig met de natuurlijke getallen, maar iedereen zal vinden dat de even getallen slechts de helft vormen van alle natuurlijke getallen. Dit wordt uitgedrukt met de asymptotische dichtheid. Voor elk natuurlijk getal   zijn de even getallen (ongeveer) de helft van de getallen  . Voor toenemende   ligt de verhouding steeds dichter bij 1/2. Daarom is de asymptotische dichtheid 1/2.

Van een deelverzameling   binnen de positieve gehele getallen behoort een aantal   tot de verzameling   Als de verhouding   convergeert naar een bepaalde limietwaarde, wordt deze limiet de asymptotische dichtheid van   genoemd.

Asymptotische dichtheid is iets anders dan bijvoorbeeld de Schnirelmann-dichtheid.

De asymptotische dichtheid is niet voor alle deelverzamelingen van   gedefinieerd.

Definitie bewerken

Van een deelverzameling   binnen de positieve gehele getallen is   het aantal elementen in  .

Als het quotiënt   convergeert voor toenemende  , heet de limiet

 

de asymptotische dichtheid (of natuurlijke dichtheid) van  .

Bovendichtheid en onderdichtheid bewerken

Beschouw weer  , een deelverzameling van de positieve gehele getallen   Voor iedere   definiëren we   en  , het aantal elementen van  .

De bovendichtheid   van   definiëren we als

 

waarbij lim sup de limes superior is.

Evenzo wordt  , de onderdichtheid van   gedefinieerd door

 

met lim inf de limes inferior.

We zeggen dat   een asymptotische dichtheid   heeft indien  , en in dat geval is   gelijk aan deze waarde.

De definitie kan ook als volgt worden geformuleerd:

 

mits deze limiet bestaat.[1]

Uit de definities volgt dat ook het volgende geldt. Als iemand een deelverzameling van   zou schrijven als een stijgende rij

 

dan

 ,
 

en

 

indien de limiet bestaat.

Opmerking bewerken

Een ietwat zwakker dichtheidsbegrip is de Banach-bovendichtheid; bij een gegeven verzameling  , definieert men   als

 

Voorbeelden bewerken

  • Als d(A) bestaat voor een zekere verzameling A, dan geldt voor het complement van A dat d(Ac) = 1 − d(A).
  • Het is makkelijk in te zien dat geldt  .
  • Voor iedere eindige verzameling gehele getallen F geldt d(F) = 0.
  • Als   de verzameling van alle kwadraten is, dan is d(A) = 0.
  • Voor  , de verzameling van alle even getallen, geldt d(A) = 0,5. Evenzo hebben we voor iedere rij   dat geldt d(A) = 1/a.
  • Voor P, de verzameling van alle priemgetallen volgt uit de priemgetalstelling dat d(P) = 0.
  • De verzameling van alle kwadraatvrije gehele getallen heeft dichtheid  
  • Van de dichtheid van de overvloedige getallen is bekend dat deze ligt tussen 0,2474 en 0,2480.
  • De verzameling   van getallen die binair geschreven uit een oneven aantal bits bestaan is een voorbeeld van een verzameling die geen asymptotische dichtheid heeft, immers de bovendichtheid van A is
 ,
terwijl de onderdichtheid van A gelijk is aan
 .
  • Beschouw een equigedistribueerde rij   in   en definieer een monotone familie   van verzamelingen:
 .
Dan geldt volgens de definitie dat   voor alle  .

Voetnoten bewerken

  1. Nathanson (2000) blz.256–257

Referenties bewerken