Associatie van vetkruid en tijm

associatie uit het verbond van droge stroomdalgraslanden

De associatie van vetkruid en tijm (Sedo-Thymetum) is een associatie uit het verbond van droge stroomdalgraslanden (Sedo-Cerastion). Het is een bloem- en kleurrijke plantengemeenschap van droge, kalkarme zandgronden in Nederland, België en Duitsland.

Associatie van vetkruid en tijm
Syntaxonomische indeling
Klasse:Koelerio-Corynephoretea
(klasse van droge graslanden op zandgrond)
Orde:Trifolio-Festucetalia ovinae
(struisgras-orde)
Verbond:Sedo-Cerastion
(verbond van droge stroomdalgraslanden)
Associatie
Sedo-Thymetum
Doing ex Weeda, Doing & Scham.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons

Naamgeving en codering bewerken

De wetenschappelijke naam Sedo-Thymetum is afgeleid van de botanische namen van twee opvallende soorten voor de associatie, de kensoort zacht vetkruid (Sedum sexangulare) en grote tijm (Thymus pulegioides).

Fysiognomie bewerken

De associatie van vetkruid en tijm kent een bijzondere fysiognomie. De vegetatie is veelal zeer bloem- en kleurrijk. Het zijn meestal witbloemige en geelbloemige kruiden die het vegetatieaspect kunnen bepalen. De associatie is dikwijls lintvormig ontwikkeld. De formatie waarin de associatie zich manifesteert betreft een grasland met een zeer sterk pionierkarakter.

De vegetatie wordt gevormd door een lage kruidlaag en een moslaag. Vooral chamefyten en therofyten nemen een belangrijke plaats in. Onder de chamefyten is het aandeel succulenten en halfstruiken opvallend groot en onder de therofyten vooral winterannuellen.

Ecologie bewerken

De associatie van vetkruid en tijm is een gemeenschap die zich ontwikkelt op relatief hooggelegen, zeer goed drainerende standplaatsen op meso-oligotrofe tot oligotrofe, kalkarme tot licht kalkhoudende, grove zandgrond in de buurt van rivieren en grote beken.[1] Deze zandgrond moet humusarm zijn en grindhoudend. Het gaat om droge, snel opwarmende plekken die zijn blootgesteld aan het volle zonlicht. De basenvoorziening wordt doorgaans op peil gehouden door een zeer korte inundatie of hoge grondwaterstanden in de winter of lente. Buiten het waterbereik kan de basenvoorziening soms echter ook standhouden door afspoeling van basen uit nabijgelegen elementenverharding.[1] De associatie is te vinden op oeverwallen, donken, dijken, zandgroeven, bermen en voormalige stuwwallen. Heel soms kan de associatie of fragmenten daarvan ook worden aangetroffen op hoge kribben.

De associatie van vetkruid en tijm ook als vervangingsgemeenschap optreden van de associatie van sikkelklaver en zachte haver wanneer deze door watergeweld, aftrapping of verdroging beschadigd is.

Subassociaties in Nederland en Vlaanderen bewerken

Binnen de associatie van vetkruid en tijm onderscheidt men in Nederland en Vlaanderen twee subassociaties.[1]

Subassociatie met klein vogelpootje bewerken

Een subassociatie met klein vogelpootje (Sedo-Thymetum ornithopodetosum) kan zich ontwikkelen op de meest kalkarme standplaatsen binnen de associatie. Deze subassociatie vertoont enige verwantschap met het dwerghaver-verbond en het verbond van gewoon struisgras. Differentiërende taxa zijn klein vogelpootje, gewoon reukgras, eenjarige hardbloem, zandblauwtje, vroege haver, klein tasjeskruid en grijze bisschopsmuts. De Nederlandse syntaxoncode (conform de rVvN) voor deze subassociatie is r14Bc01a.

Subassociatie met sikkelklaver bewerken

Een subassociatie met sikkelklaver (Sedo-Thymetum medicaginetosum) kan zich ontwikkelen op de meest kalkrijke standplaatsen binnen de associatie. Deze subassociatie vertoont verwantschap met de associatie van sikkelklaver en zachte haver. Differentiërende taxa zijn sikkelklaver, zachte haver, akkerwinde, zachte ooievaarsbek, ruige weegbree, cipreswolfsmelk, gewone agrimonie. De Nederlandse syntaxoncode (conform de rVvN) voor deze subassociatie is r14Bc01b.

Verspreiding bewerken

Het verspreidingsgebied van de associatie van vetkruid en tijm is klein. De gemeenschap wordt enkel aangetroffen in Nederland, België en Duitsland. Overal binnen het verspreidingsgebied betreft het een zeer zeldzaam en bedreigd vegetatietype, waarvan de standplaatsen sterk zijn versnippert door antropogene landschapsingrepen.

In Nederland en Vlaanderen vindt men alleen nog associatiefragmenten van zeer geringe oppervlakten. Deze liggen vooral op de terrassen van de Maas in Noord-Limburg en Noord-Brabant, langs de IJssel en de Overijsselse Vecht. In Vlaanderen zijn goede voorbeelden van deze associatie niet meer voorradig, maar in de kuststreek en langs de Grensmaas vinden we nog graslanden waar enkele van de kensoorten voorkomen. De associatie kent een duidelijk verspreidingszwaartepunt nabij de grote rivieren in het fluviatiel district. In minder rijk ontwikkelde vormen komt de associatie ook voor langs kleine rivieren en grote beken in het subcentreuroop district en Gelders district, zoals bij de Overijsselse Vecht, de Dinkel en de Berkel.[2]

Bedreiging en bescherming bewerken

Deze associatie wordt vooral bedreigd door verwaarlozing. Typisch voor een pioniersvegetatie, is beweiding of een beheer gericht op het veroorzaken van lokale bodemerosie noodzakelijk om ze te laten voortbestaan.

Diagnostische taxa voor Nederland en Vlaanderen bewerken

Deze associatie heeft vooral zacht vetkruid, tripmadam, liggende ereprijs, zandwolfsmelk en kaal breukkruid als kensoorten, dikwijls in combinatie met andere verbonds-, orde- en klassekensoorten. Vele van deze soorten zijn zeldzaam tot zeer zeldzaam. In België en Nederland verdwenen soorten als de Kartuizer anjer en het wildemanskruid maakten in het verleden ook deel uit van deze lijst.

Kruidlaag
Kentaxon Diff.soort Presentie Triviale naam Botanische naam Opmerking Afbeelding
kA - > 60% zacht vetkruid Sedum sexangulare  
kA - > 30% tripmadam Sedum rupestre  
kA - > 20% liggende ereprijs Veronica prostrata  
kA - > 20% kaal breukkruid Herniaria glabra  
kA - < 10% zandwolfsmelk Euphorbia seguieriana  
kV - > 40% voorjaarsganzerik Potentilla tabernaemontani  
kV - > 10% handjesgras Cynodon dactylon  
kV - < 10% cipreswolfsmelk Euphorbia cyparissias  
kV - - kartuizer anjer Dianthus carthusianorum niet in België en Nederland  
kV - - wildemanskruid Pulsatilla vulgaris niet in België en Nederland  
kO - > 20% liggende klaver Trifolium campestre  
kO - > 20% hazenpootje Trifolium arvense  
kO - > 20% overblijvende hardbloem Scleranthus perennis  
kO - > 10% viltganzerik Potentilla argentea  
kO - > 10% klein timoteegras Phleum nodosum  
kK - > 70% geel walstro Galium verum  
kK - > 50% gewoon biggenkruid Hypochaeris radicata  
kK - > 40% zandhoornbloem Cerastium semidecandrum  
kK - > 30% zandzegge Carex arenaria  
kK - > 20% vroegeling Erophila verna  
kK - > 10% kleine leeuwentand Leontodon saxatilis  
bg - duizendblad Achillea millefolium  
bg - smalle weegbree Plantago lanceolata  
bg - akkerhoornbloem Cerastium semidecandrum  
bg - schapenzuring Rumex acetosella Differentiërend binnen het verbond  
bg - muizenoor Pilosella officinarum  
bg - grote tijm Thymus pulegioides  
Moslaag
Kentaxon Diff.soort Presentie Triviale naam Botanische naam Opmerking Afbeelding
kK - > 20% gewoon klauwtjesmos Hypnum cupressiforme  
kK - > 20% grijze bisschopsmuts Racomitrium canescens  
kK - > 10% gewoon purpersteeltje Ceratodon purpureus  

Fotogalerij bewerken

Zie ook bewerken

Zie de categorie Sedo-Thymetum van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.