Ascidia sydneiensis

soort uit het geslacht Ascidia

Ascidia sydneiensis is een zakpijpensoort uit de familie van de Ascidiidae.[1] De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1855 voor het eerst geldig gepubliceerd door Stimpson.[2]

Ascidia sydneiensis
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Ascidiacea (Zakpijpen)
Orde:Phlebobranchia
Familie:Ascidiidae
Geslacht:Ascidia
Soort
Ascidia sydneiensis
Stimpson, 1855
Synoniemen
Lijst
  • Ascidia bisulca Sluiter, 1904
  • Ascidia compta Sluiter, 1898
  • Ascidia diplozoon Sluiter, 1887
  • Ascidia divisa Sluiter, 1898
  • Ascidia donnani Herdman, 1906
  • Ascidia incerta Herdman, 1899
  • Ascidia limosa Sluiter, 1887
  • Ascidia longitubis (Traustedt, 1882)
  • Ascidia longitudinalis Seeliger, 1901
  • Ascidia pyriformis Herdman, 1880
  • Ascidia sydneyensis Stimpson, 1855
  • Phallusia canaliculata (Heller, 1878)
  • Phallusia divisa (Sluiter, 1898)
  • Phallusia incerta (Herdman, 1899)
  • Phallusia longitubis Traustedt, 1882
  • Phallusia pyriformis (Herdman, 1880)
  • Phallusia sydneiensis (Stimpson, 1855)
  • Ascidia incerta Herdman, 1898
Ascidia sydneiensis op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Beschrijving bewerken

Ascidia sydneiensis is een grote solitaire zakpijpensoort die in kleur kan variëren, en wit, crème, geel, oranje, rood of bordeaux kleurig zijn. De mantel zelf is doorschijnend en de kleur wordt veroorzaakt door pigmentatie op de lichaamswand.

Verspreiding bewerken

Ascidia sydneiensis werd in 1855 voor het eerst beschreven vanuit Sydney (Australië) en is wijdverbreid in de Indo-Pacific, waar wordt aangenomen dat het inheems is. Deze soort is geïntroduceerd in het Caribisch gebied, de zuidwestelijke Atlantische Oceaan en de zuidoostelijke Stille Oceaan. In de Verenigde Staten is het door de scheepvaart op verschillende locaties geïntroduceerd, waaronder Hawaï, het zuidoosten van Florida en de Maagdeneilanden. Het wordt vaak aangetroffen op mangrovewortels en als aangroei op dokken, scheepsrompen en andere kunstmatige constructies in tropische wateren.[3]