Annie van Velzen

Nederlands inspecteur en verzetsstrijder

Anna Maria Antonia (Annie) van Velzen (Den Haag, 30 april 1894Nijmegen, 3 juni 1967) was inspectrice van de Kinderpolitie en verzetsvrouw in de Tweede Wereldoorlog. Zij overleefde het concentratiekamp Ravensbrück en handelde vanuit haar katholieke levensovertuiging.

Annie van Velzen
Annie van Velzen, voorjaar 1945
Algemene informatie
Volledige naam Anna Maria Antonia van Velzen
Geboren 30 april 1894
Den Haag
Overleden 3 juni 1967
Nijmegen
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederland
Land Nederland
Beroep inspectrice van de Kinderpolitie
Bekend van verzet in WO II
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog

Levensloop bewerken

Voor mei 1940 bewerken

Annie van Velzen werd geboren als nakomertje in het katholieke gezin van Leonardus van Velzen, banketbakker, en Anna Bustin. Ze had vier oudere broers. Als zevenjarige begon ze haar schoolopleiding aan het Franstalige 'Institut Saint Joseph' in Etten. Toen ze dertien was keerde ze terug naar haar ouders die inmiddels verhuisd waren naar Nijmegen. Annie werd actief in het katholieke verenigingsleven en werd onder andere bestuurslid van het R.K. Huisvestingscomité Nijmegen.

In 1926 trof een watersnoodramp de stad en omgeving. Haar inspanningen om mensen en vooral kinderen te helpen trokken de aandacht en zij kreeg een vergoeding toegekend voor het werk dat zij leverde. In 1929 kreeg ze een aanstelling bij de Armenraad.

Er ontstond een vacature bij de Kinderpolitie en zij solliciteerde. Aanvankelijk ging de voorkeur uit naar een andere kandidate, maar bij een volgende vacature kreeg zij een aanstelling als politieassistente. Ze werd geconfronteerd met de sociale misstanden achter schoolverzuim en ongehuwd moederschap. In haar werk richtte zij zich eerder op preventie dan op straffen. Haar katholieke geloof zou altijd haar inspiratiebron zijn.

Zij bleef bij haar moeder wonen die weduwe was geworden en verhuisde met haar al op veertigjarige leeftijd naar bejaardenhuis Sint Anna.

Tweede Wereldoorlog bewerken

Het Nijmeegse Bureau Kinderpolitie was ingedeeld bij de recherche-afdeling van inspecteur Frans Prick. Hij behoorde tot een groep politiemensen die meewerkten aan het verspreiden van verboden literatuur; ze verstrekten valse papieren en waarschuwden als er arrestaties gingen plaatsvinden. Prick werd verraden en dook onder bij Van Velzen. Hij ontsnapte maar Van Velzen werd een paar dagen later opgepakt en kwam in kamp Vught terecht. In 1944 werd ze veroordeeld voor haar onderduikvergrijp. Toen de geallieerden dat jaar kamp Vught naderden werd ze overgebracht naar het concentratiekamp Ravensbrück. In april 1945 werd ze bevrijd door het Zweedse Rode Kruis en naar Zweden gebracht.

Na 1945 bewerken

Eind augustus 1945 kwam Van Velzen terug in Nijmegen en in oktober ging ze weer aan het werk als adjunct-inspectrice. in januari 1946 werd ze bevorderd tot inspectrice en vier jaar later uiteindelijk tot chef van de afdeling Kinderpolitie. In 1955, toen ze met pensioen ging, werd ze Ridder in de Orde van Oranje Nassau. In de jaren erna zette zij zich in als adjunct-directeur van het Labrehuis voor dakloze mannen en ze ijverde tot aan haar dood voor een opvanghuis voor dakloze vrouwen. Zij werd 73 en stierf op 3 juni 1967.

In 2021 werd een straat in Lent naar haar genoemd.[1]