Abbo Cernuus

Frans schrijver

Abbo (Latijn: Abbo Cernuus; - ca. 925) was een benedictijns monnik van de abdij van Saint-Germain-des-Prés.

Hij heeft verscheidene geschriften nagelaten, waaronder het voornaamste een in vijf boeken vervat Latijns gedicht (De bellis Parisiacæ urbis of Bella Parisiacæ urbis) op het beleg van Parijs door de Noormannen in 886, welk beleg hij zelf had bijgewoond.

Efficitus servus liber, liber quoque servus,
Vernaque fit dominus, contra dominus quoque verna.
Vinitor agricolaeque simul cum vitibus omnes
Ac tellure ferunt crudeles mortis habenas.
De slaaf wordt vrij, en de vrije man wordt slaaf,
de knecht is meester, en de meester is knecht;
de wijngaardenier en de wijngaard, de landbouwer en zijn bezitting,
alles wordt vernield door het zwaard van de vijand.
De bellis Parisiacæ urbis I 183-187.

Dit gedicht is voor het eerst uitgegeven in 1588 door Pierre Pithou in zijn verzameling van kroniekschrijvers. Het is vertaald opgenomen in de Franse uitgave Documents inédits relatifs à l'histoire de France van François Guizot en later in 1835 nog eens vertaald uitgegeven door Nicolas Rodolphe Taranne.

Referentie bewerken

  • art. Abbo, in S. de Bruin, Geographisch-historisch woordenboek. Deel 1: A-G, Leiden, 1869, p. 15.